Laatste wijziging: 2022-06-27 (technisch, wat zins-herbouw inbegrepen), 2017-05-31 (inhoudelijk). Naar inhoudsopgave. Naar vorig verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).
Inleiding - De Pijpjes - Fietsen - Muziek - Reveille - Lezing - Workshop - Afloop
Eigenlijk zit dat schnabbel-circuit van Sheila (en Dennis) goed in elkaar. De gedachte is eenvoudig: iets goedkoop (of gratis) inkopen, het met marge verkopen. Haar kunst is, gronden te vinden die in de ogen van de klant een grote marge rechtvaardigen. De kans op een date is er een. Dus neigt zij naar toelaten van evenveel mannen als vrouwen, terwijl Dennis de eenzame homo’s in paren toelaat. Wil je geen sex, meld je dan niet aan voor activiteiten van Sheila (of Dennis).
Sheila neigt voorts naar een afgepast aantal muntjes voor sterke drank, het inbegrijpen van alle andere verteringen, condooms en zakdoekjes. Tampons ook, maar vrouwen worden geacht, hun fase te kennen en begrip te hebben voor mannen met smetvrees. (Mannen worden geacht, zich ook onder de voorhuid schoon te houden.)
Een ander beginsel is, dat je niet de hele tijd bij dezelfde ander moet blijven. Dus je zit niet vast aan die winkeldochter, maar evenmin aan die hoofdprijs (tenzij je samen vertrekt). Dat bereikt ze doorgaans met iets in de richting van balboekjes. Ze biedt bij dating zelfs geriefgarantie: wie tegen het einde van het feest nog met een stijve pik loopt of met jeuk in de gleuf, die wordt door haarzelf, haar bodywarmer of Dennis geholpen.
Uiteraard is het de droom van veel mannen, zelf eens Sheila’s bodywarmer te worden. Daartoe benodig je het vermogen om Sheila geestelijk en lichamelijk bij te houden, dus ondermeer een vrij breed gevoel voor humor en toewijding aan haar gerief. Sheila lijkt van iedere man te verwachten, wat Wiesje van mij mag verwachten - maar ze lijkt te miskennen dat zijzelf Wiesje niet is. Overigens verstaat zij onder “bodywarmer” zoiets als “prostaat van dienst”. In die zin gaf “de man in mijn leven” in de Jeugd tegenwoordig 3 [geloof, sex] Theo valse hoop, mocht hij niet beter geweten hebben. Prostaat van dienst? De man in de stofjas valt met een stanleymes aan op een duur rokzadel.
Tropisch weer, en tentamens achter de rug? Sheila organiseert een fietstocht naar een camping. Ze huurt per twee deelnemers één bakfiets, koopt per stel een wegwerp tentje (omdat huren duurder zou zijn), en laat iedereen een slaapzak meenemen (of gokken…). Die tentjes worden trouwens gekoppeld aan (bij hetero’s) de mannen: dan houden die hun nestje aantrekkelijker voor vrouwen.
Iedere bakfiets wordt beladen met tentje, de eigen bagage, de leeftocht en (bij hetero’s) een vrouwlijke deelnemer. De mannen (en bij lesbo’s ook vrouwen) moeten trappen. Die mannen hebben dus (voorzover het verkeer dat toelaat, maar de route wordt op rustig gepland) uitzicht op een vrouw in een aantrekkelijke houding, schaars gekleed. Die vrouwen kunnen zich het prinsesje voelen, en opgewonden raken van manlijk krachtsvertoon. Op vooraf bepaalde plekken wordt gestopt voor uitrusten en partnerruil. Plassen doe je maar voor aller ogen. Nu al sex? Zet je bakfiets op de rem. De man die (voor of) na een etappe met Sheila in zijn bakfiets haar niet kan bevredigen, die heeft het de rest van de tocht heel zwaar. Haar eisen mogen dan zwaar zijn, ze werkt op volle kracht mee - en andere deelneemsters stellen wellicht lichtere eisen, maar moeten nog wel verleid worden.
Al met al heeft Sheila wel een harde kern van deelnemers. Mensen (meestal universitaire studenten, maar dat is geen eis) die weten: voor nog een paar tientjes doorbijten, en ik heb weer even een geweldige tijd. Mensen ook, die elkaar polsen: als Sheila weer een dit of een dat organiseert, ga jij dan ook? En dan moet je snel zijn, want haar eigen activiteiten (niet zo’n modeshow ter opluistering van andermans feest) zijn doorgaans beperkt tot enkele tientallen deelnemers uit de duizenden belangstellenden.
Nee, Wiesje en ik doen niet mee. Wel wordt soms aan ons getrokken om er als act bij betrokken te zijn. Vooral door de navolgers eigenlijk, want Sheila is open over haar formules. Maar zijzelf is de kwaliteitsgarantie. Zij zou veel meer geld kunnen vragen dan ze doet, anderen kunnen lang niet krijgen wat zij vraagt.
Laatst waren we weer betrokken bij een event van Sheila. Dit voorjaar was nogal herfstig, maar maart had enkele mooie dagen. Nu moet ik even mensen voorstellen met een tussenkopje.
Hugo en Samantha, samen aangeduid als de pijpjes, wonen in Us Net, maar je hebt niets gemist. Ten eerste zijn ze vaak langdurig weg, ten tweede zijn ze niet zo verbonden met de gemeenschap.
Samantha (Sammy) is iets ouder dan ik. Haar DNA vertegenwoordigt denkelijk alle culturen van Suriname, waar ze is opgegroeid. Ze is in Nederland culturele antropologie gaan studeren. Ze is bezeten geraakt van het “kledingstuk” peniskoker, en is wellicht op wereldschaal dè specialist hierop.
Hugo, een jaar of vijftien jonger dan ik, is een kind uit een hippie-commune. Hij heeft zich bekwaamd in het maken van sieraden. Sammy heeft hem ooit ontdekt bij een buurthuis-workshop, en ingelijfd. Wat haar ogen zien, dat maken zijn handen. Dus als jij een peniskoker wilt hebben die uit een bepaalde cultuur stamt of waarvan jij gedroomd hebt, dan maak je (met heel veel geduld) een afspraak met hen. Dan zeg jij wat je wilt, dan geeft Sammy je allereerst een indruk van de prijs (vuistregel: tienmaal wat je zelf gedacht had, met een hoog minimum), dan een uiteenzetting over de plaats van jouw wens in de wereld der peniskokers - bijvoorbeeld dat jouw wens toevallig aardig overeenkomt met de gebruiken van zekere stam in een ver binnenland. Tja, je zou dat kunnen willen, of juist niet. Vervolgens geeft Hugo je een indruk van de mogelijkheden: materiaal, afmetingen, bevestiging, … Van beschilderd condoom tot bespeelbare fluit tot een apparaat dat je bij erectie automatisch pijpt, je zegt het maar. Meestal zijn belangstellenden zo overdonderd door prijs en mogelijkheden, dat ze niet meteen kunnen beslissen. Dan moeten ze waarschijnlijk een verre reis wachten. Snelle beslissers kunnen als hun bestelling zich ertoe leent hun maatwerk meteen meenemen, want Hugo werkt snel, heeft zijn voornaamste gereedschappen en materialen ook op reis bij zich, en heeft zijn adresjes in New York, Singapore, Manaus en zo.
Terug naar het verhaal. Onderstaande beschrijving begint met een reconstructie.
Sheila had al geloerd op een kans om iets met de pijpjes te doen. Mooie dagen op komst en de pijpjes thuis? Bingo! Ze organiseerde een fietstocht (helaas op gewone fietsen) van zekere studentenstad naar Eikenrode, naar de camping van Kees. Die was nog niet open, maar handel is handel. Vrijdag fietsdag, ‘s avonds New Orleans muziek door Kees op piano en Dennis op slagwerk. Zaterdagochtend lezing door Sammy, zaterdagmiddag workshop door Hugo, zaterdagavond disco door Dennis, dresscode ethnic, zondag fietsdag. Catering vanaf aankomst in handen van Kees, maar Sheila had uiteraard zijn prijscalculatie tot aanvaardbaar weten terug te brengen. “Kees, je doet één bestelling bij Linda en Bob, à fond perdu. (Flessen, geen blikjes. Broden, geen broodjes. Niet van die portieverpakkingen beleg.) Die bestelling wordt jou in één keer bezorgd. Daarop mag je een kleine marge nemen voor de moeite, maar je hebt geen risico. Als we iets ongeopend achterlaten, dan kun je het straks in het seizoen verkopen. We gebruiken jouw onroerend goed. Daarop heb jij kosten, en we gebruiken energie en water. Bereken dat, en neem daarop een kleine marge. Jij gaat voor ons in de weer. Dáár zit jouw aandeel. Bereken het aantal uren, vraag een redelijk uurloon, en zet dat in je offerte.”
Catering voor de fietstocht is een groepsgebeuren: “Luister, mensen! We hebben niet voor niets hier afgesproken. We gaan zometeen met z’n allen (of misschien beter een groepje) bij deze supermarkt naar binnen om boodschappen te doen voor de fietstocht. We zijn met z’n twintigen. Ik heb tien euro de man gerekend, dus ons gezamenlijke karretje mag voor tweehonderd euro bevatten. Wil je rum in je cola, dan moet er geld over zijn om bij die slijter daar rum te kopen - of iemand moet het zelf willen kopen. Houden we geld over, dan kunnen we later iets extra doen. - Oh ja, die boodschappen moeten we wel op de fiets meenemen. We moeten dus ook draagtassen kopen. Ik stel voor, dat we elk een tas met een deel van de buit sjouwen, en dat we na de lunch de vracht herverdelen. - Niet vergeten: plastic bordjes, bestek en bekertjes. - Wacht! Laten we het zó aanpakken: een groepje van twee of drie mensen voor het brood, voor het beleg, voor non-food, voor drinken en voor snoep. Ik zie een paar mensen die net dat zware tentamen over winkelinrichting gehaald hebben. Oh, dat zijn er vier. Willen jullie dan elk één of twee mensen coachen bij brood, beleg, drinken en snoep? Non-food heeft hier te weinig keus om verborgen verleiders te hebben. Neem wel zo’n pak van vier rollen toiletpapier mee. Dames, zijn jullie tot op de lipjes bewapend? Toch maar één doosje medium? - Goed. Ik coach de non-food. Sluit je aan, of geniet van dat beetje zon hier bij de fietsen.”
Zoiets. Als na een minuut of twintig de supermarkt uitgaat, zit de stemming er al goed in. Ieder inkoopgroepje heeft zijn eigen gniffeltjes, de hele supermarkt (op een paar gehaaste klanten zonder humor na) hikt nog na van het binnen budget brengen van de inkopen. “Een pot Nutella per persoon voor één maaltijd, wat vind je daar zelf van?” - “Nee, broodjes zijn helemaal niet handiger, wel veel duurder.” - “Inlegkruisjes? Wiens idee was dat, niet van non-food. - Oh, Bob. - Denk jij dat je ons kunt laten zeiken van het lachen?” De groep bij de fietsen heeft muziek. De één heeft een waterdichte Bluetooth luidspreker bij zich, drie anderen hebben een abonnement op een muziekstreamingdienst. Uiteraard is er gefilterd op fiets en bicycle. Bij het opstappen blijkt ook “motorfiets” geselecteerd, want men vertrekt “Oerend hard”.
Sheila’s peloton wordt opgemerkt door tientallen studenten van hier. Die nemen spottend of afgunstig uitgebreid afscheid. Het vlaggen der zakdoeken, Sheila’s lichtblonde manen en schaarse kleding en de tonen van Normaal trekken ook nog een echte Norton en BSA aan, maar de karavaan vormt zich onder hevig stuurgewrik.
De lunch is gedacht in een bos, maar ondermeer een opgebroken weg heeft tot een uur vertraging geleid. Het wordt “alleen maar eten” bij de toegang tot een weiland, en te laat ontdekt men, dat bij het uitrijden der mest vrij veel gemorst is. Twee mensen herinneren zich die leuke animatie bij het liedje “I’m a cow”, de andere achttien moeten het ook zien, zes meiden pissen van het lachen, Bob krijgt een adembenemende verontschuldiging van Sheila, en de vertraging neemt met een kwartier toe.
Op de beoogde plek in het bos peilt Sheila de sexuele nood. Twee stellen laten zich niet noden. Ze steken er nog drie aan. Twee andere stellen doen moeilijk. Het blijkt, dat de groep twee transgenders telt, die naast elkaar in het peloton begonnen waren, maar nu met onwennige maats zitten. Sheila denkt hard-op aan Maaike: die zou ook transgenders onverstoorbaar aan hun gerief helpen. Uiteindelijk dreigen twee preutse mannen te moeten doorrijden met erecties. Sheila helpt ze met Wiesjes wonderslag ervanaf.
Weer redelijk op tijd bereikt het gezelschap vanuit het zuiden Eikenrode. Vijf Brabo’s voelen trefzeker aan, waar het café moet zijn. Sheila doet niet erg moeilijk: “We zijn er bijna. Even samen inchecken. Als je wilt, kun je hierheen teruggaan, maar wel op je eigen kosten.”
Dat loopt dan weer los. Het meertje links wint de harten voor de camping rechts. Bovendien wacht Kees het gezelschap op, rumba blues spelend op de piano bovenop die oude Bedford vrachtwagen, die hij voor de gelegenheid tegenover de ingang (dus in de smalle berm tussen weg en water) heeft opgesteld. Een stuk of tien webcrawlers met bakfietsen (zij wel!) op de weg dwingen het peloton de camping op. Kees draait een punt (dubbele dikke maatstreep) aan zijn muziek, heet het gezelschap welkom, maakt een “Sodemieter op!” gebaar naar de webcrawlers, springt van de Bedford af, en haast zich naar de portiersloge van zijn camping voor de formaliteiten. Allemaal zo’n paarsig polsbandje. Nee, deze twee opdringerige webcrawlers krijgen geen polsbandje. Optiefen! Hij rolt het grote hek dicht.
Voor verdere mededelingen gaat hij de meute voor naar de kantine. Jawel, deze camping heeft een vrij groot gebouw naast de ingang, houdende de portiersloge, kampwinkel, sanitairblokken en kantine, plus zijn dienstwoning op het dak. In die kantine liggen de tien tentjes te wachten. Aan het buffet vind je steeds koffie en thee, in de koelkast bier en fris, bijvullen vanuit die kratten dáár, op die tafel wat sterke drank. Deze voorraad is besteld en mag dus op, maar er is niet méér. De maaltijden worden door hem klaargezet en afgeruimd, en tussendoor kun je dáár een boterham smeren. Het programma zal ook in de kantine plaatsvinden. Wil je het terrein op of af, dan kan dat met de chip in je polsbandje. Zo. Als jullie nu eerst de tentjes opzetten aan déze kant van het afzettingslint, dan blijft het gezellig een groep. Eten om 18:00, levende muziek vanaf 20:30.
Toen kwam de verrassing: ook Wiesje en ik speelden mee. Op gitaar en toeter, en we wisselden af. Dankzij Sheila en Dennis zijn we in hun kringen legendarisch. Een beetje zoals Maaike over zichzelf schreef: wij zijn raar (leuk raar, gelukkig), dus als wij raar doen, dan vindt men dat normaal. Van de snit van het schootzitters-uniform droeg ik roze hot-pants (inmiddels nieuwere), string en mouwloos hemd, Wiesje roze rokje, topje en string. Nou, dan staan de foto’s in de wachtrij voor de social media!
Wij waren begaan met Kees. Goed, hij had heus een mooie schnabbel aan dit weekeinde, maar hij moest er best hard voor werken, zonder die erkenning-bij-voorbaat - en hij is zo alléén. Hij doet de camping zowat alleen, hij flirt zich suf, heeft wel eens een nachtje met een vrouw, maar dan weer een hele tijd niet… Nu ook weer. Hij begon op de piano (synthesizer) met stevige linkerhand “Big Chief”, Dennis vulde in op de bongo’s, maar toen Wiesje en ik opkwamen kreeg dàt een overheersend applaus.
Voor ons was het een leuk optreden: met vrienden, voor een nu eens klein gezelschap van fans. Om 23:00 nokte Kees af, dus toen waren we onder ons. Wiesje nam de synthesizer over, Dennis greep lepels van het buffet, en we deden een set zydeco. Algauw slechts in string, en ook het gezelschap werd nu snel bloter. We deden een eindeloos “When the Saints…”, met een polonaise die langs ieders glazen voerde. Daarna nam Dennis de rol van DJ alvast op zich, met eerst als mooie overgang “YMCA”, maar weldra met van die muziek waarbij je je peilloos eenzaam voelt als je met niemand huidcontact hebt. Inmiddels was de kantine grotendeels donker, met slechts de noodverlichting en met een spot op Wiesje en mij, op een tweepersoons luchtbed (zelf meegenomen: we kennen dit nu wel) op het podium. Sheila trok haar gelukkige naar ons toe, en nam domweg de helft van het bed in bezit. Beetje spanning, want Sheila hoopte op een liefkozing mijnerzijds, maar Wiesje niet op contact met háár vrijer. Dennis werkte met playlists, en kon zodoende veel genieten van zijn maat. Ah, dat was nu één van de transgenders. Tegen 02:00 stopten we.
Ook Wiesje en ik hadden ons tentje mee. We moesten het nog wel opzetten, maar dat kunnen we zelfs zonder hoofdlampjes. Flap kwart, avondritueel.
Er werd reveille geblazen, opdat we tijdig en gelijktijdig aan het ontbijt zouden zitten. Nee, het was geen trompetsignaal, maar “the Old triangle” door the Dubliners. Kees heeft een wijde blik…
Best lachwekkend, eigenlijk: met volle blaas een ochtendwip proberen, of samen met je ietwat toevallige tentgenoot naar het toiletblok, samen terug je tent in, en bezien of je weer in de stemming komt? Volgens ons hoopten sommigen op ons voorbeeld in dezen - maar wij hadden ons door een trillend mobieltje laten wekken, en waren onbespied terug van blazen legen toen wijlen Luke Kelly zijn stem verhief. Achteraf had Kees ons wèl gezien.
Kees had echt zijn best gedaan op het buffet. Hij had ook een passende uitdaging: ongesneden komkommers. Die lagen er nog niet toen Wiesje en ik een dienblad vulden, wel toen zij ons bekertje koffie ging bijvullen. Ze zette het lege bekertje neer, hief met een loei een komkommer, snelde ermee naar onze plek, sneed het ding doormidden, en bood Sheila de keus: punt of bol? Sheila griste de punt. Wiesje gaf mij de bolle halve komkommer, liep naar het podium, trok haar string uit, en ging op handen en knieën staan. Daarmee sloeg ze de stap van het opgewonden raken over, maar ik gaf haar domweg de nodige knuffel, zette haar terug in die ietwat hondse stand, en schoof de halve komkommer moeiteloos naar binnen. Even een beetje ermee spelen, en de halve komkommer werd als een kurk op een fles prik. Vervolgens nam ik het ding in de vuist, en liet ons beurtelings happen totdat het op was. Applaus. We bogen hand in hand. Wiesje geleidde mij naar het lege bekertje, hervulde het met koffie, en geleidde mij terug naar onze plek. Oh ja, de string…
Aller ogen gingen nu naar Sheila. Die wilde Wiesje (minstens) evenaren, maar haar tafelheer schutterde. Wiesje duwde mij op weg naar Sheila. Mij lukte het kunstje uiteraard weer. Ik gaf Sheila het nu glibberige ding terug. Zij liet haar tafelheer en zichzelf happen. Hij hééft meegedaan, hij heeft nog wat andere meiden gehad dit weekeinde, maar de dinsdag erna is hij voor een trein gesprongen. Naar wij (zelf niet op social media) hebben begrepen, laten de reacties op zijn wanhoopsdaad zich samenvatten als “Tja, het is beter zo…” Nee, dat zegt niet méér dan hoeveel waarde sommigen hechten aan slagen bij Sheila.
09:00 lijkt een ongunstig tijdstip voor een lezing op zaterdagochtend voor wat geile studenten over een stuk cultuur. Maar Sammy is een gedreven onderzoekster, en ze beloofde twéé koffiepauzes. Wiesje en ik mochten zaterdag meedoen en tot zondag in de kost blijven, als zelfgekozen merendeel van onze beloning.
Wel, de lezing was overdonderend. Wat viel er veel te zeggen over of naar aanleiding van dit kleinood! Sammy wist niet, dat ze Wiesje en mij zou aantreffen, maar ze gebruikte ons meteen. Ze noodde mij het podium op, gebood mij me van onderen te ontbloten, en behandelde alle vragen over afmetingen en draagwijze aan de hand van Wiesjes speeltje. Het aanraken daarvan liet ze aan Wiesje zelf - tot ons genoegen. En tot dat van Hugo, die wellicht (voor dit publiek) anders met de ballen bloot had gemoeten. Veel informatie, veel humor - inderdaad waren twee pauzes nodig om op adem te komen, niet om wakker te worden. Ze was keurig rond 11:50 klaar met haar verhaal, en vatte de grote lijnen nog even samen.
Van 12:30 tot 13:30 was de warme lunch. Sammy kwam als vanzelfsprekend bij Wiesje en mij zitten, met Hugo in haar kielzog, en we hebben meer gelachen dan gegeten.
Van 14:00 tot 18:00 was Hugo's workshop. Hij was er open over: “Ik kan jullie niet in vier uur al mijn kunde overdragen, als ik het al zou willen. Wat jullie vandaag meemaken kost gewoonlijk duizenden euro's per persoon - en dan nog worden wij niet rijk. Wij moeten maanden van dure reizen terugverdienen in weken van lezingen en soms ook workshops. Stiekem hopen wij, dat jullie ons later aan lucratieve opdrachten helpen. This is just a sample!"
Wiesje bleek grondig nagedacht te hebben over een peniskoker voor mij. Het werd een soort condoom met een gat aan de voorkant, met namaak veertjes over de lengte, en in kleuren die ik herkende als die van ons plekje bij de poel op het omslagpunt van zomer naar herfst, wellicht feller. Ze bedacht er een eenvoudig kralensnoer bij, te dragen als een wel heel dunne ceintuur, en een koordje waarmee je de peniskoker onder verschillende hoeken aan die ceintuur kon hangen. Ze vond echter ook nog ruimte voor vele wikkelingen van een snoer dat zoiets bleek als een kwetsbare hondenriem: ze kon die afrollen, en mij dan met koker en koord aangelijnd houden. Ik vond het gewoon een geweldig werkstuk, en dan ook nog in een richting waarin Wiesje zich niet eerder had begeven. Van mij dus "gewone” knuffels van verdienste. Maar Sheila was buiten zichzelf van bewondering, en liet haar eigen (op zich heel verdienstelijke) schepping onvoltooid. Zelfs Hugo en Sammy zaten met open mond te kijken naar Wiesjes vondst - die ik natuurlijk meteen moest dragen.
Zelf had ik ook iets. Ik heb ooit eens de grap gemaakt, dat Tefal de Afrikaanse markt wilde veroveren met een penisfriteuse (in plaats van -koker), en probeerde een aardappelreepje met verwarmingselement te fröbelen. Wiesje vond het handig, dat dit reepje zijn eigen mayonaise meebracht.
Eh ja, de lezing en workshop gingen nu eenmaal over peniskokers. De transgenders maakten dan maar een soort vrijheidsbeelden. Het stel potten maakte twee mooie voorbind-dildo's.
Om 18:10 waren Hugo en Sammy weg, blij dat ze thuis hun koffers al gepakt wisten.
De avond kreeg een ingelast programma-onderdeel: Sheila's modeshow, vooral gericht op wat wij allen die middag gemaakt hadden, maar ook met teksten van Sammy's lezing bij alledaagse dingen. De muziek ging er weldra voor uit. Later weer even aan, maar niemand was nog in de stemming om te dansen. Ik moest de hele tijd bij Wiesje aangelijnd zijn. Ze vergewiste zich van de plas-bestendigheid van haar schepping, en vond in het ding een goede smoes om steeds samen met mij naar de WC te gaan. Dennis zag trouwens wel iets in mijn penis-friteuse. Hij appte (denk ik) een bericht met foto de wereld in, waarin hij dit ding verkoos boven zijn echte friteuse (zie de Jeugd tegenwoordig 3 [geloof, sex]).
Het werd weer een drukke nacht, want bij Sheila pleeg je nu eenmaal steeds anderen te proberen, en Wiesje en ik hadden een lang en lacherig avondritueel.
Zondag was het nog net ochtend, toen de stoet fietsers weer vertrok. Wiesje en ik hielpen Kees nog een beetje met opruimen. De hele lol met peniskokers was hem ontgaan, maar hij zou er een bij Hugo bestellen, een voodoo ding met veertjes. Ik opperde “Koppie krauw?”, en Wiesje en ik hadden er weer een binnenpretje bij. Inderdaad, tussen ons betekent “Koppie krauw?” nu ongeveer “Kan die alweer stijf?” We noemen haar peniskoker ook vaak “Koppie”, de mijne uiteraard “Friet”. Al belijd ik soms bekakt, dat hij “Friedrich” heet.
Geluk is iets wat je jezelf wijsmaakt. Nebbisj. *)
*) Verwijzing naar het citaat in het slot van Eicel [sex]. Dat bestaat uit een vrije verwijzing naar Gelukkig zijn is wat je jezelf wijsmaakt: titel, slotzin en een trefwoord.
Naar inhoudsopgave. Naar volgend verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).