Laatste wijziging: 2022-07-06 (technisch), 2018-11-02 (inhoudelijk). Naar inhoudsopgave. Naar vorig verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).
Noot: Met Maaike erbij zal het wel heel vaak over sex blijven gaan.
Bout en moer - Naar Waterland - Larie in Onderland - Woord en beeld 1 - Boertjes - Woord en beeld 2 - Avondritueel - Konijnenwet - Ernst - Opgooien - Naar Us Net - Boys
Als man moet je maar berusten in bestaan en werking van het vermoede matriarchen-netwerk. Deze vrijdag kwam Maaike uit school, maar het gedrieën vrijen bleek ingekort tot de opmaat naar een weekend-programma. Alledrie bevredigd? Dan gingen we nu inpakken. De grote rugzak. Gelukkig zijn Wiesje en Maaike niet moeilijk met kleding: iets uitdagends en iets warms. En voor mij die lange broek. Ik moest de rugzak dragen, maar ik weet nu tenminste waarom. Een goede reden!
Aankleden voor de eerste etappe. Die voerde ons te voet naar de andere kant van Us Net, naar mijn “schoonouders” Aart en Yvonne. Knuffels, en op Maaikes kamer weer uitkleden. Aart en Yvonne kleedden zich in hun slaapkamer uit. Bloot terug naar de huiskamer. Hmm, Yvonne oogt steeds meer als Sheila, meer als een oudere zus dan als haar moeder. Ik gaf Aart een “goed gedáán” gebaar. Hij grijnsde met een “ik weet het óók niet” gebaar, en besefte te laat, dat drie vrouwen hem begrépen. Yvonne liet zich op zijn schoot zakken, blijkbaar in zijn oplaadtijd, en liet zich knuffelen. Ja, tot voor kort zou Wiesje allang op mijn schoot zijn gaan zitten, maar zij en Maaike hadden de juiste beurtregeling nog niet rond. Gelukkig kon ik op een driezitsbank in het midden zitten, zoals nu, en dan wijst alles zich wel.
Aart wist blijkbaar even weinig als ik, en Maaike niet veel méér. Weldra bleek, dat we bleven eten, zelfs overnachten. Aart hielp Yvonne in de keuken, zo te horen niet slechts met koken, en Yvonne had ons de handdoek toegeworpen. Maaike wist iets beters: haar bed boven. Een tweepersoonsbed, maar dan wel het laatste dat te vergeven was: klein en eenvoudig. In een hoek bij het raam, slechts een lange kant vrij. We ploften erop. Wiesje deelde de lakens uit: ik moest haar een himalaya vingeren. Maaike vond een hoekje om zich intussen aan de vraag rond mijn voorhuid te wijden. (Was dat niet een running gag bij Kuifje: of de baard van kapitein Haddock boven of onder de dekens moest? Maaike gaat het om wat leuker staat: voorhuid naar voren of naar achteren. Ze kan er eindeloos in opgaan, tenzij ik opgeladen raak en haar bewegingen tezeer op aftrekken gaan lijken.) De tijd vloog om, en Aart kwam ons halen voor het eten. Zijn eikel hing schoongelikt uit zijn slappe. Ik wees Maaike erop. Ze staarde een halve seconde heen en weer, en zei schor: "Ja, maar wat staat jou leuker?" Uitgeluld.
Sjonge, wat stond ons een lekker maal te wachten. Iets met allerlei groenten en noten en zilvervliesrijst. Ik telde de gebruikte bereidingswijzen, weldra hardop: gekookt, gestoomd, gebakken, rauw, wellicht gemicrogolfd, … Aart knikte me verheugd toe, en vulde aan: "sous vide". Oh, dat betrof die champignons. Ik vond het maal een treffend voorbeeld van iets moois (en heerlijks!) maken van op zich bescheiden bestanddelen. Wiesje en Maaike beaamden dat, Aart en Yvonne genoten van de complimenten.
Aart en Yvonne hebben een vaatwasser, maar veel nu gebruikt spul paste er niet in. Wij drieën deden de afwas dan maar. Aart en Yvonne gingen boven vrijen. Maaike keek aandachtig rond, en koos trefzeker een kruidenthee als avonddrank. Haar ouders zijn geen grote alcoholdrinkers.
Weldra hadden we de vaat en de thee klaar. Ah, Yvonne had Aart klaar, en hij haar dus ook. Ze nam beneden dankbaar de pot thee van ons over, en opende een trommel speculaasjes.
Wiesje nam het woord: "Vanavond zijn we bij mijn enige schoonouders. De andere zijn er niet meer. Morgen gaan we samen naar mijn ouders, "kennismaken". Zondag gaan we weer terug." Yvonne knikte bevestigend.
Eigenlijk was zojuist een taboe geslecht: dat Aart en Yvonne hun sex voor hun kinderen verborgen hielden, en de sex van kun kinderen niet wilden zien. Met daarbij de erkenning (volmondiger dan onlangs), dat Maaike toch wel een mooie meid geworden was. Maaike kon eindelijk het compliment beantwoorden: dat Aart en Yvonne toch ook maar mooie mensen waren, Yvonne zelfs na vier bevallingen. Ze genoten dankbaar van de pluim. Ik moest denken aan de keer, dat Wiesje de sex van haar ouders zo had becommentarieerd. Ze schaterde: "Misschien morgen weer…"
We zaten op de drie- en de tweezitsbank aan de kruidenthee met speculaasjes. Wiesje was onmiskenbaar de opperkonijn, stak een half speculaasje in haar flapje, en liet mij het met mijn mond pakken. Ze gaf de andere helft aan Maaike. Ook daar speculaas met bijsmaak. Aart werd aardig opgeladen door de aanblik, en Yvonne stamelde verbaasd: "Dat ik daar nou nooit aan gedacht heb…" Wiesje ging in haar detective-houding zitten, en verklapte Yvonne: "Eigenlijk zijn koekjes niet zo geschikt. Ga eens spelen met een stuk komkommer, of laat hem olijven lebberen." Het was, alsof in de kamer een geweldige vonk oversloeg (zoiets als het aanpikken van een las-robot in de zware scheepsbouw?), met een soort donder erbij. Yvonne haastte zich naar de keuken, kwam terug met een schaal waarin zojuist een blik ontpitte zwarte olijven was geleegd, en vroeg schor aan Wiesje: "Komkommer geschild?" Wiesje haalde haar schouders op: "Doe zoals jij wilt." Yvonne kwam terug met een ongeschilde komkommer. De stemming steeg, alsof de bus voor het schoolreisje kwam voorgereden. Yvonne en Wiesje overlegden: "Hier opeten of boven?" Het werd boven, in gescheiden kamers. Ach, Aart en (dus ook) Yvonne zijn toch al geen avondmensen (wat een indruk geeft van de moeite die Aart zich getroost bij musiceren), en door Maaikes fietsen naar school wij evenmin, dus dit leek een mooi tijdstip voor opbreken. De olijven en de komkommer werden afgemeten: twee delen voor ons, één deel voor hen. Oh, de rest thee ook maar, in drie delen tegen twee. We namen één mok per kamer mee om die uit te drinken.
Aart en Yvonne kwamen schuchter naar Maaikes kamer: eigenlijk wilden ze ons wel eens gedrieën bezig zien. Ja, dat is de ongelovige vraag van iedere buitenstaander. Maaike twijfelde zichtbaar, maar in Wiesje was weer eens het vuur van de missie (van de opperkonijn) ontbrand: "Als jullie maar niet in de weg zitten!" Tja, een klein tweepersoonsbed in een kleine kamer die al getuigde van de gevorderde scholier, maar ook nog getuigde van de kinderjaren. Vol, dus, ondanks de bescheiden lading spullen die nu bij ons staat. We begonnen met de tweederde komkommer (met bol uiteinde). Ik betoonde ook inbreng: ik gebruikte deze staaf eerst als roerijzer om Wiesje en Maaike om te roeren (met dat bolle uiteinde naar binnen), en dipte daarna het open uiteinde in beurtelings beide gleuven. Ik liet de andere vrouw of mijzelf dat stuk afhappen. Daarna regelde Wiesje de olijven: beurtelings bij Maaike en haar erin, door de andere vrouw of mij te delven. Maaike brak in: ze nam zo'n ontpitte olijf, brak die in tweeën (in de lengte, en dan krijg je flarden), en propte een helft onder mijn voorhuid. Wiesje kraaide van de pret, en probeerde dat ooft te innen zonder de voorhuid naar achteren te trekken. De uitdrukking “er een punt aan zuigen” kreeg nieuwe lading. De man in de stofjas stond wanhopig in dubio. Uiteraard lukte het Wiesje, uiteraard mocht zij de andere helft plaatsen, uiteraard mocht Maaike proberen, uiteraard lukte dat. (Maaike is sexueel veel minder ervaren dan Wiesje, maar slim en gretig.) Waren er nog olijven? Ik kreeg nu halve olijven achter mijn eikel (op de plek waar veel mannen een kaasplankje zouden hebben). Ja, dat was een mooi voorbeeld van hoe Maaike ons sexleven verrijkt: Wiesje en ik hadden hieraan nog nooit gedacht. Daarna mocht ik de laatste (ook al gehalveerde) olijven uit baarmoeders likken. Één flard raakte bij Maaike klem in een eileider. Tactisch knijpen maakte het aangeboden pincet overbodig. Wiesje bracht het vangen van eicellen in rietjes maar weer in herinnering. Maaike blijft het een mooi verhaal vinden.
Vervolgens ging Wiesje voegloos over in een mengelmoes van onze raad- en zoekspelletjes. Blijkbaar was veel van wat wij deden onverwacht nieuw voor Aart en Yvonne, want ze keken ademloos toe. Totdat Yvonne besefte, dat ze een paal in handen had die op springen stond. Ze trok Aart eraan naar hun slaapkamer. De deuren naar de overloop bleven open. Toen alle fruit op was, gingen we over tot het avondritueel. Ja, hoe was het op school ook weer gegaan?
Op mijn beurt van spreken vroeg ik naar richtlijnen voor de gevallen die problematisch worden als je twee vrouwen hebt, zoals op schoot nemen (in en buiten onze badkuip). Wiesje betoonde zich weer eens grootmoedig: “Ik kom niets tekort, en ik krijg alle aandacht als we onder ons zijn. Dan gun ik Maaike meer aandacht als zij erbij is.” (Voor de lezers: dit was geen tegenstelling blootleggen, maar domweg een zaak van elkaar strak aankijken onder het praten, en aldus “wij” beperken tot degenen die aan die balk lucht grenzen.)
Dat was een uitspraak die historisch zou kunnen worden. Hier leek Wiesje haar eigen jarenlange angst (om mij te verliezen aan een ander) voorgoed achter zich te laten, en tevens Maaike dergelijke angst te ontnemen. En ook Maaikes verlatingsangst was peilloos: haar knuffels getuigden van die bijna kinderlijke angst. Ze wierp zich steeds klauwend tegen me aan, met die “Help! Ik kan het niet aan.” lading die door mannen wordt beantwoord met “Nou, dan gáán we toch neuken!” gedrag. Ja, in geval van Maaike en mij is dat inderdaad het beoogde antwoord. Maaike kan immers veel aan zonder mij (en Wiesje), behalve nu juist de jeuk tussen haar grote tenen. (Overigens was Wiesjes angst weer aan het groeien, gelijk-op met Elsje. Die zouden we morgen zien.) Maaike was uiteraard dolblij met Wiesjes uitspraak. Ze gaf eerst Wiesje een knuffel die op de grens lag van een enkeltje, en wierp zich op mij met een knuffel die overging in afrijden. Afrijden kwam bij ons (konijnen) weinig voor. Sur place was immers tot voor kort mijn verzoeknummer, mijn wens om aanvaarding, en daarbij behoort (volgens ons), dat ik dan de uitvoerende rol heb. Nu was het minstens evenzeer hun verzoeknummer, maar als ruiter bemoeilijk je het achterblijven van kwakkies in jouw lichaam. Achteraf kon Maaike zich niet herinneren, dat ze ooit eerder iemand afgereden had. Tweepersoons knuffel naar driepersoons. Driehoeksknuffel naar gesloten stootligging: dit bed was niet twee vrouwen- en een mannenheup breed. Weldra vielen we in slaap.
Rond twee uur moesten we naar de WC. Hoe ging dat hier? Ah, een badkamer met toilet op deze verdieping. Een bad zoals het onze! Aart was er dus de lol van gaan inzien. Op de rand stond een knijp-zuigfles (onder ons inmiddels kortweg “fles”). Zouden we mogen…? Aart en Yvonne waren ons nagekomen: ook dit wilden ze wel eens zien, en ze moesten zelf ook. Drie vrouwen plasten hurkend de badkuip in, Aart en ik probeerden de overkant te treffen. Daarna ging de fles rond: Wiesje, Maaike, ik, bijvullen, Yvonne, Aart. En nu bij hen in de slaapkamer kijken. Aart liep met een grote paal, maar hij ging netjes met de stoptrein omlaag, befte en neusde Yvonne een himalaya, en liet zich uitgeput (nou ja, stoere kerel!) door Yvonne pijpen. Ze eindigden met een been en een borst van Yvonne over Aart heen. Ontroerend, maar eigenlijk heel vertrouwd. Wiesje sprak een woord van goedkeuring (niet bewondering: die heeft ze niet gauw inzake sex, en die spreekt ze nog zeldener uit), gaf hen samen een knuffel (in de plaats van een nachtkusje), en ging Maaike en mij voor naar ons bed. We lieten onrust achter, want een knuffel van Wiesje met priemende borstjes gaat je niet in je hete blootje zitten.
Wiesje was weer eens grootmoedig: ze loste Maaike af aan de open rand van het bed. Allerlei knuffels en gniffels. Maaike loopt nog achter in schaterlachen en in het vertellen van de verhaaltjes die Wiesje en ik uit onze schaamstreek schudden (welke mouw? doei!), maar ze loopt in! Ik vingerde de vrouwen elk een enkeltje. Wiesje deed mij op mijn buik spuiten, en deelde de buit. Ik sliep voordat ze uitgelikt waren.
Nu eerst een begrip uitleggen: “kortsluiting”, bestaat in “heel” en “half”. “Hele kortsluiting” ontstaat, als beide tepels (beide spenen) van beide vrouwen elkaar raken. Dat is eerder een geil streven dan een houding, want de tepels van Wiesje staan iets verder uiteen dan die van Maaike. “Halve kortsluiting” is ook eerder een streven, namelijk om in gesloten stootligging de linker tepel van de ene de rechter tepel van de andere te laten raken.
Kortsluiting is zo’n onverwachte bijwerking van onze uitbreiding. Maaike en Wiesje ontdekten hun belangstelling voor de borsten van de ander in het algemeen, en voor beider borsten samen in het bijzonder. Die borsten zijn klein en stevig, de tepels priemen, dus er valt met draaien van het lichaam en van de schouders zowel staand als liggend inderdaad veel te sturen. Gewoon beide paren borsten tegen elkaar is niet moeilijk, kortsluiting dus wel. Dat zouden ze kunnen oefenen, maar aandacht voor de borsten van de ander roept een sterk verlangen op om die te liefkozen. Dan verwordt iedere aanzet tot een "sabeldans" tot liggen te “drinken”. Als ik met mijn hoofd op een kussen lig, dan speelt het streven naar halve kortsluiting zich voor mijn ogen af. Bij voldoende licht windt het mij erg op. Soms mag ik “regelaar” spelen, en zeggen wie hoeveel welke kant op moet. Maar dan heb ik ernstige last van een stijve - en de vrouwen nemen hun kant van de bevredigingsafspraak heel ernstig (lees: heel gretig). Dan gaan ze soms verder, terwijl ik helemaal uitgeteld lig.
Yvonne kwam ons om zeven uur wekken, blijkbaar kort na een sur place: of we nu aan ons ochtendritueel wilden beginnen. Kijk, da’s tact van schootzitters onder elkaar!
Wiesje en Maaike vonden zich nog in stootligging, gaven elkaar en mij een kus, en probeerden toen de halve kortsluiting. Bijna, bijna, bijna! De man in de stofjas tast in het duister. We hoefden nog niet naar de WC. We hadden waarschijnlijk geen tijd voor ruzies over dromen, zelfs geen oplaadtijd. Himalaya van mij voor Wiesje, sur place van mij voor Maaike, kwakkie zoeken (met himalaya, de norm) door Wiesje bij Maaike. Driehoeksknuffel. Op naar de badkamer. Ah, ook hier een dubbele douchekop! Geestdriftig poedelden we elkaar schoon. (Geestdriftig? Jazeker. Schoon? Jazeker. Maar eigenlijk zouden we alledrie liefst de plakkerige sporen van onze onderlinge successen dragen, totdat ze gevonden en opgelikt zijn.) Al om kwart voor acht zaten we aan het ontbijt. Yvonne had nog steeds een draad eiwit uit haar gleuf hangen. Wiesje meldde het haar toen ze wilde gaan zitten. Vuurrood greep Yvonne de handdoek. Maaike zei parmantig: “Dat gebeurt je nou niet met z’n drieën.” Aart en Yvonne keken elkaar aan: “Tja, waar vinden we zogauw iemand?” De vraag bleef hangen, dus ik waagde uiteindelijk: “Als jullie nog een paar jaar kunnen wachten…” Wiesje overwoog: “Ja…, dat zou een mooie oplossing zijn…” Moet ik het uitleggen: Elsje uitgeschakeld als concurrent bij mij, nog steeds een nachtmerrie van Wiesje.
Aart ruimde af, Yvonne pakte spullen in, wij verzamelden de onze. Maaike trok een roze blikje van onder de radiator onder de vensterbank, en toonde ons de inhoud: enkele min of meer gladde stukken hout, aangetast door schimmel of zo. Ze legde de speelgoedpanda op het bed. De “vacht” was op het kruis opengehaald, en de vulling was zichtbaar. Maaike deed het zwijgend voor: ze had zelf houten dildootjes gemaakt, en geprobeerd sommige aan de panda te bevestigen. Asjemenou! Ach, eigenlijk had ze haar gleuf al heel jong als speelgoed ontdekt, later gezocht naar iets groters dan haar vingers, en na de eerste voorlichting getracht om knuffelbeest en bevrediging te combineren. Driehoeksknuffel.
Ja, laat ik hier dan maar uitweiden over Maaikes puberteit. Het verhaal zou hier [sex] kunnen beginnen. Toen was ze waarschijnlijk 10, toen was het kennisnemen en “later”. Luttele weken erna was ze aan de deur voor een beurt: een lik- en vingerbeurt, zonder wederdienst. Dergelijke beurten kwam ze vaker vragen, en wellicht versnelde het gedoe de lichamelijke rijping. Ik meen, dat ze nog steeds 10 was, toen ze op de eerste dag van haar eerste bloeding mijn pik in zich wilde hebben. Yvonne liet ook Maaike (net als Sheila destijds) dan maar een spiraaltje dragen totdat ze wegens volgroeiing aan de pil zou kunnen. Geleidelijk besefte Maaike, dat ze iets (gunst, dienst?) van mij vroeg, en dat ze ook iets terug kon doen. Vervolgens, dat ze nu Wiesje iets ging onthouden. Dat was niet haar bedoeling. Zo ontstond haar himalaya voor Wiesje. Met de bij ons opgedane inzichten durfde ze op de middelbare school in te grijpen. En ze ging op zoek naar vriendjes, maar dat wilde dus niet zo. Vanuit de hoge rimboe kwam ze steeds vaker als een wervelwind een beurt bij ons halen. Pas vrij kort geleden besefte ze, dat ze bij Wiesje en mij vond wat ze zocht - niet slechts veel sex, maar ook vriendschap, gezelschap, lol. Dat werd dus eerst logeren, later wonen. En nu hadden Wiesje (waarschijnlijk als initiatiefneemster) en Yvonne deze schoonoudersronde bekokstoofd.
Yvonne vroeg vanaf de overloop, of we al ingepakt en aangekleed waren. Oh ja, aankleden… Eerst Maaike knuffelen, een T-shirt aantrekken, een jeans rokje, vooruit, ook sokken, even achteroverleggen voor een kus op haar gleuf, string aandoen, voorlopig geen inlegkruisje (gezien de verwachte omstandigheden: niet smachten, maar bevredigd en schoongelikt worden). Vervolgens datzelfde met Wiesje. Daarna hielpen zij mij van weerszijden een T-shirt in, sokken aan, een string in (met afscheidskussen en aaien die me bijna deden spatten), die lange broek aan. Ieder de eigen schoenen aantrekken. Niets vergeten? Rugzak mee naar beneden. Ha: ook Yvonne had zich à la Wiesje gekleed. Aart reed de bulli voor.
Aart schoof opzij, Yvonne klom achter het stuur (“Aart rijdt terug”), wij op de middelste bank. Wiesje pruilde: “We hadden de strings nog uit kunnen laten.” Aart draaide zich half om, en berustte: “Dan trek je ze toch weer uit?” Hm, lastig. Gelukkig liet mijn lange broek zich naar mijn enkels schuiven. String opzij, en er was althans enig speelgoed voorhanden. Nieuw probleem: hoe breng je je mond naar die stijve pik naast je? Aart volgde ons vermaakt. Wiesje zat verbeten te denken, totdat beta Maaike de oplossing gaf: “Larie moet aan de ene kant gaan zitten, en degene van ons die aan de beurt is aan de andere.” Juist, maar wie was aan de beurt? Maaike had de laatste sur place, maar Wiesje had de resten van dat kwakkie. Wiesje meende: “Neem jij hem nu maar. Ik krijg hem straks wel weer stijf.” Wiesje klom op mijn schoot, ik prutste (met die broek omlaag) naar haar plek, zij stapte af naar het midden. Aart was stil van bewondering. Maaike boog zich over Wiesjes schoot. Jazeker! Weer als een dorstig kalf, en die gretigheid werkt ook op prostaten. Al bij het verlaten van de Digitale Zandweg zat ik uitgeteld tegen Wiesje aan. Na het invoegen op de Digitale Snelweg vroeg Yvonne verbaasd: “Hebben jullie ‘m nou al klaar?” Wiesje gaf een bedekt compliment: “Je komt niet zómaar bij de konijnen!” Maaike hielp bedekt Wiesje: “Hoelang rijden we erover, zonder files?” Wiesje sloeg die hulp af: “Ik pak ‘m wel als we de A10 af gaan.” Yvonne waagde te spotten: “Ik weet de weg, hoor!” Wiesje troefde over: “En de beren erop?” Driehoeksknuffel op de middelste bank.
Ik verzon iets nieuws: “Wies, wat dacht je van kwakkie zoeken in Maaikes mond?” Daar begón me toch een getong! Intussen streelde ik Wiesjes dijen, en probeerde uiteraard, zo ver mogelijk onder dat rokje te komen. Dat moest met de “verre” hand, dus dat wilde niet lukken. Toen Maaike en Wiesje uitgetongd waren, wisselden ze van plaats. Maaike liet me nog even met die verre hand haar borsten liefkozen, voordat Wiesje zich over haar schoot naar mijn kruis boog.
Wiesje pijpt anders: ze stelt zich voor, wat ik zou willen voelen. Aandachtspunt voor kalfje Maaike. Wiesje hoeft zich niet in te spannen om mij klaar te krijgen. We waren nog niet eens op de A10, toen zij met volle mond Maaike noodde. Weer hevig tongen, en nu zocht ik onder Maaikes rokje.
Aart had ons voldoende gadegeslagen om te kreunen, hoe het verder moest. Ah, een tankstation. Yvonne parkeerde in de verste uithoek. Aart ontblootte ijlings zijn kruis, en Yvonne boog zich erover. Wel, het was geen professionele pit stop, maar ze bevredigde Aart te snel om aandacht van buiten te trekken. (De bejaarde auto met hippe beschildering is op zich wel een blikvanger.) Wiesje vierde de zege: “Kijk, ik kan al bijna twee mannen tegelijk laten komen.” Maaike vroeg suikerzoet: “Mam, doe je straks voorzichtig met kusjes geven?” Ze was zelf de enige die zich niet hevig verslikte van het lachen. Yvonne hoestte iets eiwitachtigs uit, en Maaike vervolgde: “Goed zo! Niet wéér met een sliert lopen.” Schokkende driehoeksknuffel op de middelste bank, onthutsing voorin. Ook Aart is vies van zijn eigen kwakkies, en deinsde dus terug voor de troostknuffel die Yvonne zo nodig had. Wiesje vergat zichzelf. Ze opende de deur (ze zat dus aan stuurboord), stapte uit, liep om naar Yvonnes portier, opende het, en gaf Yvonne een knuffel met lange tongzoen. Daarna liep ze terug, nam haar plaats weer in, en meldde Aart: “Geen kwakkies meer!” Hij gaf Yvonne alsnog een innige knuffel (Is dat nou een pleonasme of niet?), terwijl wij drieën weer in een lachstuip lagen. Wiesje liet Maaike over mijn schoot terugverhuizen naar bakboord, en mij dus naar het midden: “Laat hem nu maar weer even aansterken!” Ik sloeg dan maar een arm om elk van beide vrouwen, werkte mijn handen onder de T-shirts, en ging de betreffende borsten liefkozen. Ik ben een uitgesproken kuttenman, maar vooral sinds mijn vrouwen elkaars borsten hebben ontdekt, is mijn belangstelling daarvoor des te gewenster geworden. Nou ja, ik kan afwisselen, hè? Twee vrouwenhanden vonden elkaar bij mijn slappe. Yvonne startte moeizaam de motor, en reed schokkerig de invoegstrook op. Ik droomde weg.
Laat ik die droom hier [sex] vertellen. Je kunt vandaar hierheen terug.
Wij drieën werden wakker bij Broek in Waterland. We gingen daar de provinciale weg af, en Aart en Yvonne overlegden over de te volgen weggetjes. Het ging goed: we reden zonder omwegen op het huis van Mart en Diana af, en parkeerden op het erf van… nee, het zal geen zelfstandige boerderij geweest zijn. Mart liet ons plechtig binnen. Binnen waren Diana en Elsje bloot, dus wij allen haastten ons de kleren uit. Knuffels, zelfs van Wiesje met Elsje. Elsje leek ons te willen melden, dat ze heel wat zou willen zeggen, als haar ontwikkeling dat al zou toelaten. Ja, zo was Wiesje toen ook. We hadden iets meegebracht: weer eens een probeersel van Kees (en Nora, maar haar invloed is ons onbekend): hun tegenhanger van die Italiaanse citroendrank (waar Fransen anijs zouden gebruiken). En wat Grieks spul, zij wel. In dank aanvaard.
Tja, uiteraard kende iedereen elkaar al jaren (afgezien van Elsje). Wel was dit Maaikes eerste bezoek hier. Gelukkig was Maaikes contact met Elsje niet van dat hormonale, maar eerder verstandelijk aftastend. Yvonne schoot wèl in de "ah, gossie" stand. Zij zat bij Aart op schoot op de fauteuil, want Mart en Diana wilden de tweezitsbank (voor alle heen en weer lopen), en wij toch maar de driezits. Geen probleem! Elsje kroop en dribbelde van de ene groep naar de andere. Ze leek het contact hebben belangrijker te vinden dan het op schoot genomen worden. Mooi zo.
Maaikes eerste bezoek hier, hè? (Laatst waren we hier zonder haar.) Rondleiding voor ons drieën. Oh, de kamer boven waar Wiesje en ik altijd sliepen was van logeerkamer bevorderd tot kinderkamer. En zowaar, naast het kinderbedje zat een grote speelgoedpanda. Maaike pakte die meteen op, en toonde Wiesje en mij onopvallend diens kruis. Nog intact, en geen trommeltje te zien. Wij drieën grijnsden elkaar aan. Wel, er was nu één logeerkamertje over, wel met tweepersoonsbed, en er was een grote zolder, met een tweepersoons matras op de vloer. We moesten maar onderling uitmaken, wie waar… Als oudste gast mocht ik kiezen. Ik overwoog, dat de kans op nachtelijk toiletbezoek bij ons het grootst was, en dat we dan bovendien alledrie gingen. Er was een badkamer op de verdieping, met een toilet. Diana wees ons spottend een knijp-zuigfles. Wiesje slaakte demonstratief een zucht van opluchting. Elsje (op Diana's arm) dacht, dat er weer drinken werd aangeboden, en voelde zich overgeslagen. Aan longen en stembanden mankeerde niets, behalve (wat ons betrof) een volumeknop. We daalden weldra weer af.
Beneden had Mart de brandweerman in Aart losgemaakt. Zo te horen kon de brandveiligheid hier veel en veel beter. Diana hoorde het even aan, en deed toen wat inderdaad in haar lijn ligt: ze vroeg Aart om een afspraak tegen betaling. Ik zag Yvonne oplichten. Aart en Yvonne blijken mij steeds duidelijker de goeierds die domweg geld zouden moeten vragen voor hun inzet. Zij hebben dat geld hard nodig, en hun inzet is veel geld waard. Maar dat is geen onderwerp voor Wiesje en Maaike.
Het was allang middag, dus er zou gegeten kunnen worden. Mart dekte de tafel, Diana goochelde met broodbeleg, met gekochte slaatjes die ze soms zelf optuigde, en met eigen scheppinkjes. Ze doet geen moeite meer om kunstwerken te verkopen, maar haar slaatjes herinnerden mij aan de werken van Rajiv. (We hadden immers onlangs met Sheila bij Thuis gegeten.) Ik zei het Diana. Ze moest even denken, maar begon te stralen. Eigenlijk moesten zij ook maar eens bij Thuis gaan eten.
Het werd een maaltijd die tot uitbuiken noodde. Dat wil zeggen, Aart en Yvonne hielpen lief met afruimen en afwassen (vaatwasser vullen en legen), Elsje werd naar bed gebracht, wij drieën wilden wandelen. Maaike kende het veenweidelandschap slechts van voorbijrijden, en wilde het ervaren. Oh, we konden de boertjes wel eens op hun dak vallen. We kleedden ons node weer aan. Onze wederzijdse hulp daarbij riep uiteraard commentaar op. Spottend, maar met de verhoopte ondertoon van vertedering, afgunst en uiteindelijk hoge sexuele nood: vrouwen beleven in gedachten wat ik bij mijn vrouwen doe, mannen wat mijn vrouwen (alleen al dat meervoud!) bij mij doen. Wiesje is niet voor niets opperkonijn, en onderkonijn Maaike is hard op weg naar bevordering tot plaatsvervangend opperkonijn. (Nee, dat uit zich niet in strepen: waarop zouden die geuit moeten worden? Wellicht een ster erbij, voor mijn ogen. Maar dergelijke militaire beeldspraak is aan beiden niet besteed.)
We gingen dus wandelen, gouwtje op, gouwtje af, soms starend naar slootkanten.
De boertjes waren inderdaad thuis, hun tweeling niet. Verbaasde knuffels met Frans en Cisca. Wat was Maaike groot geworden - en die hoorde nu bij ons? Je zag ze slikken (van afgunst, denken wij), maar ze aanvaardden het. Rondleiding over de boerderij. Een inmiddels grijzende collie begeleidde ons. Het was nu eenmaal een schapenboerderij (op grond, te drassig voor grootvee), maar mede voor de kinderen waren er meer dieren: pluimvee, knaagdieren, katten, uiteraard honden, en zowaar twee ezels. Maaike kreeg het bij die aanblik even te kwaad: Chot was haar dierbaar gweest. Die ene hond leek trouwens ook wel op wijlen Google. Zeker, Maaike had het verlies van die dieren verwerkt, maar deze levende gelijkenden reten littekens open, Uiteraard namen Wiesje en ik haar tussen ons in. (Ook een voordeel van gedrieën zijn: wie verdriet heeft, kan van twee kanten getroost worden. Dat scheelt!)
Thee? Eigenlijk wel. Ah, in de woonkeuken: Frans en Cisca hadden dat gebruik om de woonkamer slechts bij uitzondering te gebruiken, en vooral in de keuken te wonen, voortgezet. Toen Wiesje vertelde, dat de schaapskooi gesloopt was, en dat we de po hadden zien liggen, was het hun beurt voor een traan. Het was een harde tijd geweest, maar ook de tijd waarin hun onderlinge band hecht was geworden. En die po stond zowel voor de hardheid van die tijd als voor een bepaalde vorm van vrijheid, heel dubbel. Mijn beurt om Wiesje te zien denken. Die dacht beslist aan spreadsheets, maar durfde het nog niet aan. Ze veerde op: "Hebben jullie die tennistafel nog?" Jazeker, wel inmiddels op zolder, want de dieren werden gek van het geluid. Wilden we…? Wiesje sprong overeind. Cisca voorop, Wiesje, Maaike, ik, Frans.
Dit stuk zolderverdieping was raamloos. Het bevatte de tennistafel met vrij veel ruimte eromheen, maar ook matrassen met kussens op de grond, en als je goed keek sporen van chips. Bovendien stond er een CD-speler met vrij grote luidsprekerkasten. Cisca verklaarde: "De kinderen kunnen zich hier uitleven met hun vriendjes. Die kunnen ook blijven slapen."
Er moest gespeeld worden. Eerst maar Wiesje tegen Cisca. Ik nestelde mij op een matras bij het net, met Maaike knus tegen mij aan, en Frans aan mijn andere zijde. Tja, Wiesje heeft weinig oefening meer, Cisca des te meer. Wiesje werd ingemaakt. Het was wel een lust voor het oog. Cisca weliswaar beschaafd gekleed, maar met jeugdig vuur, Wiesje uitdagend gekleed en minstens even vurig. Dan Frans en ik. Ook ik verloor, maar eervol. Nou, dan waren de krachtsverhoudingen vastgesteld, ten opzichte van het verleden bijgesteld. Het heden. Maaike? Vooruit dan maar: op school stond ook een tafel. Tegen Wiesje, eenstemmig.
Heerlijke aanblik, mijn twee uitdagend geklede lieverds vol vuur tegen elkaar. Wiesje vooral op gevoel, Maaike met zichtbare berekening. Ja, wellicht bleek daar dan toch het leeftijdsverschil: Maaike lokte Wiesje naar een plaats, en smashte dan buiten bereik. Doei! Tot slot ouderwets dubbel. Eerst Frans en ik tegen Cisca en Wiesje. Toegegeven, Wiesje was nog moe. Frans en ik maakten ze af. Dan Frans en Cisca tegen mij en Maaike (omdat Wiesje anders helemaal gevloerd zou zijn). Heh heh. Frans lette meer op Maaikes wippende borstjes dan op de bal. Nu werden zij ingemaakt. Knuffels.
Wiesje waagde het: "Nu een wedstrijdje wippen?" Frans en Cisca keken elkaar knalrood aan. Ze hadden beslist nee willen zeggen, maar het enige was, dat Cisca op haar mobieltje keek voor de tijd. Hopelijk was dat verjaarsfeestje gezellig, en bleven de kinderen nog even weg. Ze vroeg wel, hoe dat met z'n vijven moest. Wiesje haalde haar schouders op: "We tellen toch de score bij de mannen? Dan maakt het aantal vrouwen toch niet uit? Maar als je ons wilt tellen, dan ben je bijvoorbaat kansloos." Cisca zuchtte, en greep de onderrand van haar truitje. Wiesje, Maaike en ik deden de pitstop-uit.. (Alweer een nieuwe uitdrukking, nu eens ontleend aan de motorsport: met inzet van allen samen zo snel mogelijk bloot. "Pitstop-aan" is uiteraard aankleden. Omdat dat bij ons zelden zo gehaast gebeurt, korten we "pitstop-uit" ook wel af tot "pitstop".)
Frans en Cisca zijn iets ouder dan Wiesje. Frans heeft inmiddels een buikje, (minstens) zoals het mijne. Cisca wordt blijkbaar niet meer zo goed onderhouden als vroeger. Ai ai ai, wat een vernedering! Ik had een sur place bij Wiesje, Maaike zocht kwakkie, ik gaf Maaike een himalaya, en werd door haar ook klaargepijpt - in de tijd dat Frans Cisca opwarmde, een sur place gaf, en (blijkbaar bij uitzondering) haar een enkeltje begon te vingeren. Wiesje begon weer eens een commentaar, Maaike en ik verkneukelden ons. Dat enkeltje schoot des te minder op, Wiesje vergat zich, en nam het van hem over. Ja, Wiesje weet nu ook van wanten bij vrouwen.
Het werd tijd voor de volgende akte. We kleedden ons aan (wij drieën weer langzaam en teder), gingen omlaag naar de voordeur, en namen met knuffels afscheid.
Bij woord en beeld stootten we op een boom klaverjassen. Elsje zat bij Diana op schoot, en betreurde hardop het verlies (het was slechts uitspelen) van de meeste kaarten. Pitstop. Wiesje bood aan, thee te zetten. In dank aanvaard, maar Mart was bovendien aan sherry toe.
Wiesje wist een rijke keus aan thee te vinden, Maaike ontdekte daarbinnen allerlei voorkeuren van haar ouders, en koos zelf daarbinnen. Weer zo'n zweverige naam voor een kruidenmengsel. Koekjes? Diana riep vanuit de huiskamer. Inderdaad, er stonden twee verschillende halve vlaaien van Jumbo in de koelkast. Dat Wiesje zelf graag vlaaien maakt, is geen toeval. Ze zocht en vond ook een spuitbus slagroom. Oh, ook een aangebroken bus. Intussen vond ik een staalkaart aan sherry's, en vroeg Mart naar zijn keus van het ogenblik. Maaike vroeg zich af, wat Elsje zou drinken. Dat wist Diana uiteraard: anijsmelk, vooral niet te warm. Volgens mij is anijsmelk iets uit laatstelijk mijn generatie. Ik liet het opwarmen van melk aan Maaike over, en wist zelf waarnaar ik moest zoeken. Dus niet: die rol klontjes bleek verstopt in een voorraadbusje. Natuurlijk, in ons flatje staat waarschijnlijk ook nog een stuk plastic dat de smaak en de geur beter in de klontjes kan houden dan dat malle cellofaan. Anijsblokje, plensje warme melk, zekere tuitbeker drong zich op.
Het klaverjassen was in gelijkspel geëindigd. De kruidenthee, sherry, vlaai en anijsmelk waren goed. Onze wandeling? De groeten van de boertjes. Die konden goed tafeltennissen, maar het waren bepaald geen konijnen meer. Maaike prevelde iets over ezels en die ene hond, en verborg haar gezicht tegen mijn borst. Ik waagde de gok: "Ik ben óók een ezel, hè?" Maaike speelde opklarend mee: "Je zegt wel vaak i-a. Ik heb je eigenlijk weinig nee horen zeggen." Gewone knuffel, gedrieën op de bank, ik in het midden. Ik liet mijn handen wisselen tussen hoog en laag strelen, maar kreeg in ruil dubbele aandacht voor mijn (uiteraard inmiddels weer) stijve. Elsje kon het niet goed zien, en projecteerde haar waarnemingen dan maar op Diana's borsten. De theezakjes veerden op. Yvonne leefde mee. Kortom, even later had ik twee himalaya's gevingerd, twee halve kwakkies van mijn buik laten likken, hadden Aart en Yvonne ons verdienstelijk nagedaan, had Elsje Diana mammaal opgewonden, en had Mart zijn glas leeg.
En nu? Wiesje en Maaike wilden eigenlijk eventjes plat (met mij). Terwijl de anderen nog aarzelden, ging Wiesje Maaike en mij voor naar onze logeerkamer. "Ach, laat die deur maar open: dan zien ze nog eens wat!" pochte Wiesje. Het begin was eventjes onduidelijk. Wiesje begon Maaike te bevrijen met ondermeer pogingen tot kortsluiting, en ik was eigenlijk best blij om even rustig op mijn rug te liggen. Rustig liggen - met de luchtverplaatsing van Wiesjes borstjes langs mijn hoofd? Nee, zoveel lucht werd natuurlijk niet verplaatst, bovendien niet zo onstuimig, maar wel (net) voelbaar. En als je als man weet, dat je aan de lucht kunt voelen dat je ene vrouw nogal lesbisch doet met je andere vrouw, dan komt weldra de man in de stofjas zeggen, dat ze dit karweitje aan de vakman moeten overlaten. Die vrouwen zijn ook niet gek, die kunnen gevoelsmatig berekenen, wanneer die lul zich ermee wil bemoeien. Dus tijdens Wiesjes inzet voelde ik een hand van Maaike naar mijn kruis tasten - en die hand was aan een omhelzing van Wiesje onttrokken. Wie was aan de beurt? Laatstelijk had Wiesje een sur place gehad, daarna had Maaike me gepijpt. Straks bij het avondritueel zou ik nog twee sur places moeten (en heus willen!) leveren. Bij het bepalen van beurten tellen die voor mij zwaarder dan gepijpt worden. Ik brak dus in bij de vrouwen, vingerde Maaike een enkeltje, en gaf haar de sur place. Dus kreeg zij Wiesje op zoek naar mijn kwakkie, dus gaf ik daarna Wiesje een neus- en befhimalaya. Als je dat in een tabel (spreadsheet…) bijhoudt, dan was ik zojuist eenmaal klaargekomen, Wiesje een reeks keren, Maaike eenmaal van mij en een reeks keren van Wiesje. (Oh, dat hadden we nog niet duidelijk gemaakt, hè: dat kwakkie zoeken gaat in beginsel door, totdat de onderzochte vrouw aftikt na voldoende hoogtepunten.) Als je terugleest, dan zie je deze score ook bij ons ochtendritueel, ongeveer het spiegelbeeld (plus pijpen door Maaike) bij de boertjes, en dan was ik in de auto tweemaal gepijpt, met twijfelachtige wederdienst (door de beperkingen van de autobank). Nee, als eenzame oudere man met een voorraadje prikkelende foto’s zou ik onmogelijk zo vaak kunnen klaarkomen als met deze beide vrouwen. Ga tot de konijnen, en word onwijs…
Een himalaya is een reeks hoogtepunten, maar wat noem je een reeks? Dat loopt uiteen, in aantal en tijdsduur. Sheila wilde er zoveel mogelijk, zo snel mogelijk. Die tikte af na een stuk of tien in misschien twee minuten. De “wij horen bij elkaar” knuffels met Wiesje kunnen loom uitmonden in bijvoorbeeld vier in een uur. Ergens zijn dat wellicht de uitersten: tien keer of een uur, maar misschien blijken de grenzen ruimer. Wat Wiesje en Maaike elkaar aandoen, weet ik niet precies. Niemand houdt het bewust bij. Met Maaike heb ik nog niet van die lange “wij horen bij elkaar” knuffels gehad: dan is Wiesje ook aanwezig, en ik wil beiden betrokken houden.
De middag neeg ten einde. Terug van de boertjes hadden we thee gedronken en boven een rondje gevreeën. Nu gingen we weer beneden op de bank zitten, bloot en bevredigd. Yvonne had verlangen in haar blik, Aart verlangen en angst. Diana schonk ons thee bij, Mart zichzelf sherry. Daarna zette Diana Elsje bij Wiesje op haar voetjes neer. “Aller ogen waren gericht op kwatta.” De toen aanwezigen herinnerden zich die keer dat Diane Elsje bij Wiesje en mij op bed gelegd had. Elsje keek omhoog naar Wiesje, en leek een lift te vragen. Wiesje tilde Elsje netjes op, en zette haar bij zich op schoot. Elsje nam de omgeving (blikveld van decimeters) in zich op. Ze vroeg een kusje, kreeg een kusje. Ze ontwaarde uiteraard twee spitse wijzerplaten. Die onderzocht ze beide op melk, vergeefs. Wiesje deed haar op schoot zitten, ruggelings tegen die borsten. Elsje klauwde tussen haar beentjes door onder zich, en leek het schaamhaar mooi speelgoed te vinden. Tja, dat hadden papa en mama niet! Wiesje kwam zelf in tegenactie. Ze voelde met de vingertoppen van vlakke handen op wat ooit waarschijnlijk prachtige borsten gingen worden, en liet één hand zakken naar Elsjes gleufje. Elsje kraaide. Wiesje pakte haar op, en zette haar staand neer op mijn schoot. Vooruit, ook van mij een kusje. Dat herinnerde mij aan Maaike in onze eerste dagen in Us Net. Tja, zoveel ervaring met kleine kinderen heb ik niet. Elsje onderzocht verder. Mannenborsten - afgekeurd, maar dat borsthaar was leuk. Waarop stond ze nu bijna? Ze plofte door de knietjes, en probeerde, dat vreemde stuk vlees tussen mijn dijen vandaan te sjorren. Het groeide in haar handjes, en er lag nog iets onder. Mijn balzak lag te diep, maar die halfstijve was prachtig. Oh ja, die voorhuid kon terug (met twee handjes). Ze gaf mijn eikel een knuffel en een kusje. Wiesje had blijkbaar goede voornemens, bleef kalm, greep niet in, maar verzuchtte: “Nou, dat wordt wat!” Ik gaf Elsje een kus op een wang, en zette haar op Maaikes schoot. Kusje, vrouwenborsten, óók al zonder melk, schaamhaar. Ze plofte op haar buik, en klauwde tussen Maaikes dijen. Maaikes lichaamstaal zei “Nou-ou-ou…!” Maaike tilde Elsje op, en legde haar op haar rug op schoot. Oogcontact met beslist een grote databundel. Maaike verdiepte zich in Elsjes lichaam. Dus dit werden later… En dit werd later… Ze gaf er een aai over. Elsje kraaide weer. Maaike gaf Elsje over aan Yvonne. Wij deden een driehoeksknuffel. Wiesje en Maaike keken elkaar aan. Maaike gleed van de bank naar tussen mijn benen, en pijpte me in een ommezien leeg. Ik schoof naar haar plek op de bank. Zij ging op de mijne zitten, en liet Wiesje mijn kwakkie zoeken. Beide paren schoonouders keken het onthutst aan. Ik legde het maar uit: “Als de één een kwakkie van mij binnen heeft, onder of boven, dan gaat de ander dat zoeken.” Elsje stond weer op de vloer, dribbelde naar Maaike, tussen dier gespreide benen, zag in de diepte iets wat haar blijkbaar aan melk herinnerde, en doopte er een vinger in. Mart, eigenlijk nauwelijks aanwezig, had de tegenwoordigheid van geest om een foto te maken: Maaike wijdbeens en achteroverleunend, Wiesje voor haar langs in de tongzoen, Elsje met verbazing kijkend naar het spul op haar handje. Ik nogal onderuit naast Maaike, een arm achter haar rug, de andere (naar het toevallig schijnt) beschermend op mijn slappe.
Yvonne zocht steun bij Aart. Ze trok hem mee naar boven, zag op tegen de zoldertrap, en gebruikte òns bed. Grappig: je merkte niets zolang Aart de himalaya opwekte, maar het toewerken naar zijn sur place deed het huis trillen. Elsje keek verontrust omhoog. Diana ontbood geluidloos Mart bij zich. Ja, die deed iets bij haar, maar het zou in door ons bijgehouden statistieken niet vermeld worden. Elsjes aandacht verschoof van dat vage gebonk boven naar de aanblik van haar ouders. Hé, mama had óók melk tussen haar benen, en papa had een vinger in de pap! Elsje ging poolshoogte nemen. Helaas geen foto, maar het staat op mijn netvlies: Dians wijdbeens op een stoel aan de eettafel, Mart met zijn mond aan haar ene tepel, zijn ene hand in haar gleuf, en dat handje van Elsje op de zijne bij Diana’s knopje.
Oh, Wiesje en Maaike waren klaar met “overpompen” (beeldspraak die ik vind passen, maar die door de betrokkenen niet op prijs gesteld wordt). Ze hoorden het gebonk, en konden beredeneren wat Elsje net gedaan moest hebben. Maaike lijsde: “Wàt een familie…” Ik verbeterde: “Wat een schoonfamilie…” Maaike en ik ruilden terug van plaats. Driehoeksknuffel. Het gebonk kwam ten einde.
Diana had gedacht, het avondeten gemakkelijk en gezellig te houden: pannenkoeken. Het gemakkelijkste zou zijn, om in de woonkeuken te eten. Die woonkeuken is echter vrij klein, vandaar dat de huiskamertafel al in dienst kwam toen Wiesje en ik hier getwee kwamen. Huiskamertafel dus, uitgeschoven, electrische kookplaten op een serveertrolley. Elsje in een hoge kinderstoel aan Diana's andere zijde. Ik schreef kookplaten, want Diana bakte op twee daarvan, en had op een derde plaat een pan loempia-groente staan. Verder stonden op tafel allerlei andere vormen van beleg of vulling. Maaike schoof de poedersuiker zo ver mogelijk van zich weg: "Daarvan moet ik altijd zo HATSJIE! HATSJIE! HATSJIE!"
Mij viel nu pas op, dat ik steevast twee tafeldames heb. Ik zag in gedachten meteen allerlei cartoon-opvattingen daarvan: stoeipoezen, lijfwachten, bewakers, drankwakers. Uiteraard zag Wiesje me denken (wat pleit voor bewakers), en liet me opbiechten. Gelach alom, en Elsje deed dan maar mee. Wiesje boog zich achter mij langs naar Maaike, volgens mij om mij voortaan te verrassen met wisselende rollen van "tafeldames". Ja, de (goedmoedige) plagerijtjes komen altijd van Wiesje. Maaike doet wel mee, maar is te ernstig van aard om ze zelf te bedenken.
De pannenkoeken waren heerlijk, de vele vormen van beleg aanlokkelijk, dus weldra liet men elkaar proeven, of ruilde zelfs hele stukken. Alweer een voordeel van gedrie zijn: bijkans automatisch eenderde pannenkoeken met mijn vrouwen ruilen. Hoogtepunt: ik voerde Maaike behoedzaam zo'n stuk met poedersuiker, zonder dat ze in niezen uitbarstte. Ze was ontroerd (volgens mij echt, maar dan overdreef ze ook): "Dat ik dit nog mag meemaken: poedersuiker zonder niezen." Elsje probeerde opzettelijk te niezen, kinderlijk lang.
We dronken ook bij het eten. Mij leek een abdijbier (een tripel) de aangewezen drank. Wiesje en Maaike zijn geen bierdrinkers, maar pikten bij gebrek aan betere invallen slokjes van mij mee, Mart dronk een sherry naast een abdijbier. Ieks! Aart hield het op één pilsje, Yvonne gaf zich over aan lambrusco, en werd giechelig.
Wij drieën voerden de vaatwasser. Daarna was het tijd voor een digestive, vond Mart. Espresso hier, kruidenthee daar. Wiesje en Maaike gingen nu voor mij langs besmoezen wat wij drieën zouden drinken. Met steeds die zin "Maar hij moet nog werken", en soms de zin "Maar dan moet ik váák plassen". Vooruit, het werd samen een tweede kelk tripel.
Ik probeerde Mart aan het praten te krijgen, maar die leek met zichzelf in gesprek. Elsje zat tussen hem en Diana in op de tweezits, anijsmelk op, speentje in, vinger in haar gleufje. We gingen weer vrij vroeg naar bed.
Die avond hadden we een zwaar avondritueel. Maaike had een vergaderpunt, ik zelfs twee.
Maaike vroeg, of zij en Wiesje hun cyclus zouden synchroniseren. Wablief? Wel, nu was er 10 van de 28 dagen bloed in bed. Dat zou beperkt kunnen worden tot 5, door een beetje met de pillenstrips te rommelen. De ene zou dan de pil innemen elke 23 uur, de andere elke 25 uur, totdat ze gelijkliepen. Dan was de knoeiboel dus beperkt, maar onontkoombaar. Ik vond het een boeiend punt. Met Wiesje alleen was ik al gewend aan 5 uit 28. Ik zou nu eerder bezorgd zijn om de medische kant: dat vooral ik kans zou hebben om ongewenste stoffen van de ene bloedbaan naar de andere over te brengen. Dus tegen synchroniseren. Dat bezwaar werd gegrond geacht. Geen synchronisatie. Wel dank aan Maaike voor de gedachte!
Mijn eerste punt was het voorstellen van enkele eenvoudige leefregels, de Konijnenwet, ter aanvulling op boterbriefje en geloftes.
1) Wie begint, bepaalt. Wie als eerste bij mij op schoot zit, die bepaalt wie bij mij op schoot zit. Als iemand andijvie gaat snijden terwijl we nasi zouden maken, dan wordt het andijvie.
2) We streven naar onderlinge gelijkwaardigheid, dus ook naar gelijkwaardige verdeling van lusten en lasten. We streven ernaar, dat beide vrouwen evenveel op mijn schoot mogen zitten. Wie steeds als eerste op schoot zit, biedt uit zichzelf aan om plaats te maken.
3) Bij geschillen tussen twee doet de derde uitspraak, objectief èn subjectief. Als de ene vrouw vindt dat de andere veel meer op mijn schoot zit, dan moet ik uitspreken. Bijvoorbeeld, dat de klacht in mijn beleving gegrond is, maar dat ik deze keer die ander graag wil laten zitten.
Gniffelend stemden beide vrouwen in.
Mijn tweede punt was meer beladen: de tegenstelling in tussen de lol die we hebben en mijn dodelijke ernst bij de himalaya’s: “Ik zou er soepel mee om willen gaan, maar jullie gaan met mij naar bed om de bevrediging, niet om het lachen. Jullie laten blijken, hoe ontzettend belangrijk die bevrediging voor jullie is, en dat je steeds meer wilt. Dan moet ik toch volle kracht aan de bak! Als er ruimte is voor relativering, dolgraag! Maar hoe dan? Zijsprong: Maaike, jij hebt een dimensie toegevoegd aan Wiesje en mij. In meetkundige beeldspraak: jij hebt van een (eendimensionale) lijn een (tweedimensionale) driehoek gemaakt. Laten zien, dat een derde niet tussen beide hoeft te komen. Geweldig! Nu probeer ik die driehoek gelijkbenig te houden, vanuit mijn hoekpunt.” Knuffels. Wiesje meende: "Wij zijn doordrongen van jouw ernst om ons gelukkig en bevredigd te houden. Blijkbaar stralen wij dat onvoldoende uit, of ben jij bang om onvrede niet op te merken. Dus laten we het anders stellen. Als, als, als jij tekort zou schieten, hoe zouden wij dat dan laten merken? - Tja, ik ben nooit in de omstandigheden geweest dat ik iemand na zo lange tijd zo innig samen iets zou kunnen verwijten, en Maaike is te jong om zoiets ervaren te kunnen hebben. Anderzijds is het onontkoombaar, dat jouw krachten minderen, en dat de tijd komt dat we na al jouw inzet nog jeuk hebben. Dan denk ik, dat we jou innig zullen knuffelen (zo als we nu al zo vaak doen), tactvol iets zullen zeggen over ouderdom of ziekte, en dan maar elkaar alsnog zullen geven wat jij ons niet kon geven. Ook dat is een winstpunt van Maaikes komst: dat jij niet alles wat jij tot ons geluk als je plicht ervaart alléén hoeft te doen. - Wat jij, Maaik'?" Maaike trok ons strak tegen zich aan, en hijgde: "Goed gezegd, Wies! Niets aan toe te voegen." Wat was ik opgelucht!
Oh ja: ik had een dagdroom te vertellen. Mooi, hoor! Wiesje ging die meteen parafraseren: van tussen mijn benen mijn pisbuis in klimmen, afzakken naar de prostaat... Daar moest ze een verhaallijn kiezen. Dat deed ze openhartig: "Ik heb geen kantine gezien, zelfs geen lege, maar ik heb kennisgemaakt met een man in een stofjas. Net een potloodventer: hij sloeg hem open, en had er niets onder. Nee, ik heb hem niet gepijpt. Gastenboek? Nee, wel een bonnenboekje voor reparaties." Driehoeksknuffel. Maaike wilde een verhaal bedenken over een panda.
Tijd voor de sex. Ik had een voorstel: "Maaik', je zou natuurlijk bij Wies kunnen gaan zoeken naar poedersuiker. - Nee, in haar mond natuurlijk." Maaike keek me trouwhartig aan: "Als jij haar gebeft hebt, dan kan zij daar toch óók poedersuiker hebben?" Knuffel van verdienste voor Maaike, overgaand in een driehoeksknuffel. En nu? Oh, boter bij de vis (suiker bij de Wies?): himalaya voor Wiesje, eerst van mij, dan van Maaike om de poedersuiker. Verandering van kwak doet niezen.
De volgende ochtend nam Maaike het voortouw. Ze liet me amper wakker worden, en sleurde me naar de badkamer. Onze fles mee. Wiesje volgde op eigen kracht, ook nog niet helemaal wakker. Ah, er was toch een fles van het huis, blijkbaar niet te verwarren met die van Elsje. Wiesje kon zowaar lachen bij de gedachte, dat Elsje sterk verdunde pis met wellicht enkele zaadcellen te drinken zou krijgen, terwijl Diana warme melk of vruchtensap ingespoten kreeg.
Maaike had een plan. Ze sleurde mij meteen terug naar bed, en trok mij op zich voor een sur place. Niks voorspel. Maar toen… Ik kreeg de kans niet om te gaan stoten, want zij wierp mij steeds vanuit haar buik omhoog. Ik moest denken aan de ontgroening in Lucky Luke verhaal “Tenderfoot”: gezamenlijk een zeil openhouden, en het slachtoffer daarmee omhoogwerpen en weer opvangen. Trampoline-andersom. Maar Maaike had blijkbaar ook de beheersing gevonden van spierweefsel in haar vooronder (baarmoederhals, baarmoeder). Ik werd van onderaf afgereden, en Maaike prikkelde zichzelf ermee. Weldra moest ik spuiten, en zij had zelf haar zoveelste hoogtepunt. Ik heb destijds grote woorden gebruikt om te beschrijven hoe Maaike een beurt kwam halen (zoek maar op “zalm”), maar dit was van een grotere orde. Geen naspel, afrollen naar links. Ze noodde Wiesje, die rechts verbaasd en aandachtig had toegekeken, om het kwakkie te zoeken en te verwijderen, zo snel en zakelijk mogelijk. Aansluitend wendde Maaike zich naar links, raapte mij op met haar armen en benen, legde mij op zich, prikte mijn uiteraard nog helemaal slappe in haar vermoedelijk nog wijd open gleuf, en herhaalde de Tenderfoot bewerking. Weer meteen afrollen, weer controle door Wiesje. Tot haar verbazing vond die best veel kwakkie.
Maaike draaide zich naar rechts, en ging het Wiesje aan den lijve uitleggen: “Dat omhooggooien en opvangen doe je met déze spieren. Doe es? - Precies! - En nu hier. Je kunt mijn vinger voelen, maar probeer hem eens te knijpen. - Zelfde hier. Probeer es?” Wiesjes woordenschat bleek ingeperkt tot “Wauw!” en “Allemachtig!”. Ik lag nog steeds voor vuil aan de andere kant, maar ik kon als vanuit de verte horen wat er gezegd werd.
Zo klinisch als ik het nu beschrijf was het niet, hoor! Maar ja, Maaike wilde Wiesje twee dingen tonen (opwerpen en spiergebruik) en dat ik in zeer korte tijd tweemaal zaad had geloosd - en dan heb je geen tijd voor knuffels. We begonnen alsnog aan een aangepast ochtendritueel. Maaike hielp eerst Wiesje aan haar gerief, en heel geleidelijk werd alles weer gewoon. De man in de stofjas schrijft een briefje voor op de winkelruit: “Ter overname aangeboden. Geld toe!”
Afijn, mijn vrouwen kunnen nu mij met “opgooien” tot herhaalde sur place (maar geen mannen-himalaya) brengen, en daarbij zichzelf steeds een himalaya bezorgen. Het moeilijkste is nog, mijn slappe binnen te houden of naar binnen te proppen. Ja, we kunnen afwisselen, dus de ene kan mij uitgewrongen aan de ander overdragen, die dan háár beurt neemt. Zelf moet ik steeds denken aan “Just like Tom Thumb’s blues” van Bob Dylan, namelijk de woorden “she takes your voice and leaves you howling at the moon”. Maar dit is meervoud, en alle eerdere afbeulerij valt erbij in het niet. Gelukkig werd opgooien slechts ‘n truc uit een waar palet, ondergesneeuwd door vrijen vanuit knuffels en grapjes. Wiesje was diep onder de indruk van Maaikes vondst, en Maaike was er terecht apentrots op. Overigens bleek de vondst niet nieuw: het opgooien ging terug op de panda met dildo.
Zondagochtend dronken we eerst samen koffie, liepen vervolgens samen een blokje om (met Elsje in een wandelwagen), en brunchten vergelijkbaar met zaterdag. Terwijl Mart en ik even naast elkaar wandelden, kon hij weer even ouderwets vertellen, waarmee hij bezig was. Bij meer publiek klapte hij weer dicht. Jammer! Na die brunch namen we afscheid, nadrukkelijk ook van Elsje, en stapten in. Aart stapte nu achter het stuur. Het bleek inmiddels hun gewoonte, dat Yvonne heenwegen reed (om rij-ervaring te houden), en Aart terugwegen (opdat Yvonne ongeremd een wijntje of zo kon drinken).
Op de middenbank hadden we onze les geleerd: geen strings onder de rokjes, rokjes los voordat we gingen zitten, broeksriem uit die lange broek. Ik kreeg mijn eigen inval terug: zowat de hele weg terug moesten vrouwen en ik bij elkaar in de mond op zoek naar eh… van àlles. En op kruishoogte werd minstens quatre-mains gespeeld.
We konden Aart en Yvonne bij ons te eten vragen. Ach, ze mochten best even op ons bed.
Hé, er was nieuws van mijn “zwager” Dennis. We wisten al, dat hij afgestudeerd was aan de toneelschool, en zijn geluk zocht in de Verenigde Staten. Nu was het nieuws, dat hij ging samenwonen met Jean-Luc, een West-Vlaming die hij in Amsterdam had leren kennen en daarginds weer had ontmoet. Ze hadden samen met een Amerikaans gay stel een stuk grond gekocht, verscholen in de bergen, maar ongeveer evenver (in reistijd per auto) van San Francisco (uitgaan) als van Los Angeles (filmstudio’s). Nee, Jean-Luc dacht overal te kunnen schnabbelen als handyman.
De boys meldden zich aan de achterdeur. Ze wilden dit nieuws bepraten met Aart en Yvonne, en (waarom ook niet) met ons. Ja, een bakje thee ging er wel in. Hun kleren konden wel uit.
Die Jean-Luc kenden zij ook: leuke goser, ook een leather boy, waarschijnlijk iets ouder dan Aart, en even handig. Had misschien ooit met zo’n hele groep bij de boys gelogeerd. Eventueel konden Aart en Yvonne met Geert en Herman samenreizen als ze erheen wilden. Zelf zagen ze het wel zitten: zwoele Kerst in Frisco en sneeuwpret in de bergen. Wellicht ook bij die andere vriend, waar Dennis eerst gelogeerd had (en daarom ontbrak in Aazicht). Aart en Yvonne namen het in beraad.
Grappig: Dennis aan de veel oudere man, Wouter aan de iets oudere vrouw, Maaike aan de heel veel oudere man èn oudere vrouw, en Sheila wellicht ooit ook aan de oudere man (wegens meer behoefte aan geborgenheid dan aan bemoederen).
Zo, en hoe beviel het Maaike hier? Nou, die zat gedraaid tegen mij aan, en was weer met mijn voorhuid bezig. Ze keek eventjes stralend op, en ging aandachtig verder. Tja, ik blijf het zelf ook vreemd vinden, dat mensen (althans wij) niet uitgekeken raken op de geslachtsorganen van anderen. Wiesje leunde tegen mijn andere schouder, genietend van mijn hand aan haar verre borst, en van de aanblik van Maaikes gedoe. Ze keek op naar Geert: "Hebben jullie dat wel eens gedaan: een kwakkie gezocht in de mond (of voor mijn part kont) van een ander? Of stukjes olijf van onder andermans voorhuid weg gelebberd? Is geweldig!" Nee, daaraan hadden zij niet gedacht. Wiesje vervolgde: "En een komkommer in zijn reet?" Niet ons eigen idee van geil of van hygiënisch aanvaardbaar, maar we vinden onszelf ruimdenkend.
Hadden we nog komkommer? Jazeker: tegenwoordig een vaste boodschap, en nu waren we onverwachts weg geweest. Olijven horen bij het Griekse spul, dus die hebben we altijd. Zien? Proberen? Allemaal naar boven, met olijven en komkommer. Aart en Yvonne naar de grote logeerkamer voor elkaars onderhoud, de boys met ons mee om te kijken. Voor hen is wat wij doen nogal dubbel. Die borsten van Wiesje en Maaike trekken ook hen aan, maar die brede heupen en wat daartussen zit stoten hen af. Op mij geilen ze niet, maar des te meer op wat de vrouwen met mij doen.
Maaike hernam onverstoorbaar project voorhuid, maar liet Wiesje er nu stukken olijf zoeken. Mijn sur place ging naar Wiesje. Maaike ging dus bij haar zoeken, en tenslotte bezorgde ik Maaike een himalaya. Inmiddels was Wiesje de boys aan olijven aan het helpen. Zonder plichtplegingen bij de ene onder de voorhuid, dan bij de andere. "Oh, wacht! Het kan natuurlijk ook met rozijntjes. Of stukjes ananas…" Ja, dat laatste was een verwijzing naar samen kokerellen. Het draaide de boys voor de ogen: één pik (zelden in beeld), vier zwiepende borstjes, die vreemde geur en vloeistof uit de gleuven, en dan dit gegoochel met kwakkies en fruit. Bedeesd pijpten ze elkaar.
Yvonne had van Maaike op de terugweg uit Waterlans het opgooien uitgelegd gekregen. De praktijk bleek weerbarstig, dus ze raakte moe, en ze begon van alle geweld licht te bloeden. Aart schakelde braaf over op beffen. Dat deed Yvonnes wondjes goed, maar Aart kwam zowat te balanceren op zijn erectie. Yvonne gaf hem voorrang, en pijpte hem vacuüm. De boys strompelden verontrust derwaarts bij het horen van zijn gekerm. Eigenlijk was het toch maar vreemd, dat vrouwen wisten om te gaan met een lichaamsdeel dat ze zelf niet hadden. Aart leed niet, hij was slechts overweldigd door Yvonnes pijpen. Na een heel kort naspel hernam hij zijn plicht, en gaf Yvonne haar himalaya.
Zo. Geert en Herman wederzijds gepijpt, Aart gepijpt, Yvonne gebeft, en wij? Ik nog slap van de sur place, Maaike stralend na mijn himalaya, Wiesje stralend na Maaikes zoeken van mijn kwakkie, en ietwat verstoord doordat de boys zich aan haar hulp hadden onttrokken. Ik gaf Wiesje een knuffel. Met een kreet trok zij mij op zich, propte mijn slappe naar binnen, en toonde de aanwezigen de praktijk van het opgooien. Ze besloot tot lesgeven, stopte toen ik zowat een kwakkie in de pijplijn(!) zou hebben, werkte mij van zich af mijn rug op, en trok mij enkele slagen af. Ta-daa!!! Ze eigende zich één drupje toe, en liet Maaike de rest van mijn buik likken. Heel lief, dus Maaike gaf haar een knuffel. Samen betrokken ze mij erin. Alle toeschouwers waren ontroerd. Aart kreeg alweer een halfstijve.
Inmiddels liep het tegen achten. We zouden nog voor Aart en Yvonne koken… Geert en Herman keken elkaar aan. Geert keek de slaapkamer rond: "Zal ik kijken of ik jullie uit eten kan nemen bij Rajiv en Hilda?" Ademloze instemming.
Een halfuur later zaten we bij Thuis in de chambre separée. Aart en Yvonne hoedden zich nu voor "peper en zout" keuzes, en Geert liet zich een peperdure wijn aanbevelen. Wat een heerlijke afsluiting van een druk weekeinde!
Naar inhoudsopgave. Naar volgend verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).