Laatste wijziging: 2022-05-30 (technisch), 2009-05-26 (inhoudelijk). Naar inhoudsopgave. Naar vorig verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde)

Wiesje: "Cameraploeg"

Laatst hebben we geweldig gelachen. Er was een buitenlandse cameraploeg van de Digitale Snelweg af gekomen. Ze hoopten hier nog iets van vroeger aan te treffen. Zo'n zware reportagewagen met satellietschotels op het dak, schommelend als een topzwaar scheepje bij zeegang, raakte nog bijna vast ook. Je denkt toch niet dat wij die kuilen gaan dichtgooien, hè!

Dus die truck staat eerst bijna klem op het bruggetje, drukt bij het driehoeken de paal met ons access point scheef, en vult het pleintje. Ik ben heus niet breed, maar ik kon er niet langs. Die wagen had een deur aan de achterkant, zodoende kwamen ze er nog makkelijk uit. Verslaggever, cameraman, geluidsman, regisseur, regie-assistente, grimeuse, chauffeur, iemand voor het licht. Ze vinden de weg achterom de kroeg in (want ze blokkeerden de deur), bestellen koffie, en gaan aanpappen. Wat we van Us Net vinden, wat we van de Digitale Snelweg vinden, wat we van die kuilen vinden, of we nog ongerept natuur zijn, wat we vinden van Sjors van de Anti-Rebellenclub en zijn pogingen om een verre kattenbak te ontdoen van hondenpoep. Wat een gelul!

En Larie laat zich natuurlijk weer verleiden. Hij vindt dat hij hun taaltje aardig spreekt, hij wil weten dat hij wereldwijs is, dus hij zit in no time bij het licht van felle lampen geïnterviewd te worden. De rest druipt af wegens etenstijd, schoonmoeder jarig of afspraak met de makelaar vergeten, ik zit te gebaren dat wij ook weg moeten (een geheim gebaar tussen ons tweeën, dat ik naar bed wil), maar hij lult maar door. Dan verslikt hij zich in zijn teveelste biertje (want ze houden hem nat). "VCR" roep ik. Gelijk krijg ik aller ogen, die lamp en de camera op mij gericht. Verdomd, Larie snapt het. Hij legt gewichtig uit, dat ze beter die oude dame kunnen vragen. Nou, graag natuurlijk! Waar ze woont? Of ze thuis is? Hoe je daar komt? Nou ja, Larie en ik lopen of fietsen, mevrouw Hoofddoek zelf zal wel lopen, verder komt er niemand. Het weggetje over de kruin van de dijk is nog maar een zandpaadje in het gras. De reportagewagen kan er niet langs, maar met alle spullen sjouwen was ook niet aanlokkelijk.

Intussen was het onrustig geworden, want die wagen blokkeerde dus de Digitale Zandweg, en er stonden al twee webcrawlers, drie rugzaktoeristen en een rij binaries te wachten. Appie zag een kans, en liet de chauffeur parkeren naast zijn webwinkel. Ik zag door het raam, dat Appie gauw de voorraad blikjes in zijn koelkast controleerde, en ijlings ging mailen. Inmiddels had de regisseur ontdekt, dat onderaan het bruggetje in het riet, dat wij de Baai noemen, een wrak roeibootje lag, met een verrot bordje "Te Koop". Van wie dat bootje was? Oh, dat was nog van Kees de Oude, en die had alles nagelaten aan Kees de Jonge. Waar was Kees? Niet in de kroeg, dus waarschijnlijk lag hij te slapen. Thuis? Waarschijnlijk, want hij was voor zijn doen nuchter bij Bill vertrokken. Bill ging wel even zoeken, dan werd meteen de hond uitgelaten. Mina achter de bar.

Maar, voordat er een expeditie op touw werd gezet, was mevrouw Hoofddoek dan wel thuis? Dat moest ik dan maar uitzoeken. Ik op de fiets van Mina naar VCR. Doekje kwam al naar buiten, bij het horen van dit ongewone gerammel. Cameraploeg? Haar best, ze had nog oude foto's. Maar ze was bijna door de koffie heen. Ik weer terug. Wat een rotzadel!

Kees was boven water, de boot was verhuurd, en Larie... Net op tijd! Ik herinnerde hem aan een niet-bestaande afspraak, en zowaar! Hij leek opgelucht. Appie gaf Kees nog gauw een pak koffie, een grote fles koffieroom en allerlei koekjes mee - en nòg een pak koffie toen de regisseur zich bereid verklaarde om dit alles te betalen. Wij weg. Het liep tegen tweeën.

Na het acht uur journaal gingen we weer bij Bill kijken. We zagen in de verte de reportagewagen wegwaggelen. In de gelagkamer zat Kees, bij uitzondering met zijn drank in een kelkje. Zijn handen waren modderig. In een roestig emaille emmertje had hij een aardig maaltje nog levende vis. Hij grijnsde. "Ze hebben misschien twee vragen kunnen stellen. En die grimeuse heeft wel tien hoofddoeken bij haar gekocht."

Naar inhoudsopgave. Naar een latere uitvoering van ditzelfde verhaal. Naar volgend verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).