Laatste wijziging: 2015-12-06 (technisch), 2009-05-22 (inhoudelijk). Naar inhoudsopgave. Naar vorig verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde)
Larie heeft nu al twee verhalen verteld waarin Chot voorkomt. Nu ik.
Ik kan me onze begintijd in Us Net niet zo goed herinneren. Het is nog niet lang geleden, maar zó vol met indrukken. We ontmoetten bekenden, we maakten met anderen kennis. Maar met sommigen heb je nu eenmaal meer contact dan met anderen.
Yvonne en Aart hebben het altijd druk, met hun werk en met hun vier jonge kinderen. Bovendien wonen ze aan de andere kant van het dorp, dus komen we ze niet vaak even tegen. Maar als ik naar Appie ging, dan liep ik ook vaak even naar het veldje of de stal van Chot. Ik hou van dieren. Ik ben gek op paarden, dat weet iedereen nou wel, maar ook op dit ezeltje. Volgens mij verveelt ie zich dood, want de kinderen bemoeien zich amper met hem. Nou, Sheila, de oudste, heeft inmiddels de leeftijd voor paarden. Larie en ik zijn niet van die grote kindervrienden. We zijn veel met elkaar bezig. We doen zelfs moeite om geen kinderen te krijgen. Maar Sheila, Dennis, Wouter en Maaike zijn op zich leuk en levendig. Volgens mij maakten we kennis met hen terwijl ik Chot een klontje gaf. Ergens in dat gesprek kwamen we toen op het idee om met ons achten een dagje uit te gaan, naar een speeltuin. En het kwam er nog van óók.
Die speeltuin hoort bij een uitspanning, niet ver voorbij het station. Misschien is die nu gesloten, want ik heb er helemaal niet meer aan gedacht toen we op de watertoren stonden. Zie Nat en Droog.
Het kan een Hemelvaartsdag geweest zijn. Ze zouden "vroeg" voorbijkomen en ons oppikken, maar we gingen ze tegemoet. Ze waren nog niet onderweg, want Chot wilde zich niet voor hun karretje laten spannen. Een ander karretje dan in Droog. Ik denk achteraf, dat Aart het zelf getimmerd had. Iets met vier wielen, en twee bankjes voor de kinderen. Heel gezellig beschilderd, door Yvonne denk ik.
Die kinderen waren heel druk, het leek wel stoelendans. Ik kan me best voorstellen, dat Chot dacht "Krijgen jullie mooi even de hik, en trek zelf!" Maar Larie hielp Aart met het inspannen, en ik probeerde Chot kalm te krijgen. Na een kwartier of zo stond de wagen klaar. Maar toen moest iedereen eerst weer naar de WC, en Yvonne was nog druk in de keuken. Ik herinner me een zwarte appeltaart die niet uit een springvorm wilde. Of ben ik nou in de war? Afijn, na veel gedoe zaten de kinderen in de wagen. Wij vieren liepen ervoor, erachter, ernaast. Aart mende. Chot had het best zwaar op de zandweg, denk ik, al was die toen nog niet zo kapotgereden als nu. Maar als je hem nou aandacht bleef geven, dan sjokte hij wel vooruit.
We kwamen langs ons huis. Ik weet nog, dat ik dáár naar de WC geweest ben, en dat ik amper achtergeraakt was. In dat tempo over die zandweg sjokken, en het was best mooi weer, dat was slopend. Ik geloof, dat we vanaf ons huis drie uur over dat stuk gedaan hebben. En ook minstens drie uur terug. Ik weet nog, dat we niet naar hun huis zijn meegelopen. Dus voor het spelen bleef niet echt veel tijd over. Bovendien zaten die houten bankjes best hard. Oh ja, Sheila moest Maaike vasthouden, want die viel er steeds bijna uit. Later heeft Aart er veiligheidsriemen op gemaakt.
Het was dus een hele tippel. Het landschap is hier best mooi, maar op den duur weet je het wel: rimboe hier, heide daar. Larie weet wel wat van techniek maar hij is zelf niet handig. Hij mag graag praten met mensen die wel handig zijn. Nou, vakmensen zoals Aart leggen dan graag alles uit. Dus dat ging maar door, dat ging maar door. Volgens mij waren ze niet eens blij toen we er waren.
Het was volgens mij een boerderij, nog werkend ook, met een pannenkoekenrestaurant en dus die speeltuin. Zo moet je er vroeger heel veel gehad hebben. We konden Chot uitspannen, en in een weitje parkeren. Bij zo'n groot Fries paard, herinner ik me. Chot vond het maar eng, maar hij was te moe om te protesteren. Het was wel druk bij die tent, maar achteraf zie ik ook al die lege tafeltjes. Ja, hij zal wel dicht zijn. Wij bezetten twee tafeltjes: één voor de volwassenen, één voor de kinderen. Maar die kinderen renden dus heen en weer, en altijd was er wel één aan het huilen. Idem bij de andere bezoekers, dus rust had je nooit.
En Larie en Aart zaten verdomme te praten over schroefjes (oh nee: boutjes) en moertjes! Terwijl Yvonne en ik het over van àlles gehad hadden! Op zeker moment keken zij en ik elkaar aan. Ik ging bij Larie op schoot zitten (daar moest iedereen aan wennen), en begon hem zo over zijn oren te aaien, dat hij het niet meer kon volgen. Aart zag, dat Yvonne er ook zo over dacht, en hield zijn mond maar.
We gingen er dus pannenkoek eten, of poffertjes. Je voelt hem gewoon aankomen: kleine Maaike niest de poedersuiker van haar poffertjes, Dennis en Wouter snappen niet hoe je stroop moet scheppen, en wat had Sheila ook weer? Oh ja, die kreeg haar klontje boter op haar kleren. En er was een man van Laries leeftijd die wel èrg veel naar haar keek. Ze had nog niks!
Larie had dat oude liedje bij zich, van Heleentje dinges over die speeltuin. Je kon bij wijze van spreken afvinken wat ons nog moest overkomen. Nou ja, je begrijpt wat ik bedoel. We hebben nog heel even met ons achten op zo'n grote vliegende hollander geschommeld. Toen moest Yvonne eraf omdat Maaike zich niet goed vasthield.
Ik was op zeker moment alle drukte zo zat, dat ik ging kijken hoe het met Chot was, en met dat Friese paard. Oh ja, Chot kwam zo hoopvol op mij af gesjokt, dacht dat ik hem kwam halen. Maar dat paard dacht, dat ik dan wel suikerklontjes zou hebben, en werd bazig. Ik stond daar een beetje achteraf, en toen kwam Larie erbij. We hebben even heerlijk staan tongen, maar toen kwamen Yvonne en Sheila ook even kijken of Chot al uitgerust was. Ze hadden meer belangstelling voor dat paard, en volgens mij is Chot dat nog steeds niet vergeten! En toen kwam Wouter vragen wat wij aan het doen waren. Uiteindelijk stonden we er allemaal, en toen hebben we besloten om maar terug te gaan. Aart en Larie afrekenen en Chot inspannen, Yvonne met alle kinderen naar de WC, en ik ook maar.
En toen gingen we eindelijk echt terug. Het was best laat geworden. Maar misschien viel Hemelvaartsdag ook wel vroeg. Hoe dan ook, we hebben een uur in het donker gelopen. Daar hadden ze op gerekend. Er was een kastje onder de achterbank van die kar, en daar haalde Aart twee lampions uit. De ene moesten de kinderen om de beurt omhoog houden, de andere wisselde tussen Yvonne, Larie en mij.. Heel sfeervol, maar je zag er geen fuck méér door, en uiteraard viel die ene van de kinderen, brandend en wel. Maar Aart voorkwam ongelukken.
Nou, dat was het dan wel. Het was gezellig, maar we hebben elkaar sindsdien eigenlijk niet meer gesproken. Wel gedag gezegd, natuurlijk. Pas bij Stoom 1 kwamen we weer in contact. Tenminste, Yvonne en ik, want Larie had blijkbaar dat foute plan samen met Aart bedacht. Volgens mij moest Aart meer aandacht besteden aan die spruiten van hem. Misschien ook wel aan Yvonne.
Naar inhoudsopgave. Naar volgend verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).