Laatste wijziging: 2022-07-08 (technisch), 2022-07-08 (inhoudelijk). Naar inhoudsopgave. Naar vorig verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).
De ontwikkelingen in de ménage à trois, die meer dan deze tijd omvatten, zijn vervat in een aansluitend verhaal.
Einde - Elsje 1 - Elsje 2 - Elders - Jeroen - Volleybal - Kroeg
… en zo werd het weer week 52. Die lijkt in Us Net het Heidefeest te gaan vervangen, in de zin van ook niet-naasten te logeren noden.
Het begon op een droeve noot. Bob en Marie bleken slachtoffers van koolmonoxidevergiftiging - en in hun geval zou dat een keus geweest kunnen zijn: een kort en gezamenlijk einde, verkozen boven afzonderlijk langzaam verder gesloopt worden. Dat had dan "ieders" begrip.
Aart en Yvonne, mantelzorgers en vinders, hadden het er het moeilijkst mee. (Denk bij Aart bovendien aan zijn jeugdtrauma.) Maar ook Wouter was aangeslagen. Gelukkig had hij nog net Claudia aan zijn "derde grootouders" kunnen voorstellen, en had hij haar als troost en toeverlaat. Zij regelde meteen, dat zij beiden tot en met de uitvaart niet opgeroepen zouden worden: wat heb je aan bergers die met hun gedachten elders zijn?
Voor Maaike bleek ook dat gevoel van "derde grootouders" te gelden. Wiesje en ik dachten met weemoed terug aan onze "werkvacanties" bij hen, aan hun zorgzaamheid als wij een eind westwaarts waren getrokken, en aan de pijn die Bob blijkbaar weerhouden had van veel liefkozingen waarnaar Marie gesmacht had. Voor Wiesje kwam daarbij nog de echo van Doekje. Weliswaar waren Bob en Marie al een tijd weg uit VCR, maar de ontmoetingen met Doekjes achterkleindochter [geloof, sex] hadden de herinnering aan haar afgestoft.
Voor Sheila betekenden Bob en Marie minder, en haar verhouding met Jeroen hield stand - maar echt geloven zou ze dat pas kunnen als hij de aanblik van de katjes had weerstaan. Zie Erik. Sheila bracht dus Jeroen mee te logeren, en nam dan maar Yvonne wat huishouding uit handen. (Sheila had natuurlijk ook in de stad kunnen overnachten, of in VCR. Ze leek Jeroen nog even onkundig te laten van het bestaan van haar tweede huis, dus zwegen wij er ook over.)
Dennis kwam Jean-Luc voorstellen. Leek ons (konijnen) een ontzettend leuke jongeman. (Naschrift 2022: "iets ouder dan Aart", dus voor mij een jongeman.) Deze twee vielen nu in een welkomst-gat, maar maakten dankbaar gebruik van de gelegenheid om Sheila te zien, en dan ook Jeroen.
De kinderen van Bob en Marie, zelf al grootouders, namen onwennig hun intrek in het kooikershuisje (voorheen van Teun), en sloegen aan het voorbereiden van de uitvaart, het redderen van het huisje, en waarschijnlijk alvast het kibbelen over de bescheiden nalatenschap. (Bescheiden, want het weinige geld was in de schepen gestoken, en die waren immers ondergebracht in een stichting.) Ze vonden steun bij Kees en Nora, en voorzover mogelijk bij Aart en Yvonne.
Ja, eigenlijk moesten we een verhaal wijden aan Kees, inmiddels een zo bekwame en veelzijdige alcoholica-bereider, dat hij ook een knutselaar is van bijna de klasse van Aart, en aan Nora, inmiddels de matriarch die haar Kees alles uit handen neemt wat hem van zijn liefhebberij zou kunnen afhouden. Haar “Kan hij u op dit nummer terugbellen?” is nu even gevleugeld als destijds Maaikes “Wat doen jullie?”
Wijzelf hadden Wiesjes familie te logeren: mijn oude vriend Mart, Diana, en kleine Elsje. (Wiesje noemde Elsje nu haar "kleinzusje", een van "kleinkind" afgeleid woord om in gesprekken het leeftijdsverschil te benadrukken.) Mart had zich voorgenomen, om uiterlijk in het nieuwe jaar de sherry (althans bovenmatige hoeveelheden alcohol) af te zweren. Elsje mocht zelfstandig de kleine logeerkamer gebruiken. Ze leek te begrijpen, dat ze daar weliswaar afgezonderd lag, maar niet vergeten. De buufs hadden Achim en Ursula weer te logeren - en dus liepen die vier en Mart, Diana en Elsje beide huizen in en uit.
We zochten nog naar een pakkende aanduiding van Mart, Diana en Elsje: "woord en beeld" mist Elsje, "afdeling Waterland" omvat ook de boertjes en meestal de schippertjes. Zelf dacht ik aan "de drie zwaantjes" (afgekort: "de zwaantjes"), een gezochte verwijzing naar de vogel die de gemeentewapens van gemeentes in Waterland siert, maar drie zwaantjes wijzen naar Diemen. Dus niet. “Woord, beeld en geluid” past ook niet, want Elsje ervaart weer minder prikkels tot gillen. Opeens vond Maaike de afkorting “DEM”, in de sleur ook wel Engels uit te spreken als “them”, en toevallig mooi afstekend tegen “us” van Us Net, ook al is dat Fries, geen Engels. Mart gaf zichzelf dan maar de hoogdravende bijnaam Demosthenes, Diana zichzelf Diadem, en Elsje leek in een vorig leven een Flintstone geweest, want zij noemde zichzelf DemDem.
Wiesje was vastbesloten om Elsje nader in te wijden in de bijzonderheden van deze omgeving. Bij het vallen van haar eerste avond hier werd ze voorgesteld aan de mammoeten onder de "struiken links" (gezien vanuit de keukendeur, noordwesthoek van onze tuin) en aan de geldwolven onder de "struiken rechts" (noordoosthoek). De mammoeten (voornamelijk vrouwen) waren vertederd, de geldwolven (tegenwoordig vaak twee paren in wisseldienst met andere) eigenlijk ook wel. En die kleine kon al koekjes aanreiken, dus die moest je koesteren.
Verrassing: we hebben nu ook gewone wolven! Twee paren, totdusver niet opgemerkt door de officiële wolvenvolgers. Voor hen is onze tuin niet meer dan een rustplek op doortocht, maar ook zij lusten koekjes. Zij en wij gaan even vriendelijk met elkaar om als wij met de geldwolven, wellicht iets afstandelijker. De gewone wolven lijken de geldwolven te zien als rasgenoten, hoger in rang. De geldwolven lijken niet neer te kijken op de gewone wolven. Afijn, soms verdwijnen er dus zes koekjes onder de struiken. Terug naar Elsjes inwijding.
Maaike haalde ook de ara's (althans die vier bekende paren) erbij. Ze bleven opvallend beducht voor de wolven, en daalden slechts af naar zekere tak op Wiesjes neushoogte om pinda's van Elsje (op de arm) in ontvangst te nemen. Ach, kijk: ook de schildpadjes vertoonden zich. Traag (want koudbloedig, hoewel bovennatuurlijk), op de rand van het zwembadje (waar ze niet vertrapt zouden worden). Oh ja, we hebben nu ook vleermuizen. Maaike heeft enkele plekken geschikt gemaakt voor winterslaap van vleermuizen (en elders van egels en van slangen), en er tijdig op gewezen. Maar alle slapers bleven nu uiteraard slapen. Elsje vond het prachtig!
Die eerste avond noodden we ook onze bovennatuurlijke gasten (in de huiskamer). Hera prees Elsje voor het nauwgezet en voelbaar oprecht bijhouden van het huisaltaartje dat Wiesje en ik haar als geboortegeschenk hadden gegeven. Elsje begreep onmiskenbaar, wie haar waarom prees. Haar gekraai klonk als een welgemeend "graag gedaan".
Langs een omweg moest Wiesje denken aan de Trojaanse paarden, vooral aan hun einde. Dat herinnerde Maaike aan de dood van Chot en van Google. Opeens zaten wij drieën (jazeker, ik ook) te huilen om deze verliezen. Ja, de relativering ervan was Wiesje nu even ontglipt. Elsje gleed van Diana's schoot, en probeerde Wiesje (en Maaike en mij) te troosten. Ook al aandoenlijk, dus hoogstens averechts. Nu we tòch zaten te janken, kwam ook Wiesjes visioen [geloof, sex] aan bod. We gingen maar op het koude parket liggen om in een driehoeksknuffel elkaar te troosten.
De goden, in wisselende mate zichtbaar, wisten zich geen houding te geven. Ze hebben al oneindig vaak stervelingen doden zien betreuren, ze hebben ontelbare dierbare stervelingen onder de hoede van (bij de Olympiërs) Hades zien komen, maar wellicht is het dat overzicht dat maakt, dat ze het verdriet van stervelingen niet goed kunnen invoelen. Hades zelf probeerde een vergelijking: was het verscheiden van stervelingen niet zoiets als het uitspelen van een speelkaart (waarom wij Elsje laatst hadden horen jammeren)? Op zich een boeiende vergelijking: “leven” is “in het spel zijn”, “sterven” is “gespeeld worden”, “geboren worden” is “in het spel gebracht worden” (toegedeeld worden, van de stok genomen worden). Reïncarnatie wordt dan opeens heel begrijpelijk. (De vergelijking heeft méér boeiende kanten, maar gaat wèl mank.) Uiteindelijk redde Mart de avond met een vraag aan Apollo over de juiste wijze van het bespelen van een lier bij het voordragen van een gedicht (een verhaal op versvoet en wellicht rijm). Had hij die niet tien jaar geleden ook al gesteld?
Apollo voelde vervolgens wel iets voor muziek. Hermes haalde Maaikes instrumenten en het Indiase spul uit de kroeg. Apollo nam weer de sitar, en begon dromerig aan een raga, uitdrukkelijk waarnemend voor zijn hindoe-ambtgenoot. (Welke deva was dat ook weer?) Wie wilde, nam een instrument, en wachtte het juiste ogenblik af om in te vallen. Maaike doorbrak de regels, en ging weldra op haar fluit een tegenstem weven om Apollo's loopjes. Dat was blijkbaar nog nooit vertoond, maar het klonk geweldig. Weldra ging het in onderlinge afstemming. Elsje leek in de muziek te kunnen zwemmen, ik kan het niet anders verwoorden. Ze oogde eerder als een stroomgodinnetje dan als een menselijke peuter. Twee lange raga's, en toen was het toch echt mensenbedtijd. We namen node afscheid van onze gasten (al bleven die ongetwijfeld nader dan handen en voeten). Hermes bracht de muziekinstrumenten terug.
De volgende ochtend was ook bijzonder. We gingen, node gekleed tegen de koude, vanuit de keuken de tuin in met een zak appels. (Hoe kwamen we dááraan?) Elsje gaf elke mammoet en elke wolf afzonderlijk een appel, en leek er een persoonlijk woord bij uit te spreken. Als dank mocht ze even rondrijden op de rug van Evelien. Ze genoot luidkeels. Daarna wilde ze zelf ook op een geldwolf. Een grijzende reu bood zich aan. Die gele ara meldde maar vast: "Vliegen doe je zèlf maar!" Maar Elsje hoorde het niet eens, en bleef afwisselend wolf en mammoet aandoenlijk aaien.
Later die ochtend gingen we bij de buufs op de koffie. Zes op bezoek bij vier, maar de buufs wonen ruimer. Elsje leek Achim en Ursula als "derde grootouders" te zien. En, nou ja, als Karla een dochter zou hebben, dan zou die op Elsje kunnen lijken.
Groot nieuws, althans voor ons: Achim en Ursula hadden voor Karla een toetsenbord-synthesizer meegenomen. Overcompleet wegens vertrek van de vorige eigenaresse naar een tehuis, maar met een toetsenbord met gewogen toetsen en met mooie klanken. Dankbaar speelden de buufs een quatre-mains stuk op hun piano en deze synth, met de op de synth een clavecimbel-klank. Klonk prachtig! Elsje kwam ogen en oren tekort.
Maaike haalde ijlings haar instrumentenkoffer uit de kroeg, en liet zich vuurdopen in een sonate voor fluit en (één) piano. Van blad! Verbazing alom, maar Maaike maakte een kusgebaar naar het plafond. Elsje wilde de fluit proberen. Maaike nam haar op schoot, hield de dwarsfluit vast, en deed Elsje voor, hoe ze moest blazen (over het mondgat heen). Die begreep het verdacht goed. Wiesje nam de taragot ter hand, en blies daarop een riedeltje. Ze durfde het niet aan om van blad te spelen. Het was wel een mooie aanblik: de gezusters samen op Maaikes blaasinstrumenten (Elsje op Maaikes schoot aan mijn linkerzijde, Wiesje aan mijn rechterzijde). Diana had de tegenwoordigheid van geest om met haar mobieltje te filmen.
Nog een droevig nootje: de oude garde van bezoekers van het natuurvriendenhuis, die van trekkersliedjes en volksdansen, was tezeer geslonken om een zang-avond te kunnen dragen (rechtvaardigen, als je het puur zakelijk bekeek).
Daarentegen bleek Grada's Slavische koor wederopgestaan. Het vroeg voor toegang tot hun optreden in de kerk een vrijwillige bijdrage, bestemd voor onpartijdige hulp aan de mensen die in het oosten van Oekraïne klem zaten door de vijandelijkheden. (Hoe kun je je graan oogsten, als zich in jouw velden geschut of mijnenvelden bevinden?) Claudia (van Peter en Inge) ging koekjes bakken voor datzelfde doel. (Naschrift 2022: het betreft hier de afscheiding van twee gebiedjes, niet de Russische inval van 2022.)
Te elfder ure werd het idee van een kookwedstrijd weer opgepakt. Uit tijdnood niet in een gezamenlijke eettent, en het wedstrijd-element was bescheiden. Wie voor meer mensen dan de huisgenoten (bewoners en gasten) wilde koken, die verkocht couverts (plaatskaarten), en liet de houders daarvan meegenieten als waren het zijn huisgenoten. Die gasten konden een beoordeling schrijven, en aan de hand daarvan werd de rangschikking van de koks bepaald. Veel couverts kwamen niet op de markt, misschien twintig (in totaal, niet per dag). Maar het was leuk geprobeerd, en de waarderingen waren hoog.
Op de tweede middag (van dat ze er waren, meen ik) kwam Sheila Jeroen voorstellen. Aan de konijnen, want onze gasten waren bij de buufs. Inderdaad, een leuke jongeman (nou ja, 29). Wiesje en Maaike begrepen wat hen te doen stond, en droegen hun gewone uitdagende kledij. Sheila was wegens de wandeling hierheen iets dikker gekleed. Jeroen gedroeg zich meesterlijk: hij weidde zijn ogen op de katjes, haalde intussen Sheila aan, en vroeg toen (aan niemand in het bijzonder), of zij zich even zouden kunnen terugtrekken. Wiesje wees geestdriftig naar boven, en dat wij het wilden meemaken. Hij leek eventjes verward, maar kreeg blijkbaar een handdrukje van Sheila. In optocht gingen we naar boven, naar onze slaapkamer. Sheila kleedde zich snel uit, dus wij deden een pitstop. Jeroen volgde onwennig. Nu eerst de badkamer: bad, plasplank, fles. Wiesje en Maaike deden de plank voor, ik gaf hen de fles. Sheila gebruikte de plank, en liet zich Jeroen de fles geven. Maaike was weer eens de helderste, en vroeg, of ze die niet bij haar ouders gebruikt hadden. Bij Jeroen daagde iets: wel gezien, niet doorzien. Jeroen kreeg de fles van Sheila. Ik had geen aandrang, maar toonde, hoe mannen de plasplank zouden gebruiken. Terug naar de slaapkamer. Sheila liet zich achterover vallen, een bedhelft op, en trok Jeroen mee, òp zich. Wij konijnen gingen het van over de lege bedhelft aankijken. Beslist een kwelling: Jeroen lag goed voor een sur place, maar moest ongetwijfeld Sheila eerst een himalaya geven, en wist zich gadegeslagen door twee blote welgeschapen vrouwen en een blote oude lul. Hij leek Wiesje en Maaike in zich op te nemen, en bij zijn verrichtingen hun beeld voor ogen te houden. In de zin van: zulke tepels ga ik hier maken. (Niks mis met Sheila's borsten, maar die van mijn vrouwen worden mooier gevonden.) Met de stoptrein omlaag, en hij ging beffen. Maaike had jeuk, Wiesje stond te kijken als een examinator. (Kun je je dat voorstellen: een blote mooie geile vrouw, die jouw himalaya aan een andere vrouw bekijkt alsof ze een atletieknummer jureert?)
Ik trok Maaike vóór me, en begon haar te strelen. Sheila vond het node tijd worden om Jeroen te belonen met toch maar weer een sur place. Niks te vroeg, want hij stond op springen. Ze rolden om, naar ons toe, en deden een teder naspel. Wiesje knikte onbewust goedkeurend. Maaike trok mij mee naar de nu vrije verre bedhelft. Wiesje schrok op, maar herinnerde zich de Konijnenwet. Ze liet mij Maaike een himalaya en een sur place geven, zocht zelf mijn kwakkie bij Maaike, en liet zichzelf door mij een himalaya geven. Uitdrukkelijk ook neuzen, en dit werd een rode neus. Twee himalaya's (van Maaike en daarna van Wiesje) was te kort als oplaadtijd voor een sur place. Maar Wiesje was inmiddels in demonstration mode, pijpte me, en liet mij op mijn buik spuiten. Maaike mocht die paar drupjes oplikken. Wiesje keek vanuit ongeveer afrijd-houding rond. Bewonderende blikken van de andere bedhelft. Ze liet even haar borstjes stuiteren, en geleidde Maaike en mij naar een stootligging. Jeroen zei hartgrondig "Wauw!", en hernam zijn kuur voor Sheila's tepels. Zij drukte hem met armen en benen tegen zich aan. (Ik kon het meer voelen dan zien, want ik kan niet door Maaike heen kijken.) Dat wond mij dan weer op, al was ik uitgeteld. De katjes voelden mijn opwinding èn mijn uitputting. Wat konden ze doen, als twee zijden van een Toblerone-reep die nèt op een bedhelft paste? Wiesje, aan de rand van het bed, nam haar verlies. Ze ging naast het bed staan. Maaike kwam nu gewoon op me liggen. Ze veegde Wiesjes bloed van mijn gezicht. Jeroen had even opzij gekeken om de veranderingen in zich op te nemen. Hij zag dat bloed, slikte moeizaam, maar hernam zijn drinken. Ik voelde aan, dat Wiesje goedkeurend knikte. Maaike kroop iets omhoog, en liet mij bij haar drinken. Ik probeerde om nu eens bij háár het kalfje te spelen. Ze kreunde, wist ons beiden om onze as te draaien, en liet mij nu staande tepels bewerken (in plaats van hangende). Zelfde houding als Sheila en Jeroen. Hij en ik vergeleken onze werkstukken(!). Tja, ik vind die kleine borsten met grote tepels van Maaike mooier (en zéker liever) dan die grotere borsten met kleinere tepels van Sheila. Maar als Jeroen zo doorging, dan zouden die tepels van Sheila zich nog heel mooi kunnen ontwikkelen, vreesde ik. Ik viel met hernieuwde geestdrift (niet kracht, was dat maar waar!) aan op die van Maaike, maar kroop weldra omhoog voor een potje tongzoenen. Één hand omlaag om haar een enkeltje te vingeren. Daarna gaf ik haar de ruimte om plaats te maken voor Wiesje. Met haar eerst tongen, dan drinken, dan opnieuw neuzen.
Maaike ging thee zetten. Uiteindelijk gingen we die beneden drinken, bloot op het bankstel, allen te moe om meer te doen dan huidcontact houden. (Leve de traplift!) Toen sprak Wiesje de wellicht legendarische woorden tot Sheila: "Dit is 'm, hè?" Sheila knikte, huilend van geluk. Jeroen begreep, dat hij geslaagd was voor een geheim examen. Dat gaf hem de kracht om vanuit naast elkaar zitten zichzelf en Sheila naar elkaar toe te draaien voor een film-kus. Sheila wilde hem òp zich trekken, maar de tweezits bank bood daartoe niet de ruimte. Ze ging dwars zitten, haar benen over de zijne. Hij schoof zo ver mogelijk haar kant op. Zo, dat bood alvast mogelijkheden.
Daarentegen hadden wij nog steeds niet de mooiste opstelling gevonden van ons drieën op de driezits, eigenlijk de tegenhanger van de stootligging. Maaike rekende dan maar weer naar zich toe: ze ging dwars over de schoten van Wiesje en mij heen liggen, haar hoofd op de armleuning aan Wiesjes zijde, haar billen tussen mijn dijen. Het is waarschijnlijk een beweging (verandering van houding) uit haar peutertijd, en Wiesje ziet die nooit aankomen. Zo! Deze verandering bracht minstens één hand van Wiesje bij haar (Maaikes) borsten (waarbij Wiesjes andere arm dan om mijn nek zou liggen), minstens één hand van mij bij haar heuveltje, en haar eigen ene hand langs haar lijf en onder haar heup door naar mijn schaamstreek, haar andere gereed om Wiesjes borsten te strelen. Ik had inderdaad een arm om Wiesje (hand bij haar verre borst), zij een arm om mij, en nu dwong Maaike ons bijkans om die andere handen op haar te gebruiken. Maaikes vrije hand ging inderdaad omhoog naar Wiesjes (voor mij) nabije borst, en vond bij het strelen ervan mijn hand bij Wiesjes verre borst. Maaikes andere hand spitte tussen mijn benen, en wurmde mijn wurmpje rechtop. Ze ging nu op Wiesjes wijze (trefwoord: kelkje) met mijn voorhuid spelen.
Misschien herkennen manlijke lezers mijn gevoel: de in lichaamstaal uitgeschreeuwde oproep van Maaike "Neuk me dan!", de nog altijd innige houding met immer smachtende Wiesje, en daartegenover mijn eigen lichamelijke onmacht om méér te bewegen dan mijn vingertoppen. Ja, het is een schuldgevoel, een zo sterk gevoel van falen, dat het wijzen van zelfdoding de revue laat passeren. Wiesje herkent dat gevoel uit ons jarenlange samenzijn, wellicht uit een onwillekeurig spannen of ontspannen van mijn vingertoppen op haar vel, nu haar tepel. Ze draaide zich naar mij toe voor een geruststellende kus op mijn mond. Maaike keek verstoord. Wiesje boog zich terug, nam Maaikes hoofd in haar vrije hand, gaf haar ook zo'n kus, en verklaarde haar blijkbaar vooral in lichaamstaal, hoe ik mij voelde. Maaike kwam node maar kwiek overeind, duwde mij van Wiesje weg de bank op, bevond de bank te ondiep voor een afrijd-houding, ging op haar knieën voor de bank staan, en gaf mij een soort film-kus. Ze verwees naar mijn terugkerende twijfel aan mezelf [sex]: "Nee, je laat ons nu niet in de steek. Pas als je wegloopt of er een eind aan maakt, dàn pas laat je ons in de steek. Blijf!"
Even later zaten we weer drie op een rij op de bank, ik met een arm om elke vrouw, hand aan haar verre borst. Ik had dus geen hand vrij om mijn tranen te wissen. Jeroen keek het verbaasd aan. Wiesje verklaarde: "Larie is overdreven bang om Maaike en mij lichamelijk tekort te laten komen. Als jij maar een kwart van dat plichtsbesef hebt, dan zul je Sheila zielsgelukkig houden." Sheila keek mij even aan, zei "Een achtste!", en gaf Jeroen de innigste knuffel die in die haakse houding mogelijk was.
Mart kwam binnen: "Hebben wij nog wijn?" Uiteraard, dankzij dat Griekse spul, en dat weet hij. Hij kwam dus met twee lege flessen binnen, en vulde ze. Vervolgens deed hij iets wat ik onmiddellijk als gedrag wilde overnemen: hij nam een schoon wijnglas, vulde het vanuit zo'n fles, en plaatste het op de kast. Vervolgens bracht hij het vorige glas van het offertje naar de keuken als afwas. Tenslotte vulde hij de fles weer bij, en verdween naar de buufs. Dat gebaar van inschenken uit de fles die je zelf gebruikt, en daarmee de Gastfreundschaft (méér dan gastvrijheid) benadrukken - groots! Ik wees de katjes erop bij ons avondritueel, en ook zij wilden het gebaar navolgen.
Intussen had ik een inval die blijkbaar ook de anderen hadden: ik stelde Sheila voor, met mij van plaats te wisselen. Ze plofte neer tussen Wiesje en Maaike, maar trok weldra een eettafelstoel bij. Wiesje en Maaike schoven tegen elkaar aan, en gingen onder het praten met Sheila lekker vozen. (Ze bezweren me, dat ze mij bij de ander vervangen.)
Ik vertelde Jeroen wat dingen die hij volgens mij moest weten. Dat Sheila zich spiegelde aan Wiesje, hem aan mij, en de beoogde sex aan die van ons (toen we nog met ons tweeën waren). Dat in onze kijk op sex (en dus ook die van Sheila) het bevredigd houden van de vrouw voorop staat, en dat zij als wederdienst de man van zijn stijve afhelpt (door doen of toelaten). Dat Sheila de lichamelijke mogelijkheden van een man lijkt te overschatten, en dat ik wel eens bewusteloos was geraakt. Hoe wij een ochtend- en een avondritueel hebben, en dat Sheila dat ook wilde. Dat hij zich beslist moest bekwamen in het geven van himalaya's aan Sheila, minstens twee per dag, en ook op rode dagen. Wat dus inhield, dat ze moesten nadenken over samenwonen: bij hem, bij haar, of afwisselend. Dat Sheila heus wel begreep dat de aanblik van andere vrouwen hem kon opwinden, maar dat hij die opwinding op háár moest afreageren. En omgekeerd, dat hij moest begrijpen dat de aanblik van andere mannen haar kon opwinden, maar dat zij die op hèm behoorde af te reageren. Hij snapte het beslist! Desgevraagd vertelde ik hem van onze driehoeksverhouding, dat hij die niet moest verwarren met dat (in mijn gedachten bestaande) stereotype van de beach comber en de smachtend wachtende vrouwen.
De aanblik van de katjes sprak boekdelen: ze zaten onderuit in de (van ons uit) verre hoek van de driezits heerlijk te vozen onder het praten, met Sheila op de stoel tegenover hen. Die had wel haar voeten op de bank gelegd, eerst te weerszijden van de katjes (hoe opwindend!), maar weldra naast elkaar. Jeroen en ik keken het met welbehagen aan. Mijn voorlichting was klaar (afgelopen en helder). Jeroen en ik hadden dezelfde inval: we sloten bij de vrouwen aan. Wiesje en Maaike wensten mij weer tussen ons in. Jeroen hielp teder Sheila overeind, ging zelf op die stoel zitten, nam haar schrijlings op schoot (zo als ik vooral Wiesje zo vaak op schoot heb), en begon haar op de ons vertrouwde wijze te strelen. Eindelijk! Een man naar Sheila's hart! Wiesje glimlachte breed naar Sheila, en herhaalde: "Dit is 'm, hè?" Sheila draaide haar hoofd, en bedelde Jeroen een tongzoen af. Wiesje, Maaike en ik probeerden een driepersoons tongzoen. (Die zoeken we al maanden, en vanuit drie-op-een-rij is die heel moeilijk.) Dat werd een korte maar krachtige met Wiesje, en een lange met Maaike. Ja, Wiesje moet zich echt voorhouden, dat zij mij ook op schooldagen heeft, want Maaike kan eindeloos tongzoenen, en wil dat liefst laten overgaan in sur place. Ik geef dus maar eerst Wiesje een (hoe zeg je dat?) kwaliteits-tongzoen, en wijd me vervolgens aan Maaike. Anders komt Wiesje echt tekort.
We hebben in week 52 zowaar een paar keer gevolleybald. Niet weer op dat effen stukje naast de boys, maar op een kwijnend volleybalveldje naast het schooltje. Beschutter.
Wij drieën vormden een ploeg met Aart en Yvonne en met Herman. Geert floot. Onze tegenpartij bestond uit de buufs, Wouter en Claudia, en gasten Piet Hein en Jos, soms in dier plaats Nol en Gwen. Beide ploegen waagden zich aan positiespel (dus een vaste plek waarheen je je spoedt zodra er geserveerd is). Wij hadden Maaike als spelverdeler op 4 (linksvoor), Aart op 5, Herman op 6. Die twee kunnen redelijk boven het net uit komen om te blokken of te smashen. Dan Yvonne op 1 (rechtsachter), ik op 2, Wiesje op 3. Bij de anderen was Afra de spelverdeler. Niet in de conditie om zelf naar een bal te duiken, maar wel een goede aangever. Maaike is uiteraard lichamelijk goed in conditie, en ze speelt op school vaak genoeg volleybal. Als ze voelt aankomen dat Wiesje een bal niet zal aannemen, dan roept zij “los!”, stapt terug, neemt de bal, speelt die naar Herman, en snelt terug naar het net. Achteraf bleken Aart, Yvonne en hun vier kinderen vaak genoeg samen een ploeg te hebben gevormd. Yvonne bleek dus ook aardig geoefend. Geert en Herman hebben ook veel ervaring, vooral met hun vrienden, maar Geerts leeftijd begint op te spelen. Wiesje en ik zijn dan de echte beginners, al heb ik ooit competitie gespeeld. Lachen: de meesten in trainingspak, maar Wiesje en Maaike in T-shirt en rokje (buiten, eind december!), en ik in T-shirt en "hot pants", op verzoek zelfs die roze. Manlijke toeschouwers stonden dus vaak te kwijlen aan onze linkerzijde. Zelf had ik weinig tijd voor het genieten van de aanblik van mijn vrouwen, want het tempo lag voor mij (ouwe bok) best hoog - maar uiteraard begon ik al afgebeuld aan de partijtjes.
Uiteraard was het hoogtepunt weer de oudejaarsconference van Bill. Het was best een sterke conference, weer in vier delen, dus met drie pauzes. We hadden verwacht, dat wij konijnen weer de meeste aandacht van hem zouden krijgen. Dat klopte, maar veel minder dan verwacht. Bill had namelijk Aart en Yvonne als kapstok genomen: gedurende één jaar allevier de kinderen aan de partner. Hij had ons dus allen op de banken op het podium geplaatst. Één bankstel, dus best krap met iedereen als schootzitters: Aart en Yvonne, Sheila en Jeroen, Dennis en Jean-Luc (naast elkaar), Wouter en Claudia, ik in de fauteuil met Maaike en Wiesje half op de armleuningen, mijn armen om hun middels. Ik op verzoek in hot pants, niet in die roze (want die zouden niet kleuren bij de dracht van de katjes), Wiesje in het weggegooid gewaande teddybeertjes slipje (onder haar rokje, natuurlijk). Er werd inderdaad veel op ingezoomd. Maaike vond, dat bij Wiesje beter een beren-en-zalmen motief paste: zichtbaar en ruikbaar vocht genoeg. Wiesje hield zich ervoor aanbevolen, maar vond dat Maaike zelf evenzeer in aanmerking kwam. Ik vond, dat het geen slipjes maar strings moesten zijn. Ja, dat was ook wel waar… Wegens de verwachte warmte binnen droegen de katjes weer eens topjes, en ik een mouwloos hemd. We lijken wel de enigen met okselhaar.
Tja, als je steeds met je geliefde(n) op schoot zit, dan werken de hormonen wel. Uit oogpunt van loopafstand, mijn leeftijd en ons aantal mochten wij konijnen in de pauzes met voorrang het peeskamertje gebruiken. Meteen in de eerste pauze verdwenen Aart, Yvonne en overige aanhang naar hun huis. Ze kwamen terug met aangepaste kleding: Yvonne en Sheila ook in uniform topjes en jeans rokjes (van Yvonne, ze hebben ongeveer dezelfde maat), Claudia ietwat berustend in een eigen bikini. En als cameraman is Ab een geilneef...
De meeste aandacht trok de kleding van de pijpjes, wellicht voor het eerst op oudejaarsavond hier aanwezig. Ze hadden zich gekleed en opgemaakt overeenkomstig een Indianenstam in het diepe zuidwesten van Suriname, en Hugo droeg dus een peniskoker. Ook Samantha had niet veel om het lijf - en eigenlijk oogde ze best begeerlijk voor haar leeftijd. In de middelste pauze kregen de pijpjes gelegenheid om over zichzelf en hun werk te vertellen. Leuk!
Evengoed was de gelagkamer niet vol. Minder toeristen, minder bewoners (met dan wel meer gasten). Sans Perail had nu eens een eigen bijeenkomst in de speeltuin, en de wintergasten (zelfs kampeerders, maar bij dit weer geen probleem) die de jaarwisseling met iets alcoholisch wilden vieren hadden zich de kilometers naar en van ons bespaard. Kees had misgegokt inzake het weer, had zijn camping dicht gelaten, en was zowaar eens bij familie. Thuis was gesloten, maar had Tin Roof en meer op bezoek.
Ergens was Bills conference best een onderonsje van de harde kern van de schootzitters. Hij moest ervoor waken om zijn verhalen niet te vertrouwd te maken. Hij verbaasde zich erover, dat Maaike door het eten van een ziek konijn zelf tot konijn geworden was, en leek haar een reactie te vragen. Ze zei zacht maar stellig: "Anders had ik het zo moeten bedènken." Ach, achteraf was Maaikes intrek bij Wiesje en mij al jaren een "logische" gebeurtenis.
Oudejaarsavond werd in de kroeg afgesloten met een optreden van Rokkenrol. Ja, die oudjes doen het nog best. Ze worden zelfs iets levendiger, met ook soms een mondharmonica. Daarna speelden Kees en Teun op de rand van het podium ouderwets de blues. Nora en Toos keken het van achter een wijntje aan. Ze waarderen elkaar, maar ze hebben elkaar niets te zeggen.
In de konijnenflat hadden we daarna ook nog iets Grieks, met ook Noorse gasten. Wij konijnen vielen weldra op de driezits in slaap, Diana en Elsje op de tweezits, en Mart had weer eens een onderwerpje om een boom over op te zetten.
Naar inhoudsopgave. Naar volgend verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).