Laatste wijziging: 2022-06-20 (technisch), 2013-12-09 (inhoudelijk). Naar inhoudsopgave. Naar vorig verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).

Sheila: "Hummelhoog juichend"

[geloof]

Larie heeft hieronder mijn aanduidingen voor mijn ouders steeds vervangen door hun voornamen. Hij heeft ook de titel "Zonder hen 2" (die mij toch echt logisch leek) vervangen door een woordspeling op de titel van zijn eigen verhaal. Zucht!

Noot van Larie: Mijn Himmelhoch betrübt [geloof sex] is lang half-af blijven liggen, terwijl Sheila het onderstaande kort daarna geschreven heeft, en niet wilde bijwerken. Dat valt op, als je ze achterelkaar leest.

Vrijdag - Zaterdag - Zondag - Maandag - Dinsdag - Woensdag - Donderdag - Vrijdag

Vrijdag

Dennis en ik hadden ons verheugd op de vacantie thuis in Us Net. Meteen na het laatste lesuur naar opa en oma (bij wie we wonen sinds we op het VWO zitten), meteen toen Dennis thuiskwam naar het station. We haalden nog net die trein eerder, wel met extra overstappen. Vanaf het station het dichtst bij Us Net dan maar op OV-fietsen, want onze fietsen stonden in Amsterdam. De mijne met een lekke achterband (geen tijd gehad om die te laten maken), de zijne met een kapotte koplamp. Maar in deze tijd van het jaar worden hier bijna geen fietsen verhuurd.

Tering-eind fietsen, in het donker, grotendeels over schelpenpaadjes. Wel geinig: ik ben niet bang voor enge mannen of zo, maar Dennis is wel bang in het donker, voor spoken of zo. Nou ja, we hebben hier wel vanalles. Voor enge mannen heb ik een truc die ik nog moet proberen: als er een mij wil grijpen, dan trek ik hem meteen af, en ga meteen door voor een tweede keer. Gebaseerd op die rituelen met oplaadtijd van Wiesje en Larie.

Thuis eerst even het zweet eraf douchen, toen meteen aan tafel, want het was al laat. Toch wel gezellig, en zelfs Maaike wordt al een grote meid. Vroeger zei ze hoogstens "Wat doen jullie nou?", en tegenwoordig word je horendol van haar. Wouter helpt Aart vaak: dat zie je aan zijn nagels. En het lijkt wel of Yvonne jonger wordt in plaats van ouder. Volgens mij hebben we dat aan Wiesje en Larie te danken.

We waren dus bijna klaar met eten, toen Wiesje en Larie kwamen vragen of we meteen naar buiten kwamen. Arme Chot, arme Google! Ja, Larie zal wel gelijk hebben met dat ze "op" waren.

Wiesje had gelijk met wat ze zei over mij en mijn verdriet. Inderdaad, ik vond Google een lieve hond, en Chot een brave ezel - maar dan heb ik liever zo'n Trojaans paard. En dan nog liever een lekkere prins erop. Die zonder af te stappen mij vóór zich tilt, met zijn handen eerst onder mijn oksels en als ik vóór hem zit aan mijn borsten. Ze heeft een beetje ongelijk als ze zegt dat het mij vooral om de seks gaat. Ik wil de man die bij mij past, en dan is goede seks de eerste voorwaarde - maar die andere voorwaarden ken ik zelf nog niet eens. Ja, een beetje: ik wil zèlf iets bereiken - maar of dat iets met mode is (wat ik leuk vind) of iets met wetenschap (wat ik kan), dat zien we later wel. Mijn man moet me er de ruimte voor geven, en hij moet ook zelf iets doen. Dus mannen die mij zien als een geile huishoudster of zelfs als degene die op haar rug zijn geld verdient, die vallen meteen af - hoe lekker ze ook neuken. Oh ja, en we nemen pas kinderen als ik daaraan toe ben, en ook hij zal luiers verschonen.

Het was flink balen toen ik hoorde dat ze met zijn zessen naar Tirol gingen. Ik had met Yvonne willen bijpraten, ik had veel bij Wiesje en Larie willen zijn. Zij weg, en ik de oudste van ons vieren. Dennis konden die dieren niet zo veel schelen. Hij is toch al erg op zichzelf, maar is graag bij de boys. Wouter heeft veel meer met dieren. Hij heeft Google vaak meegenomen als hij met Maaike ging zwemmen. Voor Maaike was het pas echt erg. Die is lang een buitenbeentje geweest, met haar grote speelgoedpanda en met Google. Maar ze heeft ook een tijd gehad dat ze Chot verhaaltjes heeft verteld, Nijntje-boekjes voorgelezen en zo. Dus die was ontroostbaar.

Zaterdag

Zaterdagochtend zag ik het allemaal niet zitten. Kort en slecht geslapen, en nu dan de oudste gaan uithangen? Ik heb helemaal geen overwicht over de anderen! (Oh, Larie vindt "overwicht" in deze context een mooie woordspeling. Doei!) Ik was dus het liefste meegegaan.

Bij het uitzwaaien sprak Sophie ons aan: hoe wij deze week dachten door te brengen, bij wie we zouden willen logeren of zo. Dennis wilde natuurlijk naar de boys. Dat werd ter plekke geregeld. Meer bezegeld eigenlijk. Wouter wilde knutselen, dus bij Marie en Bob of bij Sans Perail. Sophie belde Marie wakker. Die wist nog van niks, maar leefde uiteraard helemaal mee. Zij gaf de telefoon aan Bob, Sophie de hare aan Wouter, en die begon te stralen onder zijn tranen. Maaike had geen idee. Ze zocht steun bij haar panda, maar ze wist zelf ook wel dat dat niet hielp. En zelf wilde ik eigenlijk in het huis van Wiesje en Larie. Ze hadden hun mobieltjes uit staan.

Maaike en ik gingen dus ieder onze eigen gang in ons huis. Ik werd kriegel van hoe Maaike met die panda omging. Daarnaast zat me dwars, dat juist al degenen met wie ik mijn eigen beperkte verdriet zou willen delen onbereikbaar waren. Afra en Janneke kwamen even aan. Ze bedoelen het altijd goed, maar ergens ben ik altijd bang dat ze mij voor de seks willen hebben. Seks prachtig, maar niet met vrouwen. Ik heb ze dus afgewimpeld, misschien wel een beetje grof.

Ik heb die barbiepop van Maaike (een familiestuk) urenlang zitten aankleden totdat ik geen geschikt papier meer had om te vouwen en te scheuren. (Oh, Larie vindt "familiestuk" ook een mooie woordspeling. Ze heeft naar jouw smaak te lange benen en te grote borsten, dus rot op!)

Tegen het eind van de middag kwam Sophie vragen of we bij hen wilden eten. Ik had geen trek, maar het leek me wel verstandig. Verder dan soep met een boterham kwamen we niet. Zonde van Sophies moeite! Daarna gingen we dan maar met hen mee naar de kroeg. In dat hoekje. Googles mand stond er nog... Maaike aan het gillen! Mand weg, Maaike dan maar aan het tekenen op een tablet computer. Dat hielp. Ik ging dan maar helpen bedienen. Het was rustig, maar ik kreeg zoveel drankjes, dat ik vooral alcoholvrije nam, en die na een klein slokje doorgaf aan Maaike. Toen die na de zoveelste keer terugkwam van de WC zei ze, dat ik die drankjes natuurlijk ook kon weigeren. Ja, eigenlijk wel...

Zo ging de tijd tenminste snel voorbij. En toen belde Yvonne dat ze goed waren aangekomen. Ze ging met de telefoon naar Wiesje en Larie. Hun stemmen te horen deed me al goed, en bovendien mochten we in hun huis verblijven! Ik wilde er meteen heen. Voor Maaike had dat logeren niet gehoeven. Ik hield mezelf voor, dat ik dan een oogje op haar kon houden, maar eigenlijk wist ik ook wel dat ik eigenlijk behoefte had aan de onverstoorbare kalmte die Maaike zelfs onder haar tranen had. Als zij uitgehuild is, dan is iets ook echt afgedaan. Ik huil minder, maar ik blijf veel langer met iets rondlopen.

Sophie liep met ons mee naar ons huis, keek of we geen belangrijke dingen vergaten mee te nemen (Maaike vindt een heleboel dingen onbelangrijk, zelfs verschoning!), en ging met ons mee naar de konijnenflat. Ze keek er ook even rond naar hoe alles erbijlag: Wiesje en Larie zijn veel onverschilliger over opruimen dan Sophie. Sophie vond schoon beddengoed voor hun bed, maar zogauw niet voor de logeerbedden. Ik was stiekem blij, Maaike vond alles best.

Het eerste wat ik deed toen Sophie weg was, was een offertje klaarzetten in de slaapkamer. Dat leek me een goede tip van Larie. Of zette ik eerst de verwarming weer aan, lekker hoog? Tanden poetsen, Maaike keek bijna verontwaardigd, maar ze deed het braaf. Ze gooide haar kleren uit, greep haar panda, plofte op het bed, en rolde zich op met de panda. Geen discussie over wie aan welke kant sliep, zelfs geen "welterusten". Ik gooide mijn kleren uit, en liet me op mijn kant van het bed vallen. Ik liet een leeslampje aan.

Wat voelde ik me eenzaam! Al die mensen niet hier, vooral Wiesje en Larie niet, en naast me Maaike die zelfs geen welterusten zei. Bovendien vond ik hoe ze met die panda omging best geil. Ik ging met mezelf spelen. Dat versterkte de eenzaamheid. Mijn gedachten maalden een eind rond. Ik moest weer denken aan hoe ik was uitgevallen tegen Aphrodite (zie Jan 2 [geloof, sex]). Eigenlijk zat me dat nog dwars.

Ik had mijn ogen dicht. Er klonk een stem in mijn hoofd, en ik wist dat het Aphrodite was. Ze zei, dat ze aan Wiesje en Larie beloofd had om op ons te passen, dat ze blij was met dat offertje, en dat ze me die uitval vergaf. Ik hoorde een glimlach toen ze zei dat zijzelf nooit een puberteit doorgemaakt had, dat zij als onsterfelijke niet mijn haast had, en dat ze mij eigenlijk wel dankbaar was om de les die ik als sterfelijke haar ermee had gegeven.

Ik voelde de matras inzakken. Ze materialiseerde (of hoe dat ook heet), en we gaven elkaar een knuffel. Vanuit de bundel aan de andere kant klonk Maaikes stem nuchter: "Dag, Aphrodite." Aphrodite aaide haar moederlijk over het hoofd. Ik zei dat ik ook wel een panda zou willen. Aphrodite verbeterde: "Jij wilt geen speelgoedpanda. Jij wilt een man. Eigenlijk wil jij wat Laries in ploegendienst om jou sufgeneukt te houden. Sorry schat, maar dat kan niet." Ik kaatste: "Jij zou er zelf toch ook een stel willen?"

Aphrodite zuchtte: "Dan heb je het niet helemaal begrepen. Wiesje en Larie zijn een geweldig stel samen, dáár gaat het om. Dat ik met veel plezier heb meegedaan, dat is vers twee. In onze tijd waren er veel mooie jongens en goede minnaars, dat konden wij nog een beetje sturen. - Ja, ook die jongens van wie jij dagdroomt zijn prutsers vergeleken bij de mannen van toen." Ze zuchtte weer, aaide ook mij over mijn hoofd, en verdween. Maaike trapte na vanonder de panda: "Nou, dan moet je dus toch een centaur zoeken." Ik ging iets anders zoeken. Ik vond het zowaar in het nachtkastje aan mijn kant, mèt reservebatterijen.

Zondag

Zondag werd ik in de loop van de ochtend wakker, bek-af van een droom over een kudde centaurs op de heide. Naast me lag alleen die panda, maar ik hoorde soms gespat of geneurie. Ik liep naar de badkamer. Inderdaad was Maaike in het grote bad, haar neus zichtbaar tussen de badschuimbubbels, een groot glas halfvol cola op de rand. Ik ging op de toiletpot zitten plassen. Maaike kwam omhoog, nam een slok cola, keek me afwezig aan en zei: "Hoi. Ik moet ook." Ik veegde me af, stond op en vroeg: "Ruilen?" Ze kwam het bad uit, een en al schuim, zei misprijzend "Je had kunnen dóórtrekken. - En je komt er maar bij zitten", en deed een geweldige plas.

Ik voelde aan het badwater: "Lauw...!" Maaike stond op, trok door en zei: "Dan doe je er warm water bij..." Die toon! Ik liet het bad half leeglopen, en draaide de hete kraan open. De stoom sloeg eraf. Ik wachtte even, deed de kraan dicht, en liet me voorzichtig in het water zakken. Eigenlijk te heet aan mijn lipjes. Maaike stapte plompverloren weer in, deed het waterpeil dus stijgen, en zei: "Had je het koud of zo?" Ik schoot met een gil overeind, en liet me langzaam weer zakken. Maaike bekeek me aandachtig, en stelde vast: "Lijkt me toch lastig om groot te worden."

We hielden het een flinke tijd vol in dat bad, maar intussen werd ik wel gèk van haar. Toen we uiteindelijk het bad lieten leeglopen om even na te douchen deed ze mij na: ze voelde het laatste water en zei "Lauw...!"

Onder het douchen stond opeens Janneke vóór ons. Ze zei "Hoorden jullie me niet roepen? Of jullie zin hebben om straks bij ons te eten," en bekeek ons intussen van boven tot onder. Ik werd giftig, maar intussen vroeg Maaike: "Wat eten jullie?" - inderdaad, op die "Wat doen jullie?" toon. Nou, het kwam neer op een verantwoord soort kindermenu, en Maaike zei: "Lekker!" Janneke wachtte mijn reactie niet af, en zei weglopend: "Dan zien we jullie over een uurtje!"

Maaike hoorde mijn handdoek kraken, en vroeg: "Had jij iets beters willen maken?" Ik wilde me zo onaantrekkelijk mogelijk kleden, maar die spullen lagen thuis. Ik keek in een kast, en vond een dikke trui van Wiesje. Ik deed die over mijn T-shirt. We gingen voorlangs naar de girls.

Ja, ze waren aardig en niet opdringerig, het eten was lekker, Maaike had niets te klagen. Ik kreeg het bloedheet in die trui. Maar uittrekken...? Intussen had Afra Maaike gevonden op fruit. Maaike is een natuurmens, Afra heeft zich ooit op wecken geworpen. Dat gesprek ging algauw in de overtreffende trap: "En weet je wat óók lekker is?" Toen Maaike kraaide over "lekkere eikels" werd het mij teveel. Ik riep zoiets als "Bedankt hoor, maar ik ga naar bed!", en maakte dat ik het huis uit kwam. Uiteraard had ik meteen Janneke bezorgd achter me aan.

Ze hield me bij de buitendeur vrij hardhandig tegen: "Wat hèb je nou eigenlijk? Je verbergt iets." Ik gaf me gewonnen: "Ik ben niet lesbisch..." Janneke liet me los, keek me aan, en begon spottend te lachen: "Oh, is het dàt! Ja, wij wel - maar dat wil niet zeggen dat we hetero-meisjes willen verkrachten." Ze keek me even peinzend aan en vervolgde: "Wij hebben immers geen pik om achterna te lopen!"

Ja, eigenlijk had ik me wat geks in mijn hoofd gehaald. Ik zei "sorry!", en ging haar voor, de kamer weer in. Afra en Maaike keken me onderzoekend aan. Ik bloosde. Ik trok de trui uit, en ging zitten. Waarschijnlijk maakte Janneke achter mijn rug een gebaar naar Afra. Die zei tenminste "aha!", en hervatte haar gesprek met Maaike. Janneke zocht dan maar naar een onderwerp om met mij over te praten. Mode dus. Nou ja, ik volg niet zo wat ik zou moeten dragen, maar ik ben wel heel bewust bezig met wat iemand staat, en waarom. Janneke had ook een beetje ervaring met kleding maken, want ze had een tijd heel krap gezeten. En ze herinnerde mij aan Nora's breimachine. Geleidelijk werd het best gezellig. Kopje thee erbij.

Tegen elf uur zei Maaike: "Zullen we gaan slapen?" We namen nu wel hartelijk afscheid, en liepen achterom terug. Ik had bedacht dat we nog niet aan wolven en paarden gedacht hadden. Ik ben niet zo goed in planten, zeker niet in het donker (met hoofdlampje), maar Maaike trok bij Wiesje en Larie zo een paar penen uit de grond. We liepen eerst door naar de keuken om klontjes en koekjes te zoeken. Maaike heeft een goede neus voor snoepgoed. Met volle handen gingen we weer naar buiten.

Maaike riep zacht "woef!", en inderdaad kwamen er meteen twee geldwolven vanonder de struiken bij het badje. We gaven de koekjes, kregen een lik, en Maaike vertelde: "Google is dood. Chot ook." De wolven jankten kort en zacht, en gaven ons nog een grote lik. Ze verdwenen weer onder de struiken. Ik riep zacht "wortels!", en netjes op een rij kwamen vier Trojaanse paarden door de houtwal gelopen: die grote hengst en zijn merrie en hun veulen met zijn merrie. Ze waren uiteraard blij met klontjes en wortels, en ook wel met onszelf. Maaike herhaalde de mededeling. Weer elk vier likken. Toen gingen ze weer in een rijtje de hei op. We gingen naar binnen.

In de keuken kregen we zowaar de slappe lach: eerst uren in bad geweest, nu al die likken. Maaike zei iets wat me erg aan Larie herinnerde: "Wil de Schone Slaapster nu opstaan!" (Larie was er later inderdaad van onder de indruk.) De panda zat deze nacht met zijn rug tegen het voeteneind van het bed.

Maandag

Maandag waren we vrij vroeg wakker. Het verdriet was grotendeels weg, dus we voelden ons alsof we nog een weekje te wachten hadden. We werden al suf bij de gedachte. Toevallig hoorden we buiten Wouter luidkeels vertellen. Hij fietste met Bob naar het station. Wij gingen er lopend heen: we hadden tòch alle tijd. We namen een fles cola mee in Maaikes rugzakje op mijn rug. Onderweg wees Maaike me op allerlei planten, paddenstoelen en dieren. Knap, hoor!

Wouter en Bob waren best verbaasd toen wij de loods binnenkwamen. Wouter was duidelijk in zijn sas. Hij deed iets met schuurpapier, zo gevoelig dat het mij opwond. Bob deed iets met een grote hamer, maar ook daarin voelde ik, nou ja... liefde. Maaike bekeek een werktafel. Daarop lag ondermeer een groepje boutjes en moertjes. Ze wees: "Als Wiesje dit ziet..."

Algauw hadden we het wel weer gezien. We wilden nog wel een stuk lopen, dus zeiden we dat we naar de speeltuin gingen, misschien zelfs naar het natuurvriendenhuis.

De speeltuin was dicht, hek op slot, dus liepen we door naar Saar en Ton. Het natuurvriendenhuis was ook dicht, maar het hek was open en zij waren thuis. We konden een boterham mee eten. Aan tafel keek Maaike zoekend rond: "Waar is jouw nummertjestrekker?" (Àf, Larie!) Ton keek mij grimmig aan, maar zei toen twinkelend: "Weet jij wel, hoeveel rollen nummertjes jij hebt verbruikt?" Ik was slim en kaatste: "Niet één, want die jongens wachtten allemaal netjes op hun beurt." Saar moest lachen.

Na het eten moest Saar de was ophangen. Ton leidde ons intussen het terrein rond. Nog een beetje mooie herfstkleuren, maar vooral kaal en verlaten. Maaike zag meteen tien verschillende soorten paddenstoelen om ons heen en een egeltje vlak voor mijn voeten. Het egeltje herinnerde mij aan die oude buurvrouw van mijn grootouders die iedere vrijdagmiddag moeizaam een overvolle boodschappenkar naar huis duwt. Verder zien we haar nooit, en waar die karren blijven...

Saar vroeg of wij zin hadden om bij hen te blijven eten. Dan brachten zij ons wel naar huis. Inderdaad vroeg Maaike wat ze aten. Saar zei "pannenkoeken", en Maaike was gevat: "Gelukkig, want van poffertjes moet ik altijd niezen." Onder het eten belde Bob waar wij waren. Ik zei dus "bij Saar en Ton", en gaf mijn mobieltje aan Ton. Na een korte uitleg gaf die het even later weer terug.

Na het eten deden we één rondje klaverjassen. Ik ben niet zo'n kaartspeler, maar veel mannen wel - dus moet ik er handigheid in krijgen. (Oei, Larie, nu moet ik je gelijk geven: ik had (strip)poker moeten oefenen. Maar ik ben geen bluffer, dus dat is onbegonnen!) Saar en Ton brachten ons samen met de auto thuis: dan gingen zij meteen even in de kroeg kijken, en dan zat de ander niet te wachten. Ton vergat dat wij nu even in de konijnenflat woonden, en reed die dus bijna voorbij.

Het was een heldere avond, eigenlijk heel geschikt om met een jongen buiten te staan tongen. Opeens begreep ik waarom Wiesje zo graag buiten slaapt met Larie: die grote natuur rondom jullie tweetjes, lekker dicht tegen elkaar aan, voelen dat het goed is samen, en dan hoppa! Maar niet met een vrouw, zéker niet met Maaike. We liepen nog even aan de achterzijde door die dunne plek in de houtwal waardoor die paarden gekomen waren, en tuurden. Wat was dat voor wits in de verte: schapen, mistflarden, witte wieven? Maaike verklaarde: "Ik ga naar binnen," en voegde de daad bij het woord. Ik volgde peinzend.

Dinsdag

Dinsdag werden Maaike en ik ongeveer tegelijk wakker in de ochtendschemering, zo op het moment dat in Amsterdam de straatverlichting uitgaat. We moesten allebei plassen. Geen ruzie: Maaike lag aan de deurkant, en ik moest ook nog om die panda heen. We gingen samen in bad.

Heerlijk, dat bad, maar we dachten allebei aan teruggaan naar ons eigen huis. Eerst eens kijken hoe het daar was.

Thuis was het uiteraard verlaten.Toch kon je zien dat Wouter minstens twee keer hier was geweest: een keer met vuile handen en een keer met veel trek in cola. We keken naar de voorraad eten en drinken. Beter dan bij Wiesje en Larie, en tenminste vlees in de diepvries. Het was net de tijd dat de eersten hun boodschappen kwamen ophalen, dus we konden aan Sophie, de boys, de girls en de goten vertellen dat we teruggingen. Sophie gaf het ook aan Marie door.

In de konijnenflat ruimden we onze sporen zo goed mogelijk op. Ons beddengoed eraf en naar de bijkeuken, het hunne er weer op.

Pas toen we met onze spullen thuiskwamen trof ons de leegte van Chots veldje. Nu pas kreeg ik het te kwaad, maar nu was Maaike eroverheen: "Tja, zo gaat dat nu eenmaal..."

Maaike ging in de huiskamer aan de computer, ik ging op mijn kamer zitten tekenen. Echt eng: we hadden precies dezelfde sfeertekening van Chot en Google gemaakt. Maaike zette een bekertje cola neer als offer: "Dat zullen jullie wel gedaan hebben!"

Het werd donker. We moesten maar eens gaan eten. Leve de diepvries: patat voor in de oven, kippenbouten. Maaike vond een pot appelmoes. Ze goot die domweg half leeg op haar bord, en gaf mij de rest.

We zaten te boeren van het bunkeren: even niet met vier huisgenoten rekening hoeven houden. Opeens hoorden we muziek: onmiskenbaar Dennis op drums, Herman op bas, Geert op sax. Jazz is niet mijn ding, en zeker niet moderne, maar dit klonk heel lekker lichtvoetig. Ik voelde mijn eigen voet meeswingen en ik zag Maaike ook bewegen. We gingen dus maar naar de boys, naast ons. Zoals volgens Larie op het platteland gingen we zonder aanbellen achterom naar binnen.

Geert wees ons onder het spelen de bank. Dennis zat zichtbaar te genieten van muzikale onderonsjes met Herman. In gedachten hoorde ik Wiesje erbij op de piano. Wiesje is óók geen jazzmens, maar ze heeft grote lol in een minimalistische inbreng: iedere paar tellen een boeketje noten. Dat klinkt heel stoer, zelfs als je iets vals aanslaat (Oh, een dissonant bedoel ik.), en dan houdt ze veel tijd over om de rest in de gaten te houden, vooral Larie natuurlijk. Maar nu waren die er dus niet.

Na een paar nummers hielden ze op. We gingen kaarten, bridgen, Maaike en ik samen met Herman tegen Dennis en Geert. Moeilijk spel, maar de uitdaging is toch ook wel leuk. Er kwam wijn op tafel, en er was niemand die me vermaande. Maaike kreeg appelsap. Ik werd flink teut, en ze brachten me naar huis. Op de WC ben ik binnenstebuiten gegaan. Achteraf was het maar goed dat we boven in de badkamer ook een WC hebben, want dat appelsap van Maaike werd ook gevaarlijk.

Woensdag

Het was toch goed om weer in mijn eigen bed te slapen. Ik werd gewekt door Maaike. Die stond in haar blootje voor me en zei: "Ik wil naar Veldzicht." Heel langzaam verdween mijn droom in hoofdpijn. Frisse lucht! Ja, dan was Veldzicht misschien wel precies waar ik behoefte aan had. Maar zouden we daar niet verdwalen? Maaike zag geen probleem: ze had een kompas in haar hand en zei stellig: "Dan nemen we toch gewoon wolven mee!"

Ik liet Maaike eerst douchen, zette onderwijl koffie voor mezelf, en ging toen. Maaike had intussen haar rugzakje gepakt, propte er een paar pleisters, veel chocola en een grote fles cola in, en vond een rol koekjes, van die dubbele met iets ertussen.

We liepen een stukje naar het viaduct en gingen toen rechtsaf. Vàst die plek waar Wiesje en Larie de goten hadden betrapt, want het lijkt alsof je daar de rimboe in kunt, maar daar loop je dood. Verderop is die plek van Wiesje en Mina. Daar loopt het pad wèl door.

Maaike scheurde de rol koekjes open en vroeg: "Woef! Koekje?" Ze had inderdaad meteen twee geldwolven bij zich. Die gaf ze elk een koekje en vroeg: "Wij willen een wandeling maken. Willen jullie ons beschermen?" De wolven vonden het een goed idee. Maaike ging met de teef voorop, ik met de reu erachteraan. Maaike had de pas erin, en vertelde intussen vanalles aan die wolf. Intussen werd ik opgewonden van dat mannetjesdier naast me. Misschien wel geschikter dan een centaur!

We liepen naar de ruïne van de boerderij. De wolven verontschuldigden zich, en vingen en aten er elk een kip. Zielig - zal ik toch maar vegetariër worden? Daarna liepen we door naar wat Larie Hoofddorp noemt, naar de dijk en terug. Net zoals Wiesje en Larie in de Goten [geloof], maar dan zonder boot. Een koekje bij het kerkje, en wèg waren de wolven. De rest van de dag hebben we tekenfilms zitten kijken, met blaren onder onze voeten. We kregen bericht van Sophie dat Yvonne, Aart en de rest vrijdag terug zouden komen uit Tirol.

Donderdag

Donderdag hebben we geluierd en boodschappen besteld voor vrijdag. Maaike en ik hebben geen wachtwoord, maar Sophie hielp ons bestellen. Ik voelde wel iets voor taart, voor ons, voor Wiesje en Larie, en voor iedereen die met ons meegeleefd had. Sophie liet ons een grote taart bestellen voor ons gezin - dan konden er ook stukjes worden gesneden voor anderen.

Vrijdag

Vrijdag hebben we ook geluierd en die boodschappen opgehaald. Hanna en Rudy hadden er zelf een taart bijgedaan voor Mina en Bill, te delen met anderen.

Nee, eigenlijk heeft Maaike niet echt geluierd. Daar is zij geen type voor. Ze heeft bij Grada en Hans een moeilijk biologieboek geleend en is dat gaan bestuderen. Na een portie nasi uit de diepvries gingen Maaike en ik toch maar weer naar Wiesje en Larie. Die verwachtten ons immers. En eigenlijk had ik nu al dagen niet geneukt, dus niet geleefd.

 

Naar inhoudsopgave. Naar volgend verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).