Laatste wijziging: 2019-01-06 (technisch), 2009-05-23 (inhoudelijk). Naar inhoudsopgave. Naar vorig verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).

Larie: "Heidefeest 1"

Inleiding - Dag 1 - Dag 2 - Badje - Slot

Inleiding

De rust in Us Net wordt zelden verstoord. We koesteren onze splendid isolation, afgezien van de trekkers die in de kroeg een verfrissing halen en hun e-mail afdoen. Maar jaarlijks gaat de beer los bij het Heidefeest. Dan noden we ook onze naasten van elders.

Er is geen vaste datum of dag, maar we kijken of er al bessen, bramen en frambozen geplukt kunnen worden - geteeld of gevonden. Die plegen we dan in verschillende vormen te nuttigen: rauw, in vlaaien, in vruchtenwijn. Het feest heeft ook geen vastomlijnd programma, noch een vaste duur. Er is één vast onderdeel, wellicht overgenomen van een agrarisch gebruik (dat dan vroeger in het jaar zou spelen): het Schapen Scheren. Dan verkleden of vermommen we ons als schapen, of een doorziene vermomming verwordt tot verkleding. Of ook het scheren wel wordt uitgebeeld of uitgevoerd, dat wisselt. Soms heeft iemand er een leuk idee voor, tevoren of pas na veel drank.

De plaats staat wèl vast: de verbreding van de Digitale Zandweg aan de Baai, die wij altijd met een groot woord dorpsplein noemen. Maar zoals een feest in een huiskamer kan leiden tot uitgebreide onderonsjes in de keuken, zo kan ook dit feest zich splitsen en herenigen. Heideplantjes behoren het beeld van de versiering te bepalen.

Dag 1

Deze keer hadden we bijvoorbeeld iets kleins ingestudeerd: Wiesje en ik waren verkleed (in klein wit ondergoed met sporadische wattenbollen) als schapen, en Mina had zich een prachtig Engels boerenpak aangemeten. Ze poogde met fluitsignalen Google te besturen om ons een gegeven parcours rond te leiden. Uiteraard leek het nergens op. Mina floot maar wat, en riep daarna wat ze bedoelde, gevolgd door verwensingen. Google wil graag kunstjes doen, maar verstaat geen gefluit. Wiesje en ik gingen, lopend of op handen en knieën, natuurlijk steeds alle mogelijke verkeerde kanten op. Vooral richting versnaperingen. Iedereen had dikke pret, en de act werd een running gag. Deze keer hadden we zowaar de echte herdertjes te gast: het stel dat Ab en ik kenden van Heide 1. Ze hadden hun kudde in de schaapskooi opgesloten, maar hadden hun hond bij zich. Ze lieten Google (en Mina) even zien hoe het moest. Google snapte het snel, bleek bij de herhalingen van onze act.

Er ontwikkelde zich spontaan een tweede running gag. In een wit slipje met wat wattenbollen eraan oog ik als een nijlpaard in tutu (zie Walt Disney's film "Fantasia"), maar in een wit setje met wat wattenbollen oogt Wiesje zo begerenswaardig, dat sommigen niet durven kijken. Maar Wiesje was ook nog eens krols, dus de feromonen deden hun werk. Kortom, Wiesje en ik snelden vaak hand in hand naar huis, en kwamen na een tijdje met douche-natte haren teruggestrompeld. Aanblik en geur waren teveel voor de herdertjes. Bij ons tweede vertrek keken ze ons smekend en smachtend aan. We lieten ze meekomen, en wezen hen het logeerkamertje met een eenpersoonsbed, de badkamer, gaven hen handdoeken en een wachtwoord (huissleutel). Daarna doken wij ijlings onze slaapkamer in.

Ik zei al, dat we ook onze naasten van elders noodden. Wel, Mart en Diana konden niet ontbreken. En als Wiesje er op die leeftijd even goed uitziet als haar moeder, dan heb ik een zware oude dag. Afijn, de stemming zat er ook zonder ons goed in op het dorpsplein. Diana vroeg Mina om hulp. Even later deden zij en Mart in hun ondergoed, voorzien van bolletjes watten, onze act na. Dikke pret. En toen wij naar het dorpsplein terugkeerden kwamen zij ons voor de eerste keer tegemoet. Het leidde tot een derde running gag. Als één van de drie stellen (of later wie dan ook) het dorpsplein verliet, vroegen achterblijvers of ze bij terugkomst iets bepaalds (dat steeds gekker werd) wilden meebrengen. Uiteraard werd dat steeds "vergeten".

Maar er gebeurden ook dingen die op een Heidefeest op de Veluwe niet zouden misstaan: wol spinnen, bloemschikken, poffertjes bakken, line dancing. Een gast had zijn oude radiospullen mee, en zocht met zijn buizenspul verre contacten. Een ander wist het ding als theremin te bespelen, en prompt ontstond daar een bluegrass sessie met de radio als tweede viool. En soms kwamen er nietsvermoedende reizigers voorbij, van wie sommigen dit een leuk oponthoud vonden. Minder leuk was het voor de groep commandotroepen in opleiding. Ze zagen net hoe Wiesje en ik weer eens aan de leiding van Google ontsnapten (en haar dus een koekje konden aanbieden), maar hun mars was nog niet ten einde.

Rond middernacht droeg Mart bij een bescheiden kampvuur eigen gedichten voor. Heel mooi, maar Wiesje en ik zaten uitgevloerd te knikkebollen. Mina wekte ons voorzichtig, bang dat we kou zouden vatten in die spaarzame uitmonstering (waarvan de meeste wattenbolletjes inmiddels verdwenen waren). We gaven haar gelijk, en stonden moeizaam op. We strompelden huiswaarts, onder melig applaus. Na een meter of honderd gaf Wiesje op. Ik moest haar op mijn rug nemen. Volgens mij speelde ze een spelletje, maar misschien wist ze haar werkelijke toestand meteen naar haar hand te zetten. Hoe dan ook, ik zakte bij onze huisdeur in elkaar, maar ik moest haar voorzichtig de trap op helpen. Boven viel ik flauw tegen het bed.

Dag 2

Ik kwam bij (of werd wakker) bij daglicht. Ik lag nu gewoon op bed, bloot, met Wiesje bloot naast en half op mij, zodanig dat ik haar van necrofiele neigingen verdacht. Ze werd meteen dankbaar wakker, en begon te aaien en likjes te geven. Ze reikte buiten mijn beeld, en begon mij pruimen te voeren. Volgens mij hadden we geen pruimen in huis gehad, maar op een Heidefeest kan alles.

Tegen het eind van de ochtend verschenen we strompelend bij het dorpsplein. Wiesje had bepaald, dat we nu in zwemkleding waren. Weer was er zo'n applausje.

Er waren nu twee tennistafels opgesteld, waarop geestdriftig maar onkundig werd gespeeld. Net toen we wilden gaan zitten kwam één partij ten einde - en met de logica van dit Heidefeest kregen Wiesje en ik de batjes en de bal aangereikt. De andere partij werd gestaakt, en opeens stonden wij omringd door veel meer mensen dan er net geweest waren. Wiesje is niet goed in sport, maar ze kan indrukwekkend veinzen. Ik ben net iets minder slecht in sport, maar ik kan niet veinzen. Volgens mij had Wiesje erop gegokt, dat haar vóórkomen mij zou afleiden. Maar ik was zo leeg en ongeconcentreerd, dat ik al mijn aandacht wel op de bal moest richten - terwijl zij steeds hoopvol naar mijn zwembroek keek. Kortom, ze verloor dik.

Inmiddels verschenen uit het publiek de herdertjes, in T-shirt en slip, met bats in de hand. Wij tegen hen. Het herderinnetje betoonde zich al gauw zwetend Miss Wet T-shirt, en een soort uitdaagster van Wiesje. Dit was beslist het meest erotische Heidefeest uit onze geschiedenis, en het was een gaan en komen van koppels. Maar ik kon gewoon geen tepels meer zien, en kwam steeds beter in mijn spel. Wiesje leek een strijd uit te vechten, en groeide boven zichzelf uit in onhoudbare smashes. De herdertjes waren verloren voordat ze het wisten.

Een slimmerd uit het publiek, ik denk Mart, wilde nu het herdertje en mij tegen Wiesje en het herderinnetje. Ook goed. We kwamen nu pas aan voorstellen toe. Zij heetten Frans en Cisca. Frans en ik begonnen als wapenbroeders, maar Wiesje kon niet omschakelen naar samenwerking met Cisca. Het werd 21-1, met dat ene punt als gevolg van vermeend botsingsgevaar toen ik zo'n smash van Wiesje miste. Wiesje trok me snel mee naar huis.

Tegen vieren verschenen we weer op het dorpsplein. We hadden zowaar warm gegeten, want Wiesje leek te beseffen dat ze mij lichamelijk op krachten moest houden. Zelf liep ze moeilijk, maar met grote wilskracht.

Badje

Op het dorpsplein kregen we amper tijd voor een slokje vruchtenwijn. De badkleding had iemand op een idee gebracht, en nu werd er ras een tuinbadje neergelegd, opgepompt en met water gevuld. Zo'n badje van een meter of vijf in middellijn en tot de rand misschien een meter diep. Het water was van omgevingstemperatuur, kwam waarschijnlijk uit een regenton. Bij Wies klikte blijkbaar iets, want ze sleurde me erheen, stapte vastberaden over de rand, en sleepte mij als een log speelgoedbeest mee. Dat kostte veel water, maar het werd meteen aangevuld.

Iemand wierp een strandbal in. Wiesje begon geestdriftig aan een auditie als zeeleeuw. Iemand hield als beloning een zure haring boven de kuip. Maar wij leven vegetarisch, dus die gag viel in het water. Daarna verscheen een stuk trekdrop. Nu hapte Wiesje wel. Ze hield de drop uitdagend tussen haar tanden, en liet mij het andere uiteinde pakken met de mijne. Daarna werd het mij even dropkleurig voor ogen, maar ik vond mij gezeten tegen de wand van het badje, in nu spookachtig zwart water, de helft van de drop in mijn mond, en met Wiesjes mond vlak voor de mijne. Ze keek als een hond die een stok opnieuw wil apporteren.

Iemand ontrolde een groot projectiescherm onder de bomen. Er verschenen, wat bleekjes tegen het daglicht, bewegende en stilstaande beelden van het feest totdusver. Vooral van ons tweeën. We zagen het ademloos aan, terwijl anderen joelden. Ik moest voor mezelf erkennen, dat zonder onze inbreng het feest een stuk saaier zou zijn geweest. Wie had toch weer die schaapskleren bedacht, waaruit wij als sexwolven tevorschijn waren gekomen? Zelfs onze aftocht van die nacht bleek gefilmd, en Wiesje had het bespeurd. Terwijl ze op mijn rug hing maakte ze gebaren naar de camera. Zodra dit in beeld kwam duwde Wiesje mijn hoofd onder water.

Daarna kwam op Wiesjes verzoek meer drop. Het water werd dus steeds zwarter. Het bleek een nieuwe act van haar: ze ontdeed zich van haar bikini, maar wist haar edele delen verborgen te houden. Er werd nu onomwonden van nabij gefilmd. Ze begon op mij te jagen, meer in het bijzonder op mijn zwembroek. Ik verweerde me voor de vorm. Intussen kwamen er allerlei voorwerpen in het water: badeendjes, bootjes, een zwemring met zwanenhals. Die ring boeide Wiesje. Ze zag kans om die onder water om haar lichaam te krijgen, en vertoonde zich triomfantelijk met het ding als verhulling van haar borsten. Daarna trok ze onder water haar bikini weer aan, en sjorde de ring om mijn benen omhoog. Ze toonde mij met de ring als zwembroek, uiteraard met de zwanenhals aan de voorkant fier omhoog. Toen greep ze met haar andere hand in het water, toonde mijn zwembroek, genoot even van het applaus, en trok mij toen het badje uit, naar huis. Het applaus zwol aan tot luid gejoel, en Wiesje zwaaide met de zwembroek naar een (terecht) vermeende camera. Ik stopte even, draaide mij om, en boog in die richting, met een extra buiging van de zwanenhals. Later vernamen we dat Bill, de cameraman, gevallen was van het lachen. Thuis trok Wiesje me aan die ring de trap op, sjorde hem in de slaapkamer langs mijn benen omlaag, wierp mij achterover het bed op, gooide de zwemring theatraal het raam uit, en deed daarna ijlings haar bikini uit. We smaakten allebei naar drop.

Slot

Tegen elven liepen we weer het dorpsplein op. Wiesje in zomerjurk, ik in T-shirt en korte broek. Wat daar gebeurd was sinds ons vertrek uit het badje is ons nooit duidelijk geworden. Het moet onderhoudend zijn geweest, maar dan toch als pauzenummer. Je voelde ook, dat het feest geen derde dag zou kennen.

De herdertjes waren inmiddels weer terug naar kun kudde: twee dagen in een schaapskooi in de zomer is niet echt wat je schapen wilt aandoen. Ab bleek al de hele tijd naar een muzikale afsluiting toegewerkt te hebben. Hij had uit bewoners en gasten een combo samengesteld, met een verrassend grote voorraad instrumenten en een lachwekkend bonte verzameling aan versterkers en luidsprekers. Het werd een waardig slot, met zeer dansbare swing en rock, en geleidelijk steeds meer langzame nummers. Wiesje was door haar theater heen, en betoonde zich een willige danspartner.

Tegen drieën hield de muziek op. Wij waren al een uur de enige dansers geweest. We toastten op de muziek, bedankten Ab voor dit onderdeel, en sjokten naar huis. Op de keukentafel stond een groot heideboeket van Frans en Cisca. Boven gingen Mart en Diana tekeer. Wiesje glansde mij aan bij dat geluid, en trok me naar de trap. "Je vraagt véél van me," fluisterde ik boven. "Je kùnt het toch!" hijgde ze in mijn oor.

Niet veel later sjirpten de krekels, als was er geen Heidefeest geweest.

Naar inhoudsopgave. Naar volgend verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).