Laatste wijziging: 2022-07-07 (technisch), 2018-11-11 (inhoudelijk). Naar inhoudsopgave. Naar vorig verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).

Larie: "Aula"

[sex]

Noot: “Aula” is uiteindelijk een bundel geworden van een aantal verhalen met wisselende onderlinge samenhang en zonder gezamenlijke tijdlijn.

Aula - Yasmine - Katjes - Paradijs - Overdag 1 - Overdag 2 - Proefkonijnen

Aula

Bij Maaike op school ging een gerucht: dat deze rare meid nu samenwoonde met een man die haar opa had kunnen zijn en een vrouw die haar moeder had kunnen zijn. Zoals Maaike al eens schreef: omdat zij raar gevonden werd, was alle rare wat zij deed gewoon (voor háár). Maar ja, ze was de laatste tijd minder raar geworden, dus nu werd zij meer naar gewone maatstaven beoordeeld, dus werd dit samenwonen toch wel raar gevonden. Bovendien liep ze ermee vóór op alle kalverliefdes op school, oogde ze heel gelukkig, en ging het gerucht, dat dat ziekteverlof van de directeur door háár kwam. Kortom, er ontstond een wens om méér te willen weten.

Maaike had dat bij Wiesje en mij in ons avondritueel opgeworpen. Wiesje was meteen strijdbaar: "We zullen ze eens wat laten zien!" Daarmee was Maaike dan maar naar haar klasselerares, Anna, gegaan. Die had ons meegemaakt, en was waarschijnlijk stiekem ook benieuwd. Maar hoe nu verder: je kon toch niet in school- of zelfs klasseverband de partners van een leerling uitnodigen om uitleg te geven over hun relatie? Gelukkig stond ze op goede voet met de conciërge van het gebouw waarin het VWO huisde. Die zag wèl de mogelijkheid om een klassebijeenkomst te houden, bijvoorbeeld op vrijdag na de laatste lessen. Die had bovendien een rijke levenservaring, en wellicht daardoor een juist voorgevoel. Zodoende opperde hij, om de aula van dat gebouw te gebruiken. Dan konden verdere belangstellenden er ook in, maar was tevens een deurbeleid mogelijk. Bijvoorbeeld ook, dat je niet in en uit kon lopen.

Zo geschiedde het, dat op een vrijdagmiddag Aart en Yvonne Wiesje en mij naar Maaikes school reden. Naar die aula. Maaike was uiteraard nog in het schoolgebouw. Drie stoelen middenvoor op het podium voor ons, twee stoelen terzijde voor Aart en Yvonne. Er was deurbeleid: iedereen was welkom, maar na aanvang gingen de deuren dicht. Wie wegging, kwam er niet weer in. Wie naar de WC moest, kon de artiestentoiletten achter het podium gebruiken. De toneelgordijnen hingen open. De zaal zat wellicht halfvol, met zo te zien vooraan wat hoopvolle geilneefjes, ver bovenin wat hoofddoekjes, en in dier nabijheid wat jongens van wellicht islamitischen huize. De rest oogde autochtoon, dus in deze streek in een verscheidenheid van christelijke richtingen en strengheid. Best veel leraren.

Dit was nu echt zo'n gelegenheid voor Wiesje om zendeling te spelen, en dan gaat ze door roeien en ruiten. Dit werd háár feestje! Ze kreeg de (enige) microfoon van de conciërge, en trapte af.
"Hallo, allemaal! Ik ben Wiesje. Naast mij zit Larie. Naast hem zit Maaike. Daar opzij zitten Yvonne en Aart, Maaikes ouders. Maaike is bij Larie en mij komen wonen, en jullie willen er méér van weten. Dat kan.
Je gaat niet met iemand samenwonen om iets anders dan de sex. (Nou ja, of omdat je geen betaalbare woning kunt vinden.) Je moet dus minstens bereid zijn om die ander bij je in bed te hebben. Met zijn scheten en zijn stijve pik, met haar ongesteldheid, noem maar op. Je moet dus iemand kiezen, met wie je het bed wilt blijven delen. Als ànderen voor jou kiezen, dan moet je met je partner het beste ervan zien te maken. Misschien wil je kinderen, misschien verwacht je omgeving van jullie, dat je kinderen krijgt. Hoe dan ook, zorg dat het leuk is om met die ander het bed te delen. Maak het voor die ander dus leuk om met jou het bed te delen, om met jou sex te hebben. Zorg, dat sex leuk is, dat het niet moet.
Als sex moet, dan is het meestal omdat de man van zijn stijve af wil. Is voor hem niet leuk, is voor haar niet leuk. Ja, sex lijkt vooral te moeten bij hetero's, niet zo bij homo's. (Die kunnen wel graag willen!)
Sex kan ontzettend leuk zijn, als je elkaar weet te bevredigen. Tip voor de mannen: zorg eerst, dat je vrouw aan haar hoogtepunten komt: dan geniet zij, en dan helpt ze jou met liefde van je stijve af. Dan blijft het leuk, dan raak je niet op elkaar uitgekeken.
Ik zit hier geen lesje op te dreunen! Ik heb van mijn twaalfde tot mijn vierentwintigste misschien gemiddeld een vriend per week gehad, dus misschien zeshonderd in totaal, voordat ik bij Larie bleef. (Nee, jongeman, ik ben geen hoer! Ik ben nooit te huur geweest.) Met hèm samen heb ik iets onwaarschijnlijk moois opgebouwd.
Maaike wist dat. We kennen elkaar goed sinds dat zij drie was. Zij heeft bij ons de sex van dichtbij meegemaakt. Ze heeft gezien, hoe wij elkaar gelukkig houden. Ze heeft gevoeld, hoe gelukkig zij met ons kan zijn, Wij hebben gevoeld, hoe gelukkig wij met haar kunnen zijn. En ja, dat draait om sex.
Het is geen vraag, in wie Larie nu eens zijn kwakkie zal spuiten. Dan zat hij nog steeds in zijn eentje te rukken op porno. Nee, wij hebben afspraken gemaakt, eerst Larie en ik. Dat hij mij bevredigd houdt, en dat ik hem in ruil steeds van zijn stijve afhelp. Maaike heeft diezelfde afspraak met hem, maar zij en ik hebben óók de afspraak dat wij elkaar bevredigd houden.
Weet je, wij hebben een begrip "himalaya": een reeks hoogtepunten. (Vrouwen kunnen nu eenmaal vaak achterelkaar klaarkomen.) Larie geeft elk van ons 's ochtends en 's avonds een himalaya en een "sur place". ("Sur place" is gewoon, dat de man in de vrouw klaarkomt.) Maaike en ik geven elkaar ook 's ochtends en 's avonds een himalaya. Die himalaya's zijn tong- en vingerwerk, maar Larie kan ook zijn neus gebruiken.
Dus Larie komt minstens vier keer per dag in een vrouw klaar, en Maaike en ik krijgen elk minstens vier reeksen hoogtepunten per dag. Minstens, want als Maaike op school is, dan gaan Larie en ik samen door. Als sex zou moeten, dan was Larie waarschijnlijk nog alleen. Maaike en ik laten ons niet gebruiken als (wat wij noemen) "kwakjesvat". (Als hoer, als je dat beter begrijpt.)
Het maakt niet uit, hoe oud we zijn! Als Larie maakt, dat wij de hele dag lopen te lekken, dan is onze enige zorg, dat het feest ooit eens ophoudt. En, wat ik nooit gedacht had, Maaike en ik voelen ons bakvissen: kleine geile meisjes, vereerd dat die grote man ons al die aandacht geeft, en we laten elkaar voelen, wat we van hem zo lekker vinden. Wij zijn niet lesbisch of bi, wij doen lesbisch en bi. Maaike heeft ons favoriete spelletje bedacht: "kwakkie zoeken". Als Larie bij de ene van ons is klaargekomen, dan gaat de andere daar zijn kwakkie zoeken. Noem dat maar lesbisch!
Ik heb begrepen, dat jullie Maaike raar vinden. Moeten jullie weten. Weet je, ik was zo achter de mannen aan, dat ik nooit een hartsvriendin heb gehad. Nu heb ik er wèl een: Maaike."

Wiesje zweeg. Ze nam een slokje water, en we deden uiteraard een driehoeksknuffel. We gingen er zelfs bij staan, want op drie stoelen naast elkaar wil die knuffel niet zo. Uit het publiek klonken applaus en gejoel. Er was gelegenheid voor vragen. Ik noem mezelf hieronder maar bij naam.

"Meneer, bent u nou de baas?" - Hoongelach van Wiesje en Maaike. Larie: "We streven naar eenstemmigheid, maar je kunt het ook anders bekijken. Vroeger nam ik vaak het voortouw, en ging Wiesje daarin mee, met haar eigen invulling. Nu neemt zij vaak het voortouw, en geven Maaike en ik invulling. Maar laat ik jullie een geheimpje verklappen: hoe beter je een vrouw bevredigd houdt, des te méér zal zij iets terug willen doen. Ook buiten de sex." Warempel, Wiesje en Maaike knikten, duidelijk genoeg om door het publiek gezien te worden.

"Meneer, neemt u nou elke vrijdag één óf twee bosjes bloemen mee?" - Gelach alom. Wiesje: "We hebben geen tijd voor bloemen. Nou ja, niet voor snijbloemen. En in onze tuin bloeit altijd wel iets."

"Hoe zijn de regels bij homo's?" - Wiesje: "Nou ja, anders." Gelach. "Onze oudste buurvrouw bevredigt eerst haar jonge vrouw, en krijgt dan haar eigen beurt. Misschien moet je het zien als: laat de minder aantrekkelijke de meer aantrekkelijke bevredigd houden, opdat die iets terugdoet in plaats van wegloopt."

"Waar leven jullie van?" - Larie: "Van mijn WAO-uitkering en van wat we er soms bij verdienen. Voor ons is het genoeg."

"Meneer, neemt u nou de ene dag de ene, en de andere dag de andere?" - Larie: "Zoals Wiesje net zei: we vrijen gedrieën. Als Maaike niet naar school is. We zijn steeds met beide anderen bezig. Noem het groepssex, of teamsport." Maaike: "Ja, het heeft wel iets van volleybal: aannemen, opzetten, afspelen. Niet die drie functies, wel zo'n ritme."

"Wat doen jullie als een vrouw ongesteld is?" - Larie: "Maakt de anderen niets uit. Ze bloeden trouwens niet zo hard, want ze zijn aan de pil."

"En als ze hoofdpijn heeft?" - Wiesje: "Dan weten we, dat we die van de sex kwijtraken."

"Wat doen jullie als iemand geen zin heeft?" - Eenstemmig: "Dat gebeurt niet!" Larie: "In de veertien jaar dat Wiesje en ik samen zijn, is dat ons en sinds kort Maaike nog nooit overkomen. Diegene zou ziek zijn. We zijn allen wel eens ziek geweest, en soms kòn de sex dan domweg niet. Maar willen: altijd!" Maaike: "Als je met deze kanjers samen bent, dan wil je niets anders. Dat ze mijn moeder en opa zouden kunnen zijn, maakt niet uit."

"Wat gaan jullie doen als Maaike van school is?" - Maaike: "Dan hoop ik te gaan studeren. Hoe het tijdens en na mijn studie moet, weten we nog niet. Daarom doen we nu maar extra ons best."

"Wat gaan jullie doen als er één wegvalt: doodgaat, scheidt?" - Wiesje: "Dan blijven de beide anderen bij elkaar. Statistisch gezien is Larie over twintig jaar dood. Dan willen Maaike en ik samen verder. Wordt Maaike doodgereden, of vindt ze toch iemand die beter bij haar past, dan gaan Larie en ik weer samen verder. Ga ik opeens dood, dan gaan Maaike en Larie samen verder."

"Komen er nog mensen bij?" - Wiesje: "Onwaarschijnlijk, maar niet uitgesloten. Eigenlijk wilde eerst Maaikes oudere zus bij ons blijven. Die heeft trouwens laatst nog bij ons geslapen. Toen hebben we gesplitst: zij bij Larie, Maaike bij mij. Voor een keertje kan dat, maar ze past niet in het team. We hebben lesbische buren. Soms doen we even iets met hen, ook voor een keertje." - "Wat doet Larie dan?" - Wiesje: "Die is zelfs geweldig in bed als hij zijn pik niet gebruikt…" Maaike: "... en wij ervanaf kunnen blijven."

“Is het nou niet véél?” - Wiesje: “Lèkker veel. Kijk, vroeger was het eenvoudig. Larie wilde mij ‘s ochtends en ‘s avonds neuken (sur place). Dus befte en vingerde hij me eerst een reeks hoogtepunten (himalaya), zodat ik ook bevredigd zou zijn als ik tijdens zijn neuken niet klaarkwam. Eigenlijk vond ik pijpen lekkerder dan sur place, en Larie wil bij beffen zijn eigen kwakkie niet tegenkomen. Toen hebben we ingevoerd wat wij noemen de “aanbetaling”: dat we begonnen met dat ik hem pijpte. Dan was hij zijn kwakkie kwijt en had ik het binnen, en dan had hij langer de tijd (de “oplaadtijd”) om mij te vingeren en te beffen totdat hij die sur place kon doen. ‘s Avonds deden we geen aanbetaling, want we hadden elkaar overdag ook nog flink geholpen. Hij kwam dus minstens vier keer per dag klaar, en ik kreeg minstens twee reeksen hoogtepunten.
Toen kwam Maaike erbij. We hebben mijn pijpen vervangen door sur places van haar, en na zijn sur place in de één gaat de ander zijn kwakkie in haar zoeken, en geeft haar zo ook een himalaya. Dus zijn vaste vier keer klaarkomen per dag verdeelt hij nu over twee vrouwen, en wij krijgen dagelijks minstens twee reeksen hoogtepunten van hèm en van elkaar. Overdag gebeurt er ook heus nog wat - en Maaike heeft pech als zij op school is. Daarom krijgt zij voorrang als ze er wèl is. Dus als jullie haar zien, dan heeft ze die dag al een sur place en twee himalaya’s binnen, en een stevige fietstocht achter de rug. En als jullie haar zien vertrekken,dan heeft ze een stevige fietstocht (met waarschijnlijk wind tegen) voor de boeg, een sur place en twee himalaya’s. En terwijl jullie haar zien, liggen Larie en ik van elkaar te genieten. - En als zijn pik het begeeft, dan hebben Maaike en ik nog steeds al die reeksen hoogtepunten. Mooi toch?” De zaal ademde een dromerig “wa-au-auw…”

“Maaike, heb jij dan nog wel tijd voor je huiswerk?” - Maaike, op haar hoede: “Ja.”

"Willen jullie kinderen?" - Wiesje: "Wij niet. Als Larie als eerste wegvalt, dan zou een nieuwe situatie kunnen ontstaan."

"Meneer, als u zou moeten kiezen…" - Larie: "Nee. Nee. Nee." - "Maar het kan toch…" - Wiesje: "Nee. Nee. Nee." - "Ja, maar…" - Maaike: "Nee. Nee. Nee."

"Meneer, kunt u ze in het donker uit elkaar houden?" - Larie: "Ja. Het is bij ons 's nachts pikdonker, dus ik heb erop geoefend." Wiesje en Maaike grijnsden elkaar aan. Larie: "Ze hebben geprobeerd me te foppen, daarom lachen ze. Maar ik moet ze niet alleen onderscheiden, ik moet ook nog eens met mijn slaperige hoofd bijhouden, of het nog een beetje gelijk-op gaat. Het hoeft niet precies om de beurt(!), maar wel ongevéér. Dat is nog moeilijker dan om-en-om."

"Mevrouw, maakt het verschil, wie u vingert of beft?" - Besmuikt gelach in de zaal. Wiesje: "Ja. Een man vrijt anders dan een vrouw, ook bij vingeren of beffen. Niet beter of slechter, anders. En Larie kan zijn neus gebruiken, Maaike en ik niet, maar dat heeft met de grootte van zijn neus te maken."

“Is het nou niet vies?” - Vertederd gelach. Wiesje: “Ja, eigenlijk is sex vies, onhygiënisch. Maar als je bezig bent, vervagen al je normen. Wij proberen onszelf wel zodanig schoon te houden, dat de anderen geen drempeltje over moeten. Mannen, als je een voorhuid hebt, was je dan ook daaronder, met zeep. Vrouwen, als het goed is, dan houdt je gleuf zichzelf schoon. Maar er kàn allerlei rommel achterblijven, dus houd het in de gaten.”

“Gaat het niet gauw vervelen?” - Wiesje: “Nee! Kijk, als je sex beperkt is tot dat hij van een stijve af wil, en dat zij zich openstelt als kwakjesvat, dan slaat je sexleven in no time dood. Dan kun je trouwens best gelukkig met elkaar zijn, maar dan laat je veel geluk liggen. Bij ons verveelt het nooit. Wij hebben een soort gebarentaal op het lijf van de ander, zoiets als wat je tegenwoordig met het scherm van je mobieltje doet. Ik kan aangeven waar ik geprikkeld wil worden, hoe, en hoe hard. Maar ook, of ik moet plassen, en of daar haast bij is. Wie mij aan een himalaya helpt, die schuift van hot naar her. Dat is bij Maaike net zo. Bij Larie minder, want die laat ons niet zo afwisselen tussen pijpen en tongen. Die wil minstens een sur place per vrouw per dag, en de rest laat hij meestal aan ons over. Wij willen graag pijpen, dus die rest bestaat vooral uit pijpen. Maar ook dat verveelt niet. - Weet je, lang geleden hebben Larie en ik eens een soort wedstrijd gedaan met vrienden. We zijn in training gegaan: we zijn alle mogelijkheden gaan onderzoeken. Één voorbeeld: hoe-om houd ik mijn hand als ik hem aftrek: mijn duim bij zijn ballen of mijn pink bij zijn ballen? Maakt verschil. Dergelijke dingen kan hij dus aangeven, en ook zijn voorkeur wisselt. Als we hem al afgebeuld hebben, dan vraagt hij een andere benadering dan als hij nog op springen staat. - Nou ja, Larie en ik zijn al veertien jaar samen, dus we hebben algauw een idee van wat de ander zal willen. We hebben als het ware aan een half woord genoeg. Maaike is die gebarentaal nog volop aan het leren. Ze kent de gebaren, maar ze weet nog niet precies wat ze zelf fijn vindt, en kan dat dus ook nog niet vragen. En ze moet nog heel even nadenken als ze een aanwijzing krijgt. - Oh ja, stoppen is het moeilijkst. Als vrouw geven Maaike en ik aan, wanneer die reeks hoogtepunten mooi genoeg is geweest. Maar wanneer vind je, dat er geen genot meer bij hoeft? Bij Larie is het vooral: krijgen we dat ding nog weer stijf, en komt er nog iets uit, of kunnen we hem beter weer even op krachten laten komen. Ik heb de naam, dat ik “water uit de rots kan slaan”. Klopt: ik krijg iedere pik altijd stijf, en ik krijg hem ook aan het spuiten. Maar Larie is herhaaldelijk bij de sex bewusteloos geraakt. Dan had ik beter kunnen stoppen en wachten. Of Maaikes zus was erbij, en die denkt bij sex, dat helften uit 80% bestaan. Nou, dan werd hij flink overbelast. - Geweldige zus, trouwens. Heeft tijdens haar studie allerlei dingen rondom sex georganiseerd. Ze is net afgestudeerd, dus het is even afwachten wat ze wanneer waar gaat doen.”

"Hoe komt het, dat jullie zo open durven te zijn over je sex?" - Wiesje: "Noem het zendingsdrang, al klinkt dat zo hoogdravend. Volgens ons zou de wereld veel beter zijn, als mensen elkaar gelukkiger zouden maken bij het vrijen. Dan moet er wèl iemand zijn, die durft te zeggen hoe dat moet."

"Doen jullie het ook wel eens vóór?" - Gegniffel alom. Wiesje: "Oh ja! We laten vaak genoeg zien, dat we niet bluffen." En ja hoor, iemand riep tussen zijn handen door: "Neuken!" Het werd een spreekkoor van ongeveer de helft der aanwezigen: "Neu-ken! Neu-ken! Neu-ken!" Anna sprong verwilderd overeind, en snelde naar de conciërge. Iemand riep: "Jij niet!" Geschater alom. Anna en de conciërge kwamen op ons toe, met rode hoofden. Wiesje deed een stap in hun richting: "Zeg het maar." Anna stond in tweestrijd: "Ik zou het graag meemaken. Make love, not war, zoals ze vroeger zeiden. Maar dit loopt helemaal uit de hand." Maaike kwam Wiesje te hulp: "Anna, je kent mijn reputatie, hè? Wij krijgen ze rustig. Maar regel vast wat handdoekjes of servetjes voor ze." Anna snelde terug naar de conciërge.
Wiesje geleek een pop-ster die naar een toegift toewerkt: "Willen jullie ons bezig zien?" Veel ja-geroep, beetje nee-geroep, blijkbaar veel zwijgend afwachten. Wiesje hernam: "Goed, dan doen we het. Wie er niet tegen kan, die moet nu weg, en die kan dus straks niet meer terug." Warempel, niemand vertrok.

Wiesje gaf een teken aan Aart. Verrassing: die sjorde een tweepersoons luchtmatras (en nu bedoel ik zo'n echte matras, maar dan gevuld met lucht) van achter een zijgordijn naar ons toe. Pitstop-uit. Iemand (de conciërge?) doofde het zaallicht, en richtte een spot op de matras. Wij deden staand een driehoeksknuffel, gingen door de knieën, en kropen de matras op. Opeens speelde het muzikale begrip "set list" door mijn hoofd: welke nummers spelen we, in welke volgorde? Geen tijd. Mij leek dit Maaikes feestje. Ik kroop dus op haar af, en de Konijnenwet trad in werking. Hevige knuffel, met de stoptrein omlaag, enkeltje neuzen (doorgaans een hele himalaya), sur place. Even naknuffelen, afrollen, Wiesje kwakkie laten zoeken bij Maaike. Wiesje himalaya beffen en neuzen. Me door Maaike laten pijpen. Oh, opnieuw Wiesje kwakkie zoeken bij Maaike, nu in haar mond. Me door Wiesje laten oprapen voor opgooien. - Zoiets. Ik moest alweer aan muziek denken. Nu aan de beroemde Temptations met hun choreografietjes onder het zingen.

Aart en Yvonne hadden de verleiding tot meedoen weerstaan. Ze monsterden dan maar het publiek. Daar hadden zich wat paren gevormd, en veel mannen (nou ja, jongens) hadden zich Wiesjes les aangetrokken. De vermoedelijk islamitische jongens zochten vergeefs sexuele hulp bij de hoofddoekjes. Er moesten zich lange rijen vormen voor de paar artiesten-toiletten, want de rijen bioscoopstoelen liepen leeg met een haast die niet paste bij het voor gezien houden. Inderdaad ontwaarden wij vanaf onze matras drukte in de coulissen, en volgens ons gingen daar in de slagschaduwen ook wat paartjes plat.

Langzamerhand oogden Wiesje en Maaike weer helemaal stralend, en ik afgebeuld. De man in de stofjas had een speciale aanbieding: oma-fietsen met steunwieltjes. We stopten, en deden een afsluitende driehoeksknuffel. We bleven bloot om ons heen kijken. Zaallicht op. Dankwoord van Anna, drie bosjes bloemen. We gingen bloot op onze stoelen zitten. (Gladde houten stoelen, gelukkig.) De zaal stroomde leeg langs één kant van het toneel, maar sommigen liepen even naar ons toe. We gingen staan.
Meestal kregen we alledrie een hand. Mannen (vooral de leraren) benutten die kans om Wiesje en Maaike van nabij te aanschouwen. (Wauw! Dus dit had Maaike onder T-shirt of trui en rokje of legging… En die Wiesje zou je ook maar in je bed vinden...)
Het groepje vermoedelijk islamitische jongens kwam na hoofdelijke stemming ook op ons af: "Dankuwel. Echt tof, weetje." Ze gaven geen hand, maar bleven een tel te lang hun ogen weiden.

Als laatsten vóór Anna en de conciërge kwamen de hoofddoekjes. Ze gaven Wiesje en Maaike zwijgend een hand en een kus, en deden hun best om langs mij heen te kijken. Wiesje opperde: "We hopen, dat jullie er iets aan gehad hebben." Eentje antwoordde: "Ik denk het wèl." Een ander vulde aan: "Maar het is moeilijk om dat in de praktijk te brengen." Wiesje zei: "Als die mannen nou maar snappen, dat het in hun eigen belang is om eerst òns te bevredigen, dan heb je al veel bereikt. - Inshallah." Ze glimlachten dun, en haastten zich naar de uitgang. Hoofddoekjes, maar die ene droeg een strakke spijkerbroek. Maaike zei: "We zijn hier, hoor!" Ik gaf haar een knuffel, en vingerde haar hopelijk een enkeltje. (Staand is toch anders dan liggend.) Ze parodieerde zichzelf door tweemaal mijn voorhuid stevig heen en weer te bewegen. Ook Wiesje had de vertrekkenden nagekeken. Ze was met een schok bij de les: "Oh, gáán we weer?" Ze omsloot mijn halfstijve met één hand, mat blijkbaar de kans op een kwakkie, bevond die gering, en gaf me een knuffel. Net vóór het toneel stond Anna, zo te zien te wachten totdat wij weer aangekleed waren. We deden iets wat kon doorgaan voor een demonstratie-versie van een pitstop-aan. Anna kwam op ons toe, nog enkele papieren handdoekjes (uit zo'n zigzag-dispenser) in de hand. Wiesje nam haar die af, gaf Maaike en mij er één, en tegelijk namen we de stoelzittingen af.

Anna knikte ons opgelucht toe, en wenkte Aart en Yvonne. Die hadden nog rustig (althans uiterlijk onbewogen) alles aangezien en aangehoord. Eendrachtig lieten ze de luchtmatras leeglopen, vouwden die op, en stopten die in een grote plastic draagtas. Oh ja, dat ding hoorde nu bij onze bagage. Bloemen niet vergeten. Anna dreef ons behoedzaam naar de uitgang van de zaal, dan naar die van het schoolgebouw. Eerst nog even sanitaire stops. Leuk hoor: mannen en vrouwen gescheiden, en geen fles. Des te sneller waren we weer bij Anna. Die prevelde opgelucht een dankwoord, en keek Maaike bewonderend aan. Die glimlachte dun terug: "Je weet het nu…" Op naar de auto. Het was inmiddels donker, en op de parkeerplaats was het rustig. Wiesje trok haar string uit in de beweging waarmee ze de auto in stapte. Maaike volgt zoiets meteen. Yvonne aarzelde een tel, en volgde ook. Ik maakte mijn broek los, stapte tussen Wiesje en Maaike in, en liet de broek zakken. We lèren het wel! Ik verzuchtte, dat ik de fles had gemist. Wiesje trok die uit onze rugzak (Oh, die had ik dus in de auto achtergelaten!), goochelde een restje zigzag-handdoekjes tevoorschijn, en liet ons drieën iets van vochtige schoonmaak doen. Oh, Yvonne wilde ook graag. Alsjeblieft! Aart zat gemelijk achter het stuur. Yvonne overzag de mogelijkheden, liet hem zelf zijn gulp openritsen (Oef!), depte zijn stijve, schoof weer iets van hem af op de voorbank, boog zich naar zijn schoot, en pijpte hem. Hij kwam klaar met een zucht die zeilers aan het reven zou brengen. (Sterke beeldspraak, hè? Zelf bedacht.) Hij bleef enkele tellen zitten bekomen, boog zich naar Yvonnes schoot, haalde zijn verre arm erbij, en vingerde en befte haar enkele hoogtepunten. Hij bracht zijn kleding weer in orde (Je weet maar nooit: "Goedenavond. Papieren, alstublieft. - Nee, niet die vieze handdoekjes!"), startte, en reed behoedzaam weg. Op de middenbank zat ik weer gezellig met mijn handen aan de verre borsten, met twee vrouwenhanden in mijn kruis.

Aart reed door tot voor ons tuinhek. Een slokje? Vooruit! Wij stapten alvast uit, ondergoed en rugzak in de hand. Hij draaide de auto, en parkeerde die op de verre berm. We gingen ons huis binnen. Huiskamer of slaapkamer? Ach, nu eens huiskamer. Grieks wijntje voor Yvonne, pilsje voor Aart. En wijzelf? Wijn, wijn, … - wijn, dus. Een mok Griekse wijn. Olijven? Wèl meenemen naar boven. Maaike ging op de driezitsbank dwars over de schoten van Wiesje en mij liggen: "Het is vrijdag!" Ze had uiteraard naast mij gezeten, dus kwam haar rokje op mijn schoot. En mijn ene hand was nu de te strelen borst kwijt. Die kroop dus onder het rokje. Met haar opgooi-bewegingen ragde Maaike langs die hand. Ze lekte haar rokje in. Aart kom dat lekken niet zien, maar wel vermoeden. Kreunend viel hij op Yvonnes kleding aan, gaf haar een bewonderenswaardige himalaya (hij moet echt goed kunnen neuzen!), en stortte zich op haar voor een sur place. Wat een zelfbeheersing sprak eruit! Yvonne likte zijn slappe af, en haar dankbaarheid was niet te missen. Ze namen weldra afscheid, met Yvonnes string half uit Aarts achterzak. Maaike vermaande: "Stap nou niet zó de kroeg in om met Mina te kletsen!" Oeps! Yvonne rukte haar string weg, en trok die alsnog weer aan. Knuffels, weg.
Maaike schrok op uit ons drieër "eindelijk weer onder ons" knuffel: "Mijn fiets staat nog op school!" Ze belde Yvonne. Hoe laat, maandagochtend? Daarna wendde ze zich tot Wiesje en mij: "Wat eten we eigenlijk?" We kleedden ons verder uit, en bereidden iets eenvoudigs. Zonder olijven, want die gingen mee naar boven.

Yasmine

In Aula is sprake van een groepje hoofddoekjes. Hier vat ik hen samen in één figuur Yasmine, ook al is het op islamitische wijze dragen van een hoofddoek de enige grond voor dat samenvatten. Het zijn tieners van verschillende leeftijden, achtergronden en verwachtingen, en van uiteenlopende bekendheid met Maaike. Maaike vertelde ons geleidelijk het volgende, en ik heb het tot een geheel verwoord. Ik kan dingen verkeerd begrepen of onthouden hebben.

Ons optreden in de aula had geleid tot contact tussen Yasmine en Maaike. In monoloogstijl met wij-vorm krijg je dan het volgende:
“Wij zijn jullie dankbaar voor jullie kijk op het leven en voor jullie openheid. Het is onze eigen keus om op deze wijze een hoofddoek te dragen, en daarmee uit te dragen dat wij geen kwakjesvat willen zijn. Onze ouders hebben ons naar het VWO laten gaan, in de hoop, dat wij het beter krijgen dan zij. Wij zijn dankbaar voor die kans, en we willen die benutten. Daarom dragen wij uit, dat we niet te versieren zijn, en drinken we geen alcohol, om te voorkomen dat onze weerstand zou verslappen.
Natuurlijk verlangen wij naar een toekomst met een man en met kinderen. Op sommigen van ons rust de druk van onze omgeving om een bepaalde man te kiezen of opgelegd te krijgen, en tijdsdruk bij die keuze en het krijgen van kinderen. Maar dat heeft hier toch ook gegolden?
Hoe vind je de juiste man als je mannen op afstand houdt, dàt is ons probleem. Wiesje moet veel geleden hebben bij het hebben van het ene vriendje na het andere, en jij schijnt óók wat teleurstellingen gehad te hebben. Maar jullie hebben iemand gevonden die vrouwen niet ziet als kwakjesvat, en die bij jullie lijkt te passen. Ik betwijfel, of wij een leven zo gericht op sex ambiëren. Maar misschien blijkt sex wel zo leuk, dat ook wij uiteindelijk niets liever zouden willen. Onbekend maakt onbemind, dat geldt voor ons, voor de mannen die eigenlijk wel bij ons zouden passen, en bij de sex. Jullie hebben ons zelfs laten zien, hoe leuk je het kunt hebben als twee hetero vrouwen met één man. Dat is ongelooflijk. Larie heeft ons ook laten zien, dat een oude man geen probleem hoeft te zijn. Jullie maken elkaar door de leeftijden heen zichtbaar gelukkig. Dat alles geeft ons hoop. Dank je wel, alledrie.”

Katjes

Herhaaldelijk heb ik Wiesje vergeleken met Tiger on the tiles en “the Kitten that never grew up”. Wiesje en Maaike samen hebben we vergeleken met bakvissen, hierboven nog. Maar eigenlijk vind ik hen eerder twee katjes, met een vraagteken voor Maaike inzake “grown up”. Wiesje kan inderdaad tiger on the tiles zijn, zie haar rol in de aula. Maaike is geen tiger on the tiles, maar eerder het roofdier dat opeens vanuit het niets toeslaat. Tenslotte hééft ze dieren gevangen en opgegeten.

Het verschil blijkt in bed. Wiesje glijdt behaaglijk langs me, vindt soms een weerhaak, en gaat dan vergenoegd trekken en pijpen. Maaike is er opeens, en neemt me in bezit. Volgens mij botst het soms. Dan denkt Wiesje na een himalaya een kwakkie te innen, maar dan kaapt Maaike dat voordien weg. Dan heeft ze weliswaar geen hol om heen te verdwijnen, maar dan doet ze wèl “Ik zie jou niet, dus zie jij mij niet", met àlle zintuigen. Nou ja, met de uitgebreide vorm van kwakkie zoeken (ook in de mond) blijft de schade beperkt. Misschien toont Wiesje hierin weer haar grootmoedige kant: aan Maaike gunnen wat zijzelf al naar voldoening ontvangen heeft. Dus wie is uiteindelijk weer de dupe? De man in de stofjas.

De vrouwen zagen eerst niet zoveel in de bijnaam "katjes". Toen vertelde ik, dat ik in mijn prille jeugd gegrepen was door een boekje, getiteld “de Kladderkatjes”, over poesjes die met verf tekeergingen. Wiesje lichtte op, en besloot, dat Maaike en zij voortaan de Klodderkatjes waren (kortweg: de katjes), die tekeergingen met mijn kwakkies. Dus van de konijnen zijn opper- en onderkonijn tevens in kleine kring bekend als de Klodderkatjes. Aart en Yvonne zouden zich van mij inmiddels ook konijnen mogen noemen, maar van Wiesje niet. Yvonne eigende zich de naam Ma Klodder toe, en noemde Aart dus Pa Klodder. Dat mocht van Wiesje wèl.

Paradijs

Het Aardse Paradijs bestáát. Het is luttele vierkante meters groot, en het bevindt zich op de zolderverdieping van de konijnenflat. Paradijs? Jazeker, dat is de plek waar Wiesje, Maaike en ik het liefst “altijd” zouden zijn. Bloot. (Commentaar van Maaike na lezing van het klad van dit verhaal: "Paradijs? Geef mijn vijgenblad maar aan Fikkie." - De woorden "Geef mijn vijgenblad maar aan Fikkie" wedijveren dezer dagen met oudere kreten, zoals "Wat heb jij erin?", "Wat doen jullie?" en "Speel eens een raga berendesi.")

Het minste punt van het paradijs is de WC-pot in de badkamer, het minste tijdstip van het paradijs is, als je daar zit te schijten. Dan komen de andere twee (voorzover aanwezig, dus doorgaans) op twee eenpersoons luchtmatrassen (omwille van het ruimtebeslag: je kunt ze gestapeld wegleggen) aan je voeten zitten of liggen, en kouten ongeremd met je verder. Waarschijnlijk moeten zij zelf trouwens óók de pot op. Je bent dan wel even onrein, maar je blijft als gelijke aanvaard. Je kunt zelfs met wat wederzijdse lenigheid je borsten geliefkoosd krijgen terwijl je je zit uit te drukken. Het “japanse” fonteintje spoelt het laatste bruin wel van je gat.
Die pot is ook weer de aangewezen plek om te plassen. Voor de vrouwen om nu op de plasplank te hurken, en de andere vrouw en mij steeds te laten genieten van die vrouwelijke aanblik van dat heerlijke lichaamsdeel. (De aanblik, ja. Ik verblijf er immers doorgaans op de tast.) Voor mij om hetzij naast de pot te staan en mijn straal te laten richten door een vrouw, hetzij op handen en knieën op die plank te staan plassen, vanuit de opwinding van de oorspronkelijke gedachte, dat ik gewoon staande mijn stijve niet omlaag kon richten. Maar ja, wanneer hèb ik nog een stijve? Die wordt meteen geestdriftig weggewerkt. Nieuw is wel de keuze van de aanblik, ook bij staand laten richten: voorhuid naar voren of naar achteren? De onderkonijn deinst er niet voor terug, om tussentijds in te grijpen. De vrouwen hurken trouwens ook op de plasplank om mij bij hen tampons te laten inbrengen en uithalen. Voor mij is dat bloeden (nu slechts de controlebloeding) een teken van vrouwelijkheid, dus opwindend, zij het minder aanlokkelijk dan witte vloed. Dus kijkt de ander ook mee, en probeert zich die aantrekkingskracht voor te stellen. Uiteraard vinden beiden het prachtig, dat ik de lijdster aan knoeiboel daar liefkozend help. Ik heb inmiddels voorgesteld om de liefhebberij "kwakkie zoeken" uit te breiden met Wiesjes "eicellen vangen", maar dat trekt hen niet.

Het middelste punt van het paradijs is de badkuip, die dubbellange kuip met wegklapbare ruggesteun middenin en twee douchekoppen erboven. We kunnen urenlang in bad zitten, meestal een vrouw op een schoot. Vaak met een pot nane bij de hand, vaak met sfeerverlichting van enkele theelichtjes.

Het hoogtepunt van het paradijs is het bed in de slaapkamer. Daar zouden we liefst bijna al onze tijd doorbrengen. Samen, want dat bed is slechts een hulpmiddel. Uren-, liefst dagenlang samenzijn. De drie lichamen tegen elkaar, en hoe meer je frunnikt, hoe beter je je beloftes nakomt.
In beginsel lig ik in het midden: dan kunnen beiden voelen, wat de toestand van hun gezamenlijke speeltje is. Dus Maaike met project voorhuid (heen en weer), Wiesje dan maar met de balzak. Soms heeft Wiesje mijn voorhuid, vinger in het kelkje, en Maaike dan maar mijn balzak. En ik heb dan vrouwenlichamen om mij heen. Dè mannendroom, maar dan wel met afgebeuld worden. Onvergelijkbaar met wat andere mannen wellicht als paradijs zien: beach comber zijn onder een palmboom, met tal van smachtende vrouwen die op jouw kwakkie wachten, wachten, wachten. (Lijkt me hùn beeld van de hel.) Há, die twee van mij wachten niet, die ontfutselen het mij, en hebben er met dat kwakkie zoeken dubbel lol van.
Ook Maaike ligt soms in het midden: ze kan nog steeds moeilijk geloven dat ze werkelijk tot de konijnen behoort, en ze is bang voor de toekomst: studie, daarna…
Wiesje ligt dus zelden in het midden. Die is inmiddels zeker van het heden, en ziet slechts op tegen een toekomst zonder mij. Maar waar andere vrouwen dan bezorgd "Button up your overcoat" zouden zingen, wil zij me bloot tegen zich aan voelen.
De konijnenflat is thermisch matig geïsoleerd. 's Zomers wordt het ook binnen vrij warm, 's winters en bij herfststormen wordt het binnen kil. Maar we zijn binnen tòch bijna steeds bloot, en kruipen gewoon dichter tegen elkaar aan. Het dekbed ligt meestal op de vloer aan het voeteneinde van het bed. We verschuiven domweg veel: teken maar een plattegrond op schaal van ons bed als iemand gebeft wordt. (Hint: dan liggen er twee diagonaal.)
Inmiddels is het in de slaapkamer 's nachts weer pikdonker, behalve als we er even uit moeten. Ik moet dus opletten op wie waar ligt, maar ik kan ongeremd links en rechts knuffelen en frunniken zonder voorafgaande identiteitscontrole.
In het pikdonker tijdens een herfststorm liggen te knuffelen met twee lieverds, dat is nu ons drieër paradijs.

Overdag 1

Inmiddels was de herfst te ver gevorderd voor de geliefde jeans rokjes. Wiesje was Maaike gevolgd in het dragen van leggings, maar Maaike zelf was node doorgegaan naar de aloude spijkerbroek. Een legging met string en inlegkruisje gaf bij haar toch een te nadrukkelijke vochtplek, zelfs een te nadrukkelijke plek om naar zo’n vlek te zoeken. Binnen volstond gelukkig nog wel het T-shirt. Ons optreden in de aula had veler kijk op Maaike veranderd naar minstens erkenning, vaak zelfs bewondering, bij vrouwen (leerlinges en leraressen) zelfs in een milde vorm van afgunst (zulke borsten, zo veel hoogtepunten). Ze werd dus zelfs om raad gevraagd - en de lezer ziet meteen de overeenkomst met Sheila, inmiddels afgestudeerd in sexuologie. Thuis zijn Wiesje, Maaike en ik uiteraard bloot.

Wat doen Wiesje en ik als Maaike naar school is? (Ja, dat zet ik maar in de tegenwoordige tijd.) Wel, we gaan op de oude voet verder. We verblijven nog steeds veel in bed, maar met oog voor verbetering. Zo hebben we beredeneerd en in de praktijk vastgesteld, dat beffen en neuzen beter gaan in de badkamer. Daar kunnen we die twee luchtmatrassen in de lengte aan elkaar leggen. In onze slaapkamer hebben we niet de ruimte voor een dubbelgroot tweepersoonsbed, als dat al zou bestaan. We hebben overdag de tijd voor onze aloude eindeloze knuffels. Maaike is daarvoor te onrustig, en lange tweepersoonsknuffels zouden onze drie-eenheid afbreuk doen.
Zodra we Maaike uitgezwaaid hebben (eventjes bloot buiten de keukendeur in de herfstkou in het donker), gaan we snel naar boven. Naar bed, zelfs onder het dekbed. Eerst gewoon verstrengeld liggen. Dan een ritueel in wording, beginnend met napraten over Maaike, overgaand in bespreken wat we die dag moeten doen, dan hopelijk in vaststellen dat we voorlopig kunnen blijven liggen, en dan gaat de knuffel langzaam over in vrijen. Ik ben onverminderd geboeid door Wiesjes lijf, uiteraard door drie plekken in het bijzonder, en die plekken zijn ook net, waar mijn belangstelling dringend gewenst is. Altijd! Terwijl ik mijn zoete plicht verricht, voelt Wiesje terloops aan mijn gevoelige plek, en weegt de kansen (die nu niet door Maaike doorkruist kunnen worden). Als onze houdingen het onder mijn bezigheden toelaten, dan gaat zij graag met een vinger in het kelkje dat mijn afgerolde voorhuid vormt, en begint er iets wat een urenlang voorspel kan worden. Dan heeft zij eindelijk de keus tussen sur place en pijpen - en zonder Maaike voor kwakkie zoeken wordt het dan meestal pijpen. Liefst heel loom, maar wellicht ben ik nog bezig om haar te vingeren, en dan neemt ze dat tempo aan.

We komen heus wel buiten, zij het voornamelijk binnen Us Net. Boodschappen ophalen (met vuil wegbrengen) bij Ab en Sophie, bijkleppen met bekenden, en soms buurten. Aart en Yvonne voeren nu onbetwist de lijst aan. Met de boys is de omgang iets afgenomen: domweg te veel kut, maar ze blijven innige vrienden. Met Ab en Sophie iets dergelijks. De buufs en de overbuufs vinden het prachtig om Wiesje en nu ook Maaike bloot te zien, en dan ook nog eens met elkaar bezig. Door de vriendschap van Yvonne en Mina ervaart Maaike Mina als een zogenaamde tante, dus met haar en Bill is de omgang ook hechter. Met dezelfde bedenkingen als Grada (zie verderop), maar nog steeds uit op uitwissen van de vernederingen van "Flinterdun". Ze zijn vooruitgegaan, maar wij nog verder - vindt Wiesje. De jaffa's hebben ook (in wielertaal) moeten lossen, maar Esther heeft baat bij de blikken die David op de katjes werpt. Een onverwachte en leuke reactie kwam van Ruben: hij bestelde bij Geert een schilderij met twee Boodschappers. (Het oorspronkelijke doek "de Boodschapper" is eigendom van Philip en Xandra.) Verder kabbelen de contacten. Wandelen doen we doorgaans gedrieën, liefst de hoge rimboe in.

Overdag 2

Opeens heeft zich de zeldzame gelegenheid voorgedaan. Wiesje vergezelde Yvonne naar iets onduidelijks in de stad, Aart was onmisbaar bij zekere klus van Sans Perail, en Maaike en ik bleven die zaterdag samen thuis. Dat werd dus een aangepast ochtendritueel: voorrang voor Wiesje, en wel ontbijten maar niet ook brood smeren. Wiesje haar kleren in helpen: trui over het geliefde T-shirt, warme maillot onder het geliefde rokje, ook maar een kruisje ingelegd. Matig warm, matig lang jasje aan. Kleine rugzak mee. Daar ging ze, alléén Us Net door naar Yvonne. Volgens sommige waarnemers oogde ze bedroefd.

Thuis trok Maaike me meteen naar boven, en duwde me het bed op. Ze heeft (naar mijn gevoel) vele uren aan mijn kruis gesjord, alsof één laatste moer nog los moest om de zaak (mijn zaakje) te kunnen demonteren. Ja, ik ben er herhaaldelijk bij klaargekomen. Pas toen Maaike in een "nu eens van déze kant proberen" houding ongeveer met haar zwaartepunt boven mijn navel kwam, kon ik proberen om mijn handen bij haar te gebruiken. Na misschien een halve minuut stopte ze plotseling, en kwam naast me liggen in een soort speelgoedbeestenknuffel. Ik moest denken aan zekere keer met Wiesje in een opgerold zeiltje in de tuin tijdens onweer. Misschien zouden anderen nuchter waarnemen: "Goed, ze nam je in een bear hug. En toen?" Wel, we hebben lang in die knuffel gelegen. De man in de stofjas kwam bedeesd met een halfleeg blik bruine bonen onder de trap vandaan. (Dit is beeldspraak uit mijn jeugd. De toenmalige dienst Bescherming Bevolking had een folder verspreid met aanwijzingen voor burgers, hoe te handelen als de Russen zouden binnenvallen. Onder de trap schuilen met ondermeer blikken bruine bonen was een legendarische aanwijzing.) Maar ja, hoe grondig leeggepijpt ook, de deuvelse indrukken van Maaikes tepels deden hun werk. ("Deuvels" heb ik nu net bedacht. Een deuvel is een blokje hout, in mijn beleving vaak cilindrisch en van zekere afmetingen, dat gebruikt wordt om de verbinding tussen andere stukken hout te verstevigen. Ik heb destijds Wiesjes tepels vergeleken met deuvels, en heb die nu gemengd met bijvoeglijk naamwoord "duivels".) Bovendien leek Maaike te proberen, in hoeverre ze haar flapje als grijpwerktuig kon gebruiken, (Ze is zich zeer bewust van anatomie, van de hare in het bijzonder, en probeert om ook onwillekeurige spieren te kunnen beheersen. Wellicht zocht ze nu de antagonist van de baarmoeder om zodoende haar flap als zuignap te kunnen gebruiken. Belangstellende vragen daarover ontwijkt ze.) Kortom, ik zat stevig klem tegen een begeerlijke vrouw, en mijn halfstijve pik was bij zijn doel. Opeens trok ze me op zich voor een voorspel. Zo'n voorspel waarbij een man denkt: "Nu gewoon even laten begaan, beetje meespelen, vooral geen domme dingen doen, en dan mag ik erin." Ik speelde mee, maar ik vond mezelf toch wel erg Maaikes panda, met nog net geen houten voorzetpik. Ik brak dus maar eens uit, ging met de stoptrein omlaag, en begon aan een himalaya met alles wat ik aan mijn hoofd kon bedenken. (Oh jawel, mijn vrouwen raken ook opgewonden als ik met mijn oren langs hun dijen streel. Om maar een voorbeeld te noemen.) Het werd een lange reeks hoogtepunten, in tijd en in aantal. Uiteindelijk tikte Maaike af, wees me naast haar, en rolde op me. Ze deed wat van die kleine gebaren, gaf me een lange tongzoen, rolde af met mijn arm als nekkussen, en begon een gesprek.

“Ik had geleerd, voor mezelf op te komen. Zelf te nemen, omdat ik anders misschien niet kreeg. Dat moet ik afleren, want jullie geven me toch wel. Ik hoop, dat ik jou vandaag niet geforceerd heb. Ik wil zo véél liefde, geestelijk en lichamelijk, en ik wilde jou al zo lang graag eens voor mij alléén hebben. Ervaren, hoe jij bent als Wiesje niet in de buurt is, zo lief als ze is. Dat wist ik na al die jaren nog niet! Urenlang een echte man bij de hand hebben, jouw oplaadtijd ervaren, jouw pik en ballen voelen, ervaren hoe mijn lichaam op het jouwe reageert, in alle rust een himalaya kunnen krijgen zoals ik die wil. Ik kan na deze ervaringen meer rust toelaten, in mijn lichaam en in mijn geest. De dag is nog lang niet om, maar je hebt vandaag al héél veel voor me gedaan. Ik ben je zó dankbaar, lieve Larie!" Ze barstte weer los in een hevige maar bijna geluidloze huilbui, en drukte zich zijwaarts tegen mij aan. Gesloten stootligging, maar met Wiesjes plaats onbezet. Uiteraard beantwoordde ik de knuffel. En wat moest ik zeggen?

"Lieve Maaike, ik raak nòg verder onder de indruk van de bewustheid waarmee jij leeft, en van hoe je wilt zijn. Je stijgt nòg verder in mijn achting en liefde, in mijn verlangen om jou gelukkig te hebben (maken en houden), lichamelijk en geestelijk. Ik ben zó ontzettend blij, dat jij bij Wiesje en mij hebt willen komen wonen. Samen zijn we een zo ontzettend goed team - alleen vraag ik me dan steeds af, wat mijn inbreng kan voorstellen naast die van twee kanjers. Ja, ik wéét het, een beetje: mijn inbreng maakt die van jullie mogelijk. Zo wil ik ook wel zijn, zoiets als de nederige pizzabodem waarop jullie alle moois en lekkers zijn, of de sokkel waarop jullie het standbeeld kunnen zijn, of de oude fiets waarop jullie een mooie levensweg kunnen afleggen. Zoiets…" Mijn beurt voor een huilbui.

Maaike veerde op, en klonk bijna verontwaardigd: "Hou toch op! Als jij de pizzabodem bent, dan mogen wij vereerd zijn, ons uitverkoren voelen, om op jou te mogen liggen. Als jij de sokkel bent, dan verdien jij het om de aandacht van ons weg te trekken. - Ja, ik herken het wel. Jij hebt heel lang de afwijzing gevoeld die ik ook te lang (maar gelukkig veel korter dan jij) gevoeld heb. Wiesje heeft daarentegen de pijn van al dat verlaten worden. Jij hebt met je "de vrouw eerst" de bodem gelegd onder het geluk van ons drieën, een alternatief geboden voor een bestaan als kwakjesvat. En inderdaad, het was mij gegeven om dat kwakkie zoeken te opperen, waardoor Wiesje en ik de driehoek konden sluiten. Waarna jij dat hebt uitgebreid tot ook oraal zoeken. Het is weer dankzij jou, dat Wiesje ongemerkt in de rol is gegroeid die jij "matriarch" bent gaan noemen. Als jij erbij bent, dan durft zij alles, ook de rol te spelen van de verdelende rechtvaardigheid - en ik kom woorden tekort om te beschrijven, hoe goed ik vind dat zij elk van ons zijn deel laat hebben - zichzelf niet meer of minder dan ons. Of in ieder geval van ons twee vrouwen. Ja, jij hebt die Konijnenwet bewoord, maar dat was eigenlijk al haar praktijk. - Ik vind het best prettig om nu even met jou over haar te kunnen praten, maar ik mis haar nu evengoed." Ik knikte. "Ook ik mis haar. De tijd dat we in die veertien jaar niet bij elkaar waren, is in enkele uren uit te drukken. Nooit ruzie gehad, wel elk soms flink aan onszelf getwijfeld. En zij mist ons nu ook. Ze heeft beslist lol met Yvonne, maar het voelt voor haar als in de steek laten, met de angst om vervolgens zelf door ons in de steek gelaten te worden. De angst, dat de driehoek nu op een andere plek openbreekt." Gepeins.

Maaike hernam: "Eigenlijk zie ik zo op tegen die tijd na mijn eindexamen. Over dat papiertje zelf maak ik me geen zorgen - in dat opzicht ben ik beslist raar. Maar daarna… Ik wil graag verderleren, ik wil nog steeds begrijpen hoe de wereld werkt, en dan vooral de natuur, ik zou willen bijdragen aan een betere wereld. Maar de gedachte aan een weekend-relatie met jullie en aan het vinden van werk ver van jullie, die zit me heel erg dwars. Ik wil bij jullie zijn. Punt!" Ik overwoog: "Ik ben blij met wat je zou willen en waarom. Misschien kunnen we een andere opzet bedenken. Misschien kun je van hier uit studeren bij de Open Universiteit, of zo. Misschien kun je zelfs een werkkring vinden of maken die je hier houdt. Iets in Eikenrode, misschien met de neefjes. Of iets educatiefs bij het natuurvriendenhuis. Hun gasten zouden best veel belangstelling kunnen hebben voor excursies, en jij weet nú al veel van de theorie en van de praktijk." Maaike smoorde me zowat in een knuffel. "Wat een geweldige ideeën, wat een geweldige opluchting!" Daarna glimlachte ik dun: "Ach, ik heb er immers belang bij, dat jij hier blijft…"

Berichtje van Wiesje op Maaikes telefoon: "Laatste ronde! Von en Aart komen eten. Zijn nu bij Tin Roof. Ideeën?" Wij hadden geen voorstellen. We hadden de vorige dag nog onze bestellingen opgehaald, en die komen tegenwoordig immers van Tin Roof. Maaike en ik keken elkaar vragend aan. Maaike belde Wiesje: "Hoi, lief! Wij weten niks. Is er iets lekkers in de aanbieding?" Wiesje antwoordde: "Nou ja… Een tuinder heeft verse asperges uit zijn kas, en een veeboer biedt de resten aan van Clara 1234. Von kijkt erg verlangend naar dat vlees, en ik lust wel asperges. Uiteraard zijn beide wèl prijzig. Hebben we iets te vieren?" Maaike keek mij aan met een "bingo!" blik, en tetterde: "Ja! Ik vertel het je straks wel." Wiesje verborg haar nieuwsgierigheid: "Okee, dan neem ik asperges mee, en vlees voor je ouders. Of wil jij zelf toch ook een stuk?" Maaike sloeg even de blik omhoog, en antwoordde: "Nee, dank je. Voor mij niet. Tot zo!" Ze hing op, en legde haar telefoon weg. Ze keek mij begerig aan, verschoof weer twee keer mijn voorhuid, en zei hees: "Vóórdat ze hier zijn!" Ze liet zich vlug vijf hoogtepunten neuzen en beffen, kwam een beetje overeind, en gebaarde, dat ze mijn pik wilde vasthouden. "Ik wil dit kwakkie doorslikken, een herinnering aan een geweldige dag met jou alléén." Ze pijpte me binnenstebuiten, en slikte alles demonstratief door. Vervolgens kwam ze op me liggen voor een naspel. We hoorden buiten Wiesje, Aart en Yvonne te voet naderen.

Natuurlijk was iedereen benieuwd naar wat we te vieren hadden. Nauwelijks zaten we bloot aan de thee, of Maaike verkondigde: "Wat we te vieren hebben is, dat Larie me gezegd heeft, hoe ik na mijn examen van hier uit zou kunnen studeren en werken. Niet concreet natuurlijk, maar voldoende hoopgevend om een feestje te willen geven." Ik herhaalde mijn overwegingen. Die gaven inderdaad allen hoop.

Na het heerlijke eten waren Aart en Yvonne zo verstandig om elkaar te bevredigen voordat ze via de kroeg naar huis gingen. Wiesje controleerde Yvonne maar weer op niet-doorgeslikte zaadcellen, en reikte haar een inlegkruisje aan. Aart plaatste het, met twee bevende handen. Vervolgens haastten wij ons naar bed voor een lang avondritueel. Wat gingen wij gelukkig slapen!

Proefkonijnen

Voor ons gaan sex en humor hand in hand. Maar nu kreeg dat een nieuwe dimensie: de katjes (opper- en onderkonijn) werden proefkonijnen. Ze hebben een contract met zeker farmaceutisch bedrijf om als proefkonijnen mee te werken aan de ontwikkeling van een middel tegen overdadige witte vloed. Ja, lach maar: had je de mensen van dat bedrijf moeten zien! Zijn ze bezig met het ontwikkelen van middeltjes tegen allerhande ouderdomskwalen, krijgen ze ongeveer het tegendeel erbij te doen. (Ja, je hèbt gelijk: middelen tegen jeugdpuistjes bestaan ook.) De directie had inderdaad overwogen, dat wat in het ene geval ontdekt werd als onwenselijk, in het andere waarschijnlijk wenselijk zou kunnen zijn. Het idee kwam van Maaikes school, van een vakgroepgenoot van Anna die ons in de aula had gezien. Er valt nu nog geen uitwerking te melden, want er is nu nog geen product.

Het was wel làchen. Op een zaterdag brachten Aart en Yvonne ons naar het laboratorium voor ondertekening van het contract. Voor het vervoer, en omdat Maaike nog enkele maanden minderjarig was. Uiteindelijk doet Yvonne zelf ook mee. Een zaterdag dus, omdat dat logistiek noodzakelijk bleek. Om Maaikes schoolgaan en om de inzet van de leden van het projectteam voor lopende projecten. Want jawel, er was een projectleider, een secretaresse, een onderzoeker (medisch), een onderzoeker (farmaceutisch), een verpleegkundige, en een commercieel manager (of zo) die de markt voor het eventuele product zou moeten onderzoeken. Tactvol of toevallig, het waren allemaal vrouwen, behalve de verpleegkundige. Die was “manlijk, maar niet fanatiek”, om Henk Elsinks conference “Harm met de harp” te citeren.

De projectleider vroeg zich af, hoe groot het probleem nu eigenlijk was. Het was nog net rokjesweer, dus Wiesje en Maaike stonden van hun stoelen op, lieten de rokjes zakken, en toonden dus elk de natte camel toe. Juist, ja. En dat kwam van de sex? Daar had ze Wiesje voor open doel: “Wij hebben per persoon meer sex dan jullie samen.” Dat werd wat “grote pik opzetten"  tussen vrouwen, totdat Wiesje pochte: “Wil je ‘t zien?” Dat moest dus maar. De secretaresse haastte zich om in een nabije goedkope winkel een tweepersoons luchtmatras en een pompje te kopen. Matras opgeblazen, koffiekopjes van de vergadertafel, matras erop, konijnen bloot, konijnen op de matras, Aart en Yvonne lijdend in een hoek van het vergaderhok.

Het werd dus weer zoiets als in de aula: elke vrouw een sur place en een himalaya van mij, plus een himalaya van de ander. Klaar terwijl u wacht. Het hele team was ademloos. Wiesje meldde opgewekt: “Dit is ongeveer wat wij iedere ochtend en avond doen, dus ook vandaag, en meestal hebben we ook een middagprogramma. Dat mist Maaike helaas als ze op school is.” De projectleider gaf zich ruiterlijk gewonnen, de secretaresse kon van opwinding niet notuleren, en besloot tevens, de matras niet ten laste van het project te declareren, maar als trofee te bewaren. De verpleegkundige probeerde mij aan te kijken: “Komt u dus iedere dag minstens vier keer klaar?” Wiesje antwoordde voor mij: “Meestal dus zes keer, en ik pijp hem tussendoor ook wel eens.” De man viel flauw. Geen probleem in deze omgeving. Wel hebben wij konijnen nu een gezicht bij de man in de stofjas.
Wij de matras af, de tafel af, node de kleren weer in. Yvonne verontschuldigde Aart en haarzelf, en samen verrijkten ze het vlekkenpatroon op de matras. Zodoende ging ook zij meedoen aan het onderzoek. Telefonisch werd Grada bereid gevonden om zonodig medische handelingen te verrichten, mochten die nodig of wenselijk zijn. Contract per e-mail. Hans en Grada vinden ons eigenlijk verkeerd bezig met al die sex, met name met het vermeende verpesten van Sheila en Maaike sinds erg jonge leeftijd, maar het verstoort onze verstandhouding niet, en Grada heeft geen bezwaar tegen deze waarschijnlijke bijverdienste.

Oh ja, voor de duidelijkheid: het middel moet niet gericht zijn op het tegengaan van witte vloed in het algemeen, maar van (wat wij konijnen noemen) "kwijlen".

 

Naar inhoudsopgave. Naar volgend verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).