Laatste wijziging: 2022-06-06 (technisch), 2012-12-02 (inhoudelijk). Naar inhoudsopgave. Naar vorig verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).
Beraad - Voorspel - Dag 1 - Ontwaken - Opening- Ronde - Middag - Avond - Dag 2 - Ochtend - Tewaterlating - Pieremachochels - Schapenhonden - Theater - Muziek
(Dit verhaal bestond oorspronkelijk uit vier delen, waarvan er later twee zijn onderverdeeld.)
Wiesje, Afra en ik waren naar de kroeg gegaan om te overleggen over een Heidefeest. Zo aan het begin van de middag waren er nog geen trekkers, en weinig inwoners. Bill kwam bij ons zitten.
Hadden we gebeurtenissen of thema's? Oh ja: stoomtreinen (en speeltuinen), explosievenopruiming, wielerwedstrijd, het recente broeierige weer (zie Tuingenot [sex]) - en misschien Sheila's verhuizing naar opa en oma in de stad, om daar naar de middelbare school te gaan. Afra bracht met een knipoog het thema "humor" in. Ik opperde aarzelend nog het onderwerp "stukken zeil op steigers". Stof genoeg! Wiesje bedacht, dat we misschien een ballonnenwedstrijd zouden kunnen doen: bij een wielerronde hadden we mensen aan alle kanten van de heide. Ballonnen als schapenwolkjes.
Stoom, broeierig weer en zeiltjes zouden misschien samen iets opleveren. Humor - misschien een conference van Bill en een improvisatie van Afra, Geert, Herman en mij op aangevertjes van Wiesje - maar wat nog meer?
Bill had inmiddels voorgekookt, dat op de zaterdag weer een wielerronde gehouden zou worden.
Eigenlijk waren stoom en speeltuin betwistbaar, want Sans Perail was geen club uit Us Net, al waren sommigen van ons begunstiger. Anderzijds leek het lullig om hen te negéren tijdens een wielerronde die langs nog verdere punten voerde. Goed, als die op zaterdag iets organiseerden, dan mocht dat op het Heidefeest meeliften. Bijvoorbeeld treinritjes na afloop van de wielerronde, en een pannenkoeken-eetwedstrijd in de speeltuin. Hoofdprijs: een geheel verzorgde terugreis naar Us Net.
Wat voor schaapjes zouden er geschoren worden? Bill opperde de tuinheggen langs de weg. Wiesje en ik zagen dat voor onze heg niet zitten, maar hadden geen bezwaar tegen het knippen van andermans heg. Zouden we eigenlijk mensen hebben voor een barber shop choir? Grada en Herman vragen.
Zouden we op deze dagen een groot zeil over het dorpsplein spannen, en afhankelijk van het weer erop of eronder vertoeven? Konden we in een ongedachte betekenis een zeilwedstrijd houden? Afra en ik keken elkaar aan om invulling. Vergeefs. Bill hield ons voor, dat een groot zeil niet veel mensen zou kunnen dragen, en zéker geen paar kuub water. Maar bij wijze van gekke podia konden we wel zeilen gebruiken.
We zouden ook nog iets kunnen doen in het water van het Televisiekanaal: dat was nog flink warm. En de Baai lag gunstig. Een pieremachochelrace op zondag? Ik zag het wel zitten: vanaf het "verste" punt van het dorpsplein naar de sluisdeur onder de Bittenbrug, dan naar het steigertje van Teun, en zelfde weg terug. Misschien tweehonderd meter af te leggen, maar wel steeds in andere richtingen - en of de vaartuigjes daarop berekend waren? Één voor één een beste tijd neerzetten, dan vulde het vàst aardig.
Of iets met radiografisch bestuurde modelboten - en dat was misschien leuk te doen in een groot zeil dat grotendeels op de grond zou rusten. Maar kenden we dergelijke hobbyisten? Aart vragen. Wiesje zag diens dochters wel figureren als zeemeerminnen.
We zouden óók op een zeil iets kunnen doen zoals modder- of olijfolieworstelen. Wiesje zag Geert en Herman wel in olie worstelen, Afra zag Wiesje en Cisca wel in modder worstelen. Bill vond olieworstelen wel een mooie straf voor stelletjes die zich in het openbaar tezeer lieten gaan.
Wiesje vroeg zich af, of we schapenhondenwedstrijden konden houden. Dat leek ook mij wel geinig. Het zou Frans en Cisca een goede smoes geven om nu eens in alle rust met hun kudde hierheen te komen, en Jan ook. Maar dan moesten we beide kuddes kunnen huisvesten. Soort feesttenten huren en voer kopen.
Ik keek naar Wiesje: we zouden ook derden kunnen laten proberen om honden te fluiten. Google, die al die tijd naast Bills stoel had liggen doezelen, gaf een korte blaf. We herinnerden ons Mina's Engelse pak. Wiesje werd helemaal opgewonden, zowel van de herinnering aan onze act (zie Heidefeest 1) als van de kans op het èchte werk. Ik herinnerde haar fluisterend aan de geldwolven in onze tuin (zie Tuingenot [sex]). Misschien lieten die zich wel africhten. Ze zag het héél even helemaal zitten.
Daarna vroeg Bill zich af, of de echte schapen eigenlijk al geschoren zouden zijn. Wiesje zou het Cisca vragen, ik Jan.
De meeste voorstellen werden in voorbereiding genomen.
Beide kuddes zouden komen. Daarom kwamen er twee grote tenten achter ons en Afra's huis, en voer, stro en drinkbakken. Er moest geschoven worden met de slaapgelegenheid. Mart en Diana verbleven bij Afra, Frans en Cisca kregen hùn kamer bij ons, en Jan kon het onderschuifbed ondergeschoven laten.
Mart en Diana kwamen woensdag, en gingen Ab en Bill helpen. Mina moest overdag weer schooljuf zijn.
Frans en Cisca kwamen al op donderdagavond: dat gaf Jan de gelegenheid om vrijdag over hùn gebied te trekken. Wij hadden inmiddels een tennistafel gekocht, met vier batjes en veel ballen. Meteen donderdagavond stonden we in de huiskamer naakt dubbel te spelen, wankelend van de metaxa.
Ze vonden het zeil op de steiger een geweldige uitvinding, en gingen het vrijdag proberen. (Over ons hoekje zeiden we niks.)
Vrijdag hielpen ook Geert, Herman, Wiesje en ik Ab en Bill, totdat Afra ons desgevraagd halverwege de middag de nadering van Jans kudde meldde. We haastten ons naar huis. Frans en Cisca hesen zich liggend in hun ondergoed, en kwamen glanzend vanaf het zeil de badkamer door.
Het werd een uitgelaten begroeting en kennismaking, overstemd door geblaat en geblaf. De honden leken elkaar als vakbroeders te herkennen. De schapen waren allang geschoren.
Na het avondeten geleidde ik Jan desgevraagd naar Kees, de maker van die lekkere alcoholica. Eigenlijk wilde Frans ook wel mee.
Kees was bij Teun, verdiept in de blues. Jan hoorde deze muziek voor het eerst, en viel er meteen voor. Frans bleek geen bluesman, maar hij voelde zich wel thuis bij deze ongekunstelde mensen. Teun genoot op zich van de belangstelling en de waardering, maar oogde opgelucht toen na een half uur het nummer uit was, en Kees ons meenam naar diens huis. Kees toonde trots zijn brouwerijtje en distilleerderijtje, en liet wat spul proeven. Intussen speelden hij en ik een blues.
Rond half twaalf waren we weer thuis. Wiesje en Cisca floten beurtelings de naamloze hond door de tuin, die dan de ander als schaap had. Hector zat oplettend toe te kijken. Ze stopten. Jan liet mij voor Hectors schaap spelen. Daarna mocht Wiesje fluiten.
Om middernacht gingen we naar binnen. De twee honden bleven in de keuken, wij gingen met een voorraad Grieks spul naar boven. Op onze slaapkamer dronken we een slaapmutsje.
Jan zocht als eerste zijn bed op. Frans en ik vonden dat we vannacht niet konden wedijveren, maar haalden onder het praten onze meiden aan. Die wisselden een blik van verstandhouding. Uiteindelijk zochten Frans en Cisca hun kamer op.
In de konijnenflat was Jan als eerste wakker. Hij genoot van het liggen in een warm bad, en ging daarna naar Hector en zijn schapen kijken. Ik werd wakker van zijn gestommel, Wiesje van mijn minimale beweging. Ze schoot snel naar de hoogste versnelling, en beulde mij af. Ik meende overeenkomstig leven te bespeuren in die andere kamer. Met tegenzin gingen wij als eersten naar de badkamer.
Toen we beneden kwamen, kwam Jan juist monter binnen met Hector en een schep frisse lucht. Ik dekte de ontbijttafel, Wiesje liep even naar boven om "die luilakken te wekken". Maar boven drongen die haar weer de trap af, omdat zij "de badkamer het eerst gezien hadden". De stemming zat er nu al goed in! Ook Frans ging even met de hond naar zijn schapen kijken. Wiesje sloop, slechts door mij bemerkt, naar ons hoekje in de tuin. Er lagen geen wolven.
We konden een matige westzuidwestenwind verwachten, met af en toe een buitje. Beter dan dat broeierige weer onlangs! Toen we langs Afra's huis liepen kwam zij net met Mart en Diana naar buiten. Met ons achten plus twee honden kwamen we op het dorpsplein. Ab, Bill en Mina waren er uiteraard al druk in de weer. We lieten de herders aan hun lot over, en gingen met tien handen het werk verlichten.
Mina stelde weer een beamer en scherm op om intieme scores bij te houden. Frans en ik keken elkaar aan, Mina keek ons beiden vragend aan, Jan keek verbijsterd rond. Wiesje en Cisca vielen elkaar om de hals van het lachen. Frans legde het Jan uit. Die keek door zijn buikje omlaag, dan zoekend om zich heen, en haalde vragend zijn schouders op. Hij ontwaarde Geert en Herman, en zocht daarna vooral hùn gezelschap, totdat ze hem met een andere loslopende man in contact brachten.
Het Heidefeest werd geopend met het scheren van de heg van de buren van Hans en Grada (oostzijde van het dorpsplein). Daarna stelden tientallen fietsers zich op voor de tweede Ronde van Spamerica. Maar er bleek een verrassing ingelast.
Er stond inmiddels een podiumpje (zo'n "trapgevel") klaar voor het huldigen van de winnaars van die wielerwedstrijd. Mina trok Wiesje en mij erheen. Ab begon een korte toespraak, waarin hij ons lof toezwaaide voor ten eerste de verlichting die velen waren gaan voelen door ons onbeschroomde geknuffel "en erger", ten tweede voor hoe wij hadden bijgedragen aan het op de kaart zetten van Us Net bij behoud van het eigen karakter, en ten derde voor onze inzet als er geholpen moest worden.
Tja, je verwacht het niet, hè. Wiesje en ik propten ons op de eerste plaats, maar dat lukte niet. Ik stapte naar de derde plaats, en nam haar voor mijn buik, haar dijen op mijn heupen. Het was toeval, maar mijn handen belandden onder haar zomerjurkje. Gejoel! Wiesje hield één arm om mijn nek, stak de andere in triomf op, en tikte mij er tenslotte gespeeld bestraffend mee op de vingers (zodat het leek, of ze zichzelf billenkoek gaf).
Mina speldde ons elk een draagspeld op, die ongeveer oogde als een letter Q of de aan/uit-knop op afstandsbedieningen (blijkbaar "neuken" in beeldspraak), en hield ons een microfoon voor. We gaven elkaar een klapzoen op de mond, daarna een tongzoen. Luid applaus.
Ik zette haar voorzichtig neer op de eerste plaats, we bogen, en schoven terzijde voor een reeks gelukwensen. De opmerkelijkste was de knuffel van Sheila, met de blozende ontboezeming, dat ze een spiraaltje ingebracht had gekregen. Zo vroeg was zelfs Wiesje er niet bij geweest! (Yvonne vertelde ons later op de dag, dat Sheila sinds Bloot 4 [sex] niet te houden was, en dat zijzelf en Aart van weeromstuit ook weer meer tijd voor elkaar namen. - Was dat de ware aanleiding voor onze huldiging?)
Intussen gaf Ab het startschot voor de wielerwedstrijd. Bill schakelde de beamer om naar webcams op de route. Ab kwam er commentaar bij geven. Bill ging Mina helpen bedienen. Maar eigenlijk was het de hoogste tijd voor de ballonnenwedstrijd. Dus loste ik Mina af in de kroeg, en ging Wiesje haar bij de ballonnenwedstrijd helpen. Het was tenslotte haar eigen voorstel.
Het waren ballonnen met een prachtig fotografisch motief (door Ab) van heideplantjes en schapenwolkjes. Ze werden leeg verkocht als souvenir, en tegen meerprijs gevuld met gas en ingeschreven voor de wedstrijd. Ab had er vijfhonderd durven laten maken, maar voor de verandering was hij te behoudend geweest. Hij kreeg er nog heel lang plaagstootjes over, maar bleef opgelucht.
Het weer betoonde zich iets zonniger en warmer dan verwacht. De bezitters van de tien aangemelde radiografisch bestuurbare modelvaartuigen gingen proefdraaien in de Bittenbeek, waar die overgaat in een sluiskolk (waarvan de vloeddeuren al lang ontbreken, zo ze er ooit in gezeten hebben). Daar spraken ze samen een soort choreografie af, om later aan de andere kant van de sluisdeuren uit te voeren. Toen de bootjes weg waren, werd in de sas (die we nu pas ontdekten als pierenbadje) wat gepoedeld en met een strandbal gespeeld, vooral door kinderen.
Al gauw kwamen de eerste wielrenners weer binnen. Die konden mooi het sanitaire blok inwijden, dat Bill en Ab tijdens die broeierige weken voor de langere duur tussen kroeg en kerk (maar dan ietsje naar achteren, naar het schooltje toe) hadden geplaatst. Het was een geweldige verbetering van het comfort gebleken, al werd opzettelijk niet naar echte overnachtingscapaciteit gestreefd.
Afra maakte zich inmiddels verdienstelijk als pianiste, met werk uit de Romantiek, en nu ook ragtime en stride. Toos loste haar soms kort af.
Het werd tijd voor de huldiging van de wielerkampioenen. Mina reikte de prijzen uit, en Wiesje ging mee op de foto's. Daarna kwam de demonstratie van de modelboten, in de Baai en zonder figurerende zeemeerminnen. Er waren speedboten die om het hardst voeren, er was een kraanschip dat zich met spudpalen verankerde en een beunschip ging vullen, en nog een paar. Indrukwekkend.
De microfoon was intussen even voor Sans Perail. Die vroeg aandacht voor ritjes per stoomtrein, bezoek aan de werkplaats en uiteindelijk de Speeltuin. Bill gaf aansluitend een overzicht van wat Us Net nog zou brengen en juist niet zou brengen. Het Heidefeest was immers in beginsel voor de inwoners en hun genodigden. Oftewel: wie niet genood was, kon misschien beter in de Speeltuin meedoen aan de wedstrijd Pannenkoeken Eten, en bij Ton en Saar zijn tent opzetten. Of hier bij Bill en Mina afwachten wat de pot schaft, en bij Kees kamperen.
Er was ook iemand met een radiografisch bestuurd vliegtuigje, zo'n vliegende camera. Dat ding werd dankbaar ingezet om neergestorte ballonnen op te sporen. We weten niet waarom, maar slechts twaalf ballonnen (van de ongeveer tweehonderd deelnemende) hebben het fietspad aan de overzijde van de heide gehaald. De winnende werd tien kilometer daarvoorbij gevonden.
Er waren vrijwilligers voor olijfolieworstelen, volgens mij allen uit de hoek van Geert en Herman. Jan deed ook mee. Alleen maar mannen? Wiesje en Cisca lieten zich overreden. Wiesje trok een bikini aan, leende er een aan Cisca, en daar gingen ze, als een parodie. Frans en ik stonden aanwijzingen te geven, de naamloze hond stond te blaffen. Wiesje won. Frans en ik kregen harde duwen in de rug, en belandden tegen onze vrouwen aan. We gaven ze een flinke knuffel, en marcheerden af. Mina werkte bijvoorbaat het scorebord bij.
Thuis gingen we met ons vieren de badkamer in, en sloegen aan het inzepen en afspoelen. De kleren van Frans en mij en de bikini's gingen meteen de wasmachine in. Daarna trokken we ons terug om te doen wat we volgens Mina zouden doen. Aansluitend gingen we maar meteen warm eten. Ik belde Jan, maar die ging met anderen bij Geert en Herman eten. Die hadden inderdaad meestal een hele vriendenkring te gast.
Om acht uur zou het cabaret beginnen, maar Wiesje en ik waren als enige sleutelfiguren klaar met eten. Iets muzikaals lag voor de hand, maar wat? Ik vond Kees en Teun bereid om met ons wat Muddy Waters te spelen. Wiesje zocht weer een gemene Hammond-klank, ik leende een drumstel dat bij Bill stond.
Het werd een geweldige set, want Wiesje vond een prachtige stijl van links (bas) lopen en rechts akkoorden leggen, en met mijn eenvoudige slagwerk inspireerde dat Teun tot prachtig gitaarwerk en Kees tot vurig mondharmonicaspel.
Om kwart voor negen nam Toos het keyboard over voor de begeleiding van het barber shop choir dat inderdaad onder leiding van Grada gevormd was. Er werd meegeklapt en -gelald.
Om half tien was het tijd voor cabaret, de improvisaties op onschuldig en spontaan aangeven van Wiesje. We zaten op een podium aan de rand van de Baai, Geert en Herman op een tweezitsbank, Afra in een stoel, ik in een stoel met Wiesje op schoot. Maar Afra kreeg algauw een leuke inval: ze liet Herman tegen Geert aan kruipen, nam zelf diens plaats in, en haalde steeds iemand uit het publiek naar de vrijgekomen stoel.
Ze begon met Diana. Leuk gevonden, maar het best geestige gesprek was voor niet-ingewijden amper te volgen. Visueel werd het wel grappig, want ze liet Mart in die stoel plaatsnemen met Diana op schoot, zodat moeder en dochter goed te vergelijken waren.
Daarna haalde ze Sheila naar voren. Die was weliswaar flink groter (rijper) geworden, maar was nog steeds een klein meisje in een grote stoel, vreselijk giechelig. Herman was ook in een giechelstemming, dus dat werd een prachtig duet.
De hoogste tijd voor de hard rock van Aart. Er werd à go-go gedanst, er werd theatraal op de electrische gitaar gesoleerd. Ik zag Teun en Kees belangstellend maar licht misprijzend toekijken.
Het was reuze gezellig, maar het werd laat (nou ja, middernacht). We stonden met de herdertjes en hun hond klaar om af te taaien. Ik zocht en vond Jan, in gezelschap. Die vroeg of we het erg vonden als hij elders zou slapen. Natuurlijk niet! Maar misschien was het handig, als hij nu even meeliep om zijn spullen te pakken.
En zo konden we even later weer met ons vieren keten. Aan de pingpongtafel, later bij de (gedoofde) open haard. Na Frans' uitroep "Wat heb jij erin?" lagen we twee aan twee in ons tweepersoonsbed. Zijn blonTjesmoppen bleken een rol te hebben bij het levendig houden van Cisca (lichtblond).
Wiesje (donker) was opeens in de stemming voor afmaken (in plaats van aangeven), en had messcherpe aanvullingen op de clous. Dan kreeg ze een kneep of por van Cisca, en gaf een aanscherping van die al scherpe aanvulling. Kortom, ik lag stil te genieten van de humor en van Wiesjes lijf. Rond drie uur vervaagde mijn gehoor, en viel ik in slaap. Ik hoorde nog nèt Wiesje dat verontwaardigd vaststellen. Maar toen ik wakker werd had ze me stevig vast.
Uiteraard waren Frans en Cisca eerder wakker dan Wiesje en ik. Maar ze lieten ons geen keus dan ook wakker worden. Wiesjes kompas draaide van samensmelten (zie Tuingenot [sex]) naar scoren (begonnen in Schaapjes [sex]), en daar gingen we. Ik voorzag, dat we ons zouden verliezen in gezellig naspel, demarreerde met Wiesje, en joeg ons als eersten naar de badkamer. Daarna konden wij alvast voor het ontbijt zorgen.
De hond fiepte bij de deur, dus Wiesje lijnde hem aan, en nam hem mee naar buiten de tuin. Hij sloeg meteen aan, en Wiesje zag een koppel geldwolven weglopen. We spraken even later aan het ontbijt over de wondere dierenwereld van Spamerica. Frans en Cisca hadden er (nog steeds, zie Heide 1) helemaal geen ervaring mee.
Wonderlijk: mensen en een hond die dagelijks op de heide vertoeven bemerken niets, wij incidentele bezoekers hebben er herhaaldelijk en innig contact mee, en hier slaat hun hond wèl aan. Maar goed, blijkbaar waren de wolven geen bedreiging voor de schaapskudde. We haastten ons naar het dorpsplein.
We hadden als organisatie niet goed nagedacht over de pieremachochelwedstrijd: we hadden achttien vreemde vaartuigjes (voort te bewegen door spierkracht, wedstrijd op snelheid en op oorspronkelijkheid van het ontwerp), we hadden de Baai, maar hoe kregen we het spul in het water?
Tussen kroeg en kerk door, tussen school en kerkhof door, achteruit rijdend met auto en aanhanger, en dat voor erin en voor eruit, dat was teveel gevraagd. Wat hadden we nog meer? De wedstrijd omdraaien, en bij Teun beginnen en eindigen. Met de heftruck of zo de vaartuigen vanaf de Bittenbrug (of beter: net ernaast) het water in en uit takelen. Met auto en aanhanger langs het huis van Hans en Grada rijden, het vaartuig er het water in helpen, en de spuisluis (die dichtstond om de hei niet verder droog te leggen) steeds even openen. Die laatste mogelijkheid streepten we meteen weg: waterbeheer boven vermaak. Dat achteruitrijden was vragen om moeilijkheden.
Was Teun bereid om zesendertig ritten door zijn tuin te dulden? (Desnoods vijfendertig, als de laatste als eerste werd teruggehaald, en de rest des te langer zou moeten wachten.) Teun keek eerst de bonte stoet eens aan, bekeek de kade en de brug met andere ogen, bekeek Abs heftruck, en stemde pruttelend toe.
Het werd een tijdrovende zaak: eerst alle pieremachochels het water in, dan even afmeren langs de zuidoever van het kanaal (om de deelnemers niet nodeloos lang in hun vaartuigjes op te sluiten, verstoken van geneugten en sanitair), loten voor de volgorde, dan eindelijk racen, huldigen en vaartuigjes weer uit het water halen. We hadden trouwens het parcours veranderd van een V-vorm heen en terug in een vlieger met ronde staartpunt, door toevoeging van een boei vijftig meter het kanaal op, waaromheen gevaren moest worden. De richting was vrij.
De meeste vaartuigen waren van buitenstaanders. Aart had een soort kayak gemaakt die leek op een onderzeeboot (oorspronkelijk schreef ik "duikboot", maar dat is iets anders) met een (lage) toren, beschilderd als een walvis. Hij peddelde het ding, terwijl Sheila en Maaike aan een soort hengels boven het water hingen, verkleed als vliegende vissen. Grada roeide een schaalmodel van een praam met schapen (met haar bovenlijf in zo'n schaap), een mooie knipoog naar Bert Haanstra's film "Fanfare". Geert en Herman zaten op een bovenmaatse contrabas. Geert roeide, Herman speelde.
Sans Perail had twee inzendingen. De vrouwen voeren op een katamaran met bovenmaatse komkommers als drijvers en ballonnen in de vorm van allerlei andere groenten. Ze hadden groene bodypaint, hun hoofden en borsten rood en wit als radijsjes. Wiesje en Cisca stieten elkaar aan bij de aanblik, en vonden dat Frans wel als rammenas had gekund, en ik als aubergine. Ik antwoordde, dat ik van mensen met smaak zou verwachten dat ze me als okra zagen. Wiesje gaf me smakkend gelijk, en moest aan Cisca uitleggen wat een okra is. Beider ogen twinkelden.
De mannen van Sans Perail hadden een boot met bijboot in de vorm van Sans Pareil. De wielen waren schepraderen. Ik vond het aardig gevonden, maar Wiesje trok me weg, Frans en Cisca (en hun hond) achterna. Had ik maar niet over okra's moeten beginnen... We waren te laat terug voor de huldiging. Mina werkte de score bij. Frans had nu voor biet kunnen doorgaan.
En toen was het tijd voor de schapenhondenwedstrijden. Jan leende tien schapen uit. Mina trok dat Engelse pak aan. Wiesje en ik verkleedden ons niet. Hans had een parcours uitgezet op de heide achter zijn huis, Ab was cameraman in een verkenningsballon. Op het dorpsplein was het verloop uitstekend te volgen, maar sommigen zochten een plek in een boom op de heide, of wachtten hun beurt in de wedstrijd af.
Er waren niet veel beurten. Jan met Hector, Frans met de naamloze hond, Cisca met dezelfde, Wiesje met beide (achtereen, daarna ook nog eens samen), Mina met Google (lachen!). Intussen was Wiesje snel Sheila aan het influisteren, en de kleine meid deed een verdienstelijke poging met Hector. Wiesjes resultaat was uiteraard niet het beste, maar haar prestatie was onbetwist de grootste. Weer een huldiging. Ik vroeg haar om een handtekening, en ze kneep me in mijn kruis. Ik piepte, dat ze ons zo op achterstand zette.
Ze keek minachtend, sleurde me achter een struik, en had ons in seconden op voorsprong. Ze likte haar ene hand af, voordat ze beide ging wassen. Ik deed mijn gulp dicht. Sommige omstanders begrepen opeens, wat er gebeurd was. Frans keek ongelovig naar me, maar ik knikte berustend.
Wiesje kwam weer aanlopen, zag mijn blik, en ging lief doen. Eerst een oprechte knuffel, maar toen brak het theaterdier in haar los. Ze greep een kruiwagen uit de tuin waarvan de heg gisteren gesnoeid was, gebaarde naar de verbaasde eigenaar, duwde mij er ruggelings in, en heeft me tot etenstijd voortgereden met een steeds gevuld glas sinaasappelsap. Mina begreep de act, bracht me een sandwich gebakken ei, en had aan een knikje van Wiesje genoeg om de score bij te werken.
Wiesje zag Cisca in Frans' kruis grijpen en hem meetrekken. Ze rende hen met mij in de kruiwagen achterna - haar lichaamskracht weer eens bewijzend. Voor onze voordeur kiepte ze me domweg op de grond, en sleurde me naar binnen. Ze luisterde in de gang, hoorde Frans en Cisca boven bezig, en slingerde mij de traplift op.
Boven pleurde ze me op bed, kleedde eerst zichzelf en toen mij uit, maakte een gebaar van "Wat hàd je nou?", en zette mij aan het werk. Na een tijdje ontwaarde ik Frans en Cisca ongelovig in de deuropening. Wiesje maande hen, nu vast te gaan douchen.
Kort daarna zaten we aan een eenvoudige avondmaaltijd. Wiesje zat vlak naast me, en voerde me. Frans keek uitgeblust, maar Cisca had de slappe lach, en ging Frans voeren. Hij bracht het tot een baby act, maar ik miste de kracht ervoor.
Wiesje nam er nota van, en bracht me weer in de kruiwagen naar het dorpsplein, het stoepje van de kroeg op, en tussen de verbaasde gasten door naar het podium. Ze legde me als een lijk op het verhoog, en bracht de kruiwagen terug. Ik zocht steun bij een stoel, en kwam langzaam overeind. Frans en Cisca stonden vóór het podium, guckend wie gebrochenes Apfelkoch.
Het verdere programma zou zich op dat podium afspelen, met de Hijbezems als afsluiting. Wiesje schoof mij op die stoel achter een luidspreker aan de zijkant, haalde er twee stoelen bij, plaatste de ene als vervanging voor de mijne vóór op het podium, en kwam op de andere bij mij zitten. Heel zorgzaam en teder. De mare was snel rondgegaan, en we hadden toch al de naam van opperkonijnen, dus iedereen kon meevoelen. De hard rock band begon uitdagend met een langzame blues, en bij alle tekst over lege bedden en onmisbare verloren liefde draaiden alle muzikanten zich spottend naar ons.
Ik vond het wel geinig, maar Wiesje leek nu te twijfelen aan haar gedrag. Ik hees haar op schoot, benen langs mijn heupen, en gaf haar een lange tongzoen. Ik hoorde de muziek zich naar ons richten. Er viel door die zoen een last van Wiesje af. Ze knikte "Zullen we?", hielp me opstaan, en even later stonden we op het podium te schuifelen.
Het nummer kwam toch maar eens ten einde. Geweldig applaus, ook voor ons. We namen het met een buiging in ontvangst, gaven de eer door aan de band, en Wiesje gaf alle leden een kus die hen beslist veel uren slaap ging kosten. We gingen maar weer terzijde zitten kijken en luisteren.
Om half tien begon Bill aan zijn conference. De gelagkamer was stampvol, maar wij hadden (nog steeds terzijde op het podium) de ruimte. Dat was geen onverdeeld genoegen, want uiteraard kregen wij veel over ons uitgestort, bijgewerkt tot aan zijn optreden, en velen konden onze eventuele reacties zien. Maar (alweer) uiteraard was het een sterk optreden.
Daarna hadden we Heideröslein. Ik meende bij Afra een onklassieke (maar weldadige) swing te horen.
En toen was het tijd voor de Hijbezems, met Afra en Kees. (Ik heb nog geen "Firehouse Five Plus Two" omschrijving gevonden.) Wiesje speelde gitaar, voornamelijk syncopische akkoorden en korte loopjes, want haar lippen en vingers waren niet geheel in haar macht. Ik had zelf net genoeg lucht voor de wind controller, maar niet genoeg voor een echt blaasinstrument. Gelukkig had Afra zich blijkbaar in dat klassiek los gespeeld, en ze droeg ons hele optreden.
Om twee uur zat het erop. We pakten onze spullen in, maar lieten die op de handkarren bij Bill staan, we namen afscheid van Jan (en Hector), die over een paar uur met zijn kudde zou vertrekken. Maar voor de verandering waren Frans en Cisca (en hun hond) nog steeds bij ons. Ze hadden erg genoten, en niet alleen van elkaar. Thuis namen we een afzakkertje voordat we naar boven gingen. Ik gebruikte de traplift. In bed luisterde Wiesje gekooid naar de geluiden elders, maar schakelde berustend terug van scoren naar samensmelten.
Op maandagavond waren ook de stal-tenten weer verdwenen. Iedereen was bek-af, maar voldaan. Mart en Diana kwamen nog twee nachten bij ons logeren.
Naar inhoudsopgave. Naar volgend verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).