Laatste wijziging: 2022-06-29 (technisch), 2017-09-15 (inhoudelijk). Naar inhoudsopgave. Naar vorig verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).
Boutjes, moertjes, bout en moer - Netwerk - Toneel - Speeltuin
Mij lijkt het grappig om na "Boutjes en moertjes" "Bout en moer" te schrijven. Bout en moer zijn Aart en Yvonne. In een vroeg verhaal heeft Wiesje beschreven, hoe we met hen en hun toen zeer jonge kinderen naar de speeltuin gingen. Wiesje bleek toen te gruwen van de gespreksonderwerpen van Aart en mij, en sindsdien is "boutjes en moertjes" een gevleugelde uitdrukking.
Eigenlijk had die gruwel twee lagen. Wiesje had toen weinig met techniek, maar inmiddels is enige belangstelling gegroeid voor ambachtelijkheid. De andere laag is, dat Wiesje zich opwond over hoe Aart en ik ons in zo technische praat konden verliezen, in plaats van met Yvonne en haar mee te praten over allerlei algemenere onderwerpen (of ernaar te luisteren). Wellicht herkennen andere vrouwen dat gevoel als mannen op een zelfverklaard deskundige toon over voetbal of motorsport praten.
Maar ja, Aart is een doener, geen beschouwer. Deels lijkt mij dat een vlucht. Hij heeft bij die laatste brand iets gruwelijks meegemaakt (waarschijnlijk iemand niet meer kunnen redden), heeft dat niet kunnen verwerken, en is gevlucht. De stad uit, de samenleving uit. Us Net in, techniek en vooral brandveiligheid in. Ik waardeer zijn dienstbaarheid en vakmanschap, wellicht waardeert hij mijn luisterend oor voor de dingen waarover hij wèl wil praten. (We hebben ooit Aart en Bob vergeleken. Die voelen zelf ook de verwantschap, bij verschillende achtergrond.)
Ook Yvonne is een doener, met een brede ervaring rondom toneel. Ze heeft haar eigen doelen terzijde gezet om Aart te volgen, en om met hem na Sheila nog drie kinderen te krijgen. Zij is jarenlang vooral de moer (moeder) geweest die haar kinderen wilde laten worden wie ze zouden blijken te zijn. Ze hééft wat afgehuild om Sheila! Intussen had ze weinig steun aan Aart, totdat die zijn verzuim besefte, en vooral Yvonne alle achterstallige aandacht ging schenken.
Nu trekken de stofwolken op. Sheila lijkt goed op weg om te slagen in het leven, maar mannen blijven beren op die weg. Dennis en Wouter lijken ook goed op weg. Maaike doet Aart en Yvonne de billen knijpen, maar zelf ziet ze zich op koers. Hoe dan ook, Aart en Yvonne hebben weer meer tijd voor elkaar. Ze doen hun best om elkaars belangstellingsgebieden en vaardigheden te begrijpen en te verbinden. Eigenlijk zag je dat jaren geleden al toen we naar Tirol gingen: Aart had het Volkswagenbusje opgeknapt, Yvonne had het beschilderd.
Wiesje is opgegroeid als enig kind, met weinig (maar liefdevolle) aandacht van haar ouders. In Yvonne vond ze iemand van haar generatie, maar dan met vier kinderen. Bovendien een creatieve geest, aansluitend bij die van haar moeder en haarzelf. Ergens zien Wiesje en Yvonne de ander ook een "wat als…" beeld van zichzelf: met of juist zonder kinderen. Ze voelen zich in hun eigen keus bevestigd.
Tja, dan is er nog dat merkwaardige kruisverband(!): dat Sheila en Maaike ook een sexuele band met vooral mij hebben. En dat Wiesje en ik nu vaak met Sheila en Dennis op stap zijn.
In feite vormen we een netwerk. Van Yvonne is het immers een kleine stap naar Mina (en Bill), van Aart is het een kleine stap naar Ab (en Sophie), en van Ab naar Bill ook. Van Ab ben je ook zó bij Fred (en Nelleke), van Aart inmiddels ook. Maar die ken je ook allen als hechte vrienden van Wiesje en mij. Die netwerken zijn ook eindig. Bout en moer zijn goede buren met de boys, maar wij zijn echt bevriend met hen. Andersom zijn zij nog hechter met Bob en Marie dan wij. Dat benadert inmiddels de mantelzorg.
We schreven eerder over electrisch koken. Maar lang geleden schreven we ook over koken, zelfs een wedstrijd. Weet je nog: mijn verse patat tegen Yvonnes voorgebakken diepvries. Yvonne komt er rond voor uit, dat ze destijds vaak niet toekwam aan verantwoord koken.
Tegenwoordig eten ze in de weekeinden vaak getweeën: twee kinderen in Amsterdam, één in de rimboe, één uit logeren. Getweeën - ze eten dan vaak samen met Bill en Mina. Achteraf gaat dat terug op dat weekje in Tirol [geloof, sex]. Wiesje en ik doen ook wel eens met hen mee. Dan is het vooral het vrouwennetwerk, met de mannen geneigd tot afdwalen naar "boutjes en moertjes". Zo had Mina vernomen van die gasleiding, en gingen Aart, Bill en ik peinzen over de gevolgen voor Us Net: was er voldoende electrisch vermogen beschikbaar, moesten we zelf vermogen installeren, hoe duurzaam en prijzig zou dat worden, zouden de leidingen binnenshuis het trekken? Na de koffie kwamen toen ook Ab en Sophie erbij. Aart is goed in materiaallijsten opstellen (in zijn hoofd), Ab heeft van de (in mijn ogen) onwaarschijnlijkste dingen een betrouwbare prijsschatting. Ja, dan praten de mannen over "boutjes en moertjes", maar als Aart, Ab en Bill dan zeggen dat iets maar (wel of niet) moet gebeuren, dan is aldus voor heel Us Net besloten. Vaak ook voor "SP", speeltuin en natuurvriendenhuis. Yvonne en Mina voelen aankomen, wanneer een knoop op doorgehakt worden staat, pauzeren dan hun eigen gesprek, zuigen de argumenten op, en stellen zonodig vragen, een soort marginale toetsing. Die kunnen de doorslag geven.
In Eikenrode blijkt Tin Roof een dergelijke macht. Kees beseft dat, en probeert desgewenst inspraak te krijgen. Dan moet hij maar net bij ons in de kroeg gehoord hebben wat er speelt, en dan middels Ab (en de bank) zijn zienswijze kunnen overbrengen.
Oh ja, Tirol. Iedereen heeft langzamerhand heimwee naar dat chalet. Yvonne en Mina willen erheen om het nu eens blij te ervaren, nu de herinnering aan Chot en Google langzamerhand in verhouding is komen te staan tot ander leed. Sophie wil erheen omdat het tenslotte van vrienden van háár is. Ook Tin Roof wil het in goede tijden ervaren, misschien eens een avond doorzakken met de mensen van die supermarkt, bij hoempa-muziek. Wouter wil er zijn conditie testen, Maaike wil het ecosysteem ervaren. Maar aan onze kant komt het er niet van, en Sophie had iets vaags opgevangen over een aardverschuiving die het chalet onbewoonbaar zou hebben gemaakt, en over vervangende nieuwbouw met een veel hogere huurprijs. Een aardverschuiving? Mij leek de laag aarde op de rotsen daarvoor te dun, maar ik ben niet deskundig. Een lawine dan?
Wiesje en ik willen wel weer mee, maar niet beslist dáárheen. Terschelling mag ook, Zuid-Limburg, de Ardennen, naar de foto's van Diana te oordelen de Sächsische Schweiz ook. Ach, Wiesje en ik hoeven niet eens ècht weg. Ons droom-eilandje [geloof, sex] volstaat.
Een andere mogelijkheid van "niet echt" weggaan is, uitvoering te geven aan Yvonnes voorstel (wens!) om een toneelgroepje op te richten. Dat zou dan niet zozeer een gezelschapje worden dat klassiekers vertolkt, maar eerder improviseert op een thema of op aangenomen persoonlijkheden. Zoiets als jazz dus, maar dan met muziek als bijzaak. Je herinnert je Wiesjes neiging tot theater, dus de kans bestaat. Ik zie mijzelf echter eerder als toneelknecht of zo. Mina ziet er iets stichtelijks in: je verplaatsen in een ander. Zou voor sommigen inderdaad heilzaam kunnen zijn, maar je zult zien, dat juist diegenen niet meedoen.
We hebben het geprobeerd. Op een zaterdagavond hebben we in de kroeg geïmproviseerd op het onderwerp "met vacantie gaan of in Us Net blijven?". Iemand wilde "niet steeds tegen dezelfde muren aan kijken", een ander (Afra, denk ik) "niet steeds tegen dezelfde plafonds". Lachen, want we zien Afra veeleer als iemand die boven ligt. De vraag werd nu aan Wiesje gesteld. Die voelde zich geraakt: "Wat kan mij een plafond schelen?" Toneel of niet, ik gaf haar een knuffel van verdienste. Ze voelde demonstratief in mijn kruis, en vroeg met een toneelfluister: "Die vierde wand, hè…?" In de zaal begonnen twee mensen te scanderen: "Neu-ken! Neu-ken!" Wiesje hoonde: "Wij wèl!" Ze trok mij mee, het toneel af, de gelagkamer door, privé in, naar het peeskamertje, en knalde de deur dicht. Na een kwartier knuffelen hielpen we elkaar aan bevrediging. We gingen omarmd weer terug. De voorstelling bleek voorbij. We zullen zien, of er nieuwe pogingen komen… Tja, ik kan in een dergelijk geval wellicht doorspelen, wellicht geërgerd, en Wiesje soms ook. Nu gaf ze de roepers letterlijk hun zin, maar tegen hun bedoelingen in, en zat ze op de kast. Dan is het weer cruciaal, dat ik onvoorwaardelijk dicht bij haar blijf - maar dat zou omgekeerd ook zo zijn.
We vroegen ons bij het avondritueel af, wat Maaike gedaan zou hebben. Alle kans, dat die van het toneel was gebeend, en beide roepers (man en vrouw) met rappe hand bevredigd zou hebben, misschien zelfs tegelijk, en dat ze intussen zou zijn doorgegaan met het geïmproviseerde toneelstuk. En dan, weer terug op het toneel, op een waarschijnlijke vraag van Afra ("Zag ik jou nu twee mensen klaarmaken?") een terloops antwoord geven ("Huh? Oh. Zou kunnen. Ik was even met mijn gedachten ergens anders.") dat de roepers vergruist. Afra zou de kans grijpen ("Waaraan dacht jij dan?"), en Maaike zou schouderophalend preciseren, bijvoorbeeld: "Ik zag vandaag veel dopheide op een plek waar vorig jaar veel erica groeide. Sorry voor mijn gebrek aan concentratie." Terwijl intussen die roepers bezig zouden zijn met de gemaakte vlekken en alle aandacht. Maar Maaikes belangstelling is nu eenmaal tegengesteld aan toneelspelen.
Wiesje en ik eten ook wel eens een pannenkoek met Aart en Yvonne in de speeltuin. Ook in die zin is de cirkel rond. We zijn er wel heen gewandeld, mijmerend over toen, maar vaker ter afronding van iets bij Sans Perail. We hebben er ook eens gevieren geholpen. Dst was kort na "Boutjes en moertjes", toen die ene vrouw door Mila vervangen werd, en kampeerders van het natuurvriendenhuis een kinderfeestje wilden houden. Drie van ons waren nog half in die rol van gastvrouw, dus dat ging goed. En warempel, er was een klein meisje dat wel iets van Maaike had, en hevig moest niezen van poedersuiker.
Naar inhoudsopgave. Naar volgend verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).