Laatste wijziging: 2023-05-23 (technisch), 2023-05-11 (inhoudelijk). Naar inhoudsopgave. Naar vorig verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).
Dit verhaal, bijkans een blog, beslaat ruim vier maanden. In die tijd zijn ontwikkelingen dóórgegaan.
Slok - Koppelen - Heet - Gave - Overgave - Neuzen - Verjaren - Trouwen
Inmiddels is voorbehoedmiddel "de slok" ongeveer een half jaar in gebruik op kleine schaal, en ongeveer een maand bij allen in Us Net die het willen. Ook Sheila gebruikt het al enkele maanden. Onze vriendinnen in Eikenrode nog niet. Evenmin die bij speeltuin of natuurvriendenhuis, maar daar verwachten we geen behoefte.
Het middel lijkt niet slechts zwangerschap te voorkomen, maar lijkt de gebruiksters ook gerust te stellen, wellustiger en aantrekkelijker te maken. En op te luchten om het wegvallen van de maandelijkse knoeiboel, uiteraard. Diana was sinds de onbedoelde zwangerschap van Elsje niet zo'n vrijdoos meer, en de neergang van oorspronkelijke Mart versterkte dat, maar nú heeft ondode Mart het zwaar.
Een opmerkelijke kant van de slok is, dat mannen de geilheid van hun vrouwen niet kunnen bijhouden, en dus gedwongen zijn om veel te vingeren en te beffen. Ter herinnering: ik ben als enige (in bromfiets-woorden) "opgevoerd", maar daarentegen heb ik mij niet uiterlijk laten verjeugdigen. Voorts lijkt neuzen beperkt tot mijzelf en in mindere mate Maaike.
Ons uithangbord is onsterfelijke Alie, de ouwe moer van de duivel. Die viel buiten de doelgroep van de slok, maar oogt nu als een vrij strakke eind-veertiger, niet veel ouder dan haar zoon. Sommigen in de westvleugel vallen op rijpere vrouwen, en als Alie ook wil, dan heb je samen een gezellige vrijpartij.
Vermeldenswaard zijn onze lesbiennes. De girls zijn slokkers geworden, om enerzijds genoemde voordelen, anderzijds de extra bescherming tegen mannen. Thea is nog steeds bang voor mannen, Karla zou soms een man in zich willen.
Marije en Manon zijn óók slokkers geworden. En dikke(!) vriendinnen met Alie. Geloof het of niet, maar Marije heeft haar buikhouder nu als trofee aan de wand hangen, aan boord van de "Treets". Ze heeft nu ongeveer de BMI die Manon bij onze kennismaking had, en Manon zelf heeft Elsje doen vragen of ik niet óók aan de slok zou moeten, in plaats van aan het bier. Bij nader inzien verkiest Elsje "goed gereedschap dat droog hangt" boven "geen gereedschap onder geen afdak".
De uitwisseling met omgeving-Berlijn lijkt een succes. Alles is nog pril, maar Manfred lijkt een aanwinst voor het Leger, en Myra voor Klaus' sloperij.
Alleen...¦ Klaus is weduwnaar, met nog wat jaren te gaan, en het geluk van vooral Johann en Myra (onder zijn neus) voedt zijn eenzaamheid. Myra zag dat meteen, en stuurde een berichtje naar "koppelbaas" (hé, dat woord heb ik al veertig jaar niet meer vernomen) Elsje: of die wellicht óók iemand voor Klaus had.
Jazeker: wij (Malawiel) keken elkaar aan, op bed (waar Elsje het bericht voorlas), en zeiden in koor: "Mila". Eigenlijk moesten die twee elkaar al kennen vanaf die keer dat hij en Achim (en Ursula) voor het eerst hier geweest waren.
In de noordoost-toren troffen we Yvonne en Mina. We volgden hen de huisrimboe in naar Aart en Bill, en deden hen kond. Tja, eigenlijk hadden Bill en Mina de hoop, dat Mila de kroeg zou overnemen, maar ze zouden haar het late geluk niet onthouden.
Die middag togen wij (Malawiel, Bill en Mina) naar de kroeg, naar Mila. Die was verrast: ze had Klaus nooit als levensgezel gezien, en groot-Berlijn nooit als woonplaats, maar ze wilde best eens Skypen. Myra vond vervolgens Klaus bereid tot Skypen. Laat op die avond heeft er dan toch iets geklikt.
De volgende dag hebben wij zessen Mila in de bulli naar de Basis gereden ter kennismaking: kandidaat-stief- en -schoonmoeder voor Manfred en Martha. Daarvandaan is ze de volgende dag naar het Intercity-station gebracht, om dan in groot-Berlijn afgehaald te worden.
Het laatste nieuws is, dat Mila bij Klaus wil blijven. Niet als tortelduifjes, wel als, nou ja, zoals Bill en Mina begonnen zijn, misschien zelfs Wiesje en ik (van haar kant bezien). Mila houdt van aanpakken, en ze is immers kraandrijver geweest. (Allen in Fort Rimboe zijn haar nog steeds dankbaar voor haar rol bij de bouw ervan.)
Wiesje miste twee omstandigheden van vroeger: de poel en het vrijen na lang in bad zitten. Ze houdt heus van water, maar ze is eerder een "poedelaar" dan een zwemmer. In dit opzicht is Malawiel dus te verdelen in Maaike en Elsje als waterratten, bovendien onverschillig voor de watertemperatuur, en Wiesje en mij als poedelaars, eigenlijk meer van heet dan van koud.
Zodoende bedachten we weer eens een verbouwinkje, uitgewerkt door Maaike en Elsje, uitgevoerd door Hephaistos en Vulcanus. Deze onsterfelijken willen graag hun handen gebruiken.
Het kleine zwembad in onze badkamer is nu afgeschoten met dubbelwandig perspex of zo, met een schuifdeur boven een opstapje. Langs de lange zijden zijn rekken geplaatst. Denk daarbij aan de constructie van verstelbare wandplanken, al zijn ze anders. De "planken" zijn ontleend aan het ontwerp van onze gaasbanken, maar dan tweepersoons (tweemaal Wiesjes heupbreedte). Dat geeft een groot draaimoment, dus de rekken zijn aan vloer en plafond bevestigd, en de "planken" kunnen in de hoogte versteld worden in sleuven. Trek je aan een eindeloos koord, dan til je de betreffende plank vrij uit een tandheugel, en kun je hem verstellen van een halve meter onder water tot een hele meter erboven. Opblaasbare hoofdkussens kunnen niet wegglijden of -drijven, dankzij een koordje.
De voornaamste verandering is, dat het kleine zwembad nu een soort caldarium is: dichte mist boven heet water. Je zweet je er binnenstebuiten, en dat zweet lekt het bad in. Waterzuivering zit echter in het ontwerp van het hele Fort. Het kleine zwembad staat nu bekend als "˜t heet" (weer zo'n naam van één lettergreep van Maaike).
Om te voorkomen dat je voor kleinigheden 't heet verlaten moet, heeft het een drinkwaterleidinkje (onze "kamertemperatuur" van 23°C) en in een hoek aan de wand een urinoir, zodanig dat ook vrouwen erin kunnen plassen. We hebben er ook een fles gestationeerd.
Wiesje en ik zijn nu geneigd, het ochtendritueel voort te zetten in 't heet, terwijl Maaike en Elsje het grote zwembad ten volle benutten. (Je hoeft echter geen leeftocht mee te hebben om het ene stel ook op de andere plek te zien.)
De jeugd heeft 't heet verkend, maar het is hen tezeer op niet-bewegen gericht. Daarenboven heeft de westvleugel caldaria aangelegd in grotten in beide delen van harren net.
Net als minstens Wiesje en ik verblijven ook de schoonouders graag in 't heet. Voorts komen er Bill en Mina (vaste gasten van Aart en Yvonne) en Ab en Sophie (vaste gasten van vooral mijzelf).
Yvonne vindt 't heet eigenlijk aantrekkelijker dan de huisrimboe (om de hitte), en haar hartsvriendin Mina vindt dat nog sterker. Mart voelt zich meer aangetrokken tot een caldarium dan tot schuilgaan onder kussens (in hun "grot"). Ab en Sophie had je wellicht niet verwacht. Mijn vriendschap met en bewondering voor Ab gaat terug tot het allereerste begin van Wiesje en mij in Us Net. Nu ze buiten de verkopen aan toeristen en het verdelen van de door Pegasus afgeleverde boodschappen niet veel omhanden hebben, en immers ook een hechte band hebben met Bill en Mina, komen ze graag naar Fort Rimboe. Nu Mila wellicht naar Duitsland verhuist, wordt de kroeg vaak waargenomen door Frank en Margriet, die zo beter willen aarden.
Ab heeft voorafgaand aan een bezoek eens geprobeerd, kennis te maken met Rosa. Hij raakt nu ontzet van zelfs het geluid van espresso-apparaten en het openen van flessen frisdrank.
De familie serval is dolblij met de verhuizing naar nabij het kooikershuisje. De aanwezigheid van mensen leidt tot de aanwezigheid van prooidieren, en zelf zijn de katten (de jonkies voorop) hartelijk welkom in de kroeg (bij de gasten en bij wie er bedient). Ook in de school, en juf Mina heeft hen de lage rimboe gewezen als ruimte voor toekomstige territoria.
Apollo had mij al met twee gaven begunstigd: een absoluut muzikaal gehoor en "vrouwlijk vaak" kunnen klaarkomen (ongeacht de inhoud van mijn prostaat, meestal niets dus). Maaike had ook een muzikaal gehoor en bovendien twee instrumenten (dwarsfluit en taragot) gekregen. En, niet te vergeten, een kleine draaiing van haar clitoris. En, bijna vergeten: dat "opnemen en afspelen" van bevrediging, opdat ze haar lange fietstocht naar school en terug aangenaam onderbreken kon. Bij Elsje is de scheiding tussen aanleg en gaven niet duidelijker te trekken dan bij háár instrumenten (viool en trompet). Wiesje wist zelf geen wens, en wij allen wisten evenmin een gave voor háár. Terwijl zij (afgezien van kleine plagerijtjes) de vleesgeworden warmte is. Laat ik trouwens niet vergeten, dat Mawiel en schoonouders een jeugdig voorkomen gekregen hebben (voor Elsje een vastzetten van haar snelle veroudering), en dat ik dat aanbod afgeslagen heb. Waardoor ik ouder oog dan de meeste aanwezigen in het Fort.
Nu hebben we allevier een eigenschap erbij gekregen: we kunnen nu allevier goed zwemmen en lang duiken (langer dan Maaike en Elsje al konden), en we zouden zelfs geen probleem hebben met ijswater of de vrieslucht erboven. Dat laatste hebben we nog niet geprobeerd: vooral Wiesje en ik blijven liever in de warmte van het Fort. Ikzelf zwem en duik daar gráág mee, en Wiesje wil geen spelbreekster zijn. Wel hebben we inmiddels een paar keer in beide "goestingen" in zee gezwommen.
Er is inmiddels een spel ontstaan: bij Maaike heet het "tik". Wiesje en ik zijn de zwemmende doelen die door hun maat (Maaike of Elsje) aangeraakt moeten worden, en de tegen-maat moet dat verhinderen. Het aantal deelnemers kan uitgebreid worden, en de jeugd en 't schijn doen graag mee. Het klinkt eenvoudig, maar uit mijn tekst blijkt niet de extra moeilijkheid, dat Elsje nu eenmaal sterk op Wiesje lijkt. In een sfeervol verlicht zwembad kun je hen nog het beste herkennen aan hun bewegingen (Elsje zwemt juist graag, en is sterk), maar uiteraard beseffen ze dat zelf ook.
Heeft men zin in dit vermaak, dan komt men uit de huiskamer omlaag, met dropjes, gaasbanken en versnaperingen, en gaat beide teams aanmoedigen.
Het sex-leven van Malawiel ontwikkelt zich langzaam. De huidige stand (oeps!) is, dat ik mijn lieverds geheel bevredigd (gebeft en gevingerd) mag veronderstellen, maar hunkerend naar neuzen en sur place. Dat is een grote uitholling van ons uitgangspunt ("bevrediging van de vrouw voorop, bevrediging van de man als wederdienst"), in zoverre dat mij een stuk werk ("nice work if you can get it") uit handen genomen is. Je zou ook (in aangepaste militaire vaktaal) kunnen stellen, dat mijn taken nu beperkt zijn tot het hogere sex-spectrum. Maaike noemt het "afbakken". Het is trouwens best zwaar, want je moet als het ware figuurzagen (van je àf) vanuit je nekspieren. Een ochtend- of avond-ritueel duurt nu minder dan een uur, maar ik moet daarin dus drie sur places leveren.
Uiteraard màg ik alles doen. Een stilzwijgend verzoeknummer (oeps!) is, even flink aan beide tepels te zuigen. Ik zou een grotere onderdruk kunnen scheppen dan de lieverds zelf. Elsje vindt mij toch al een zuiger.
Ik prik hier maar weer onze tafelschikking in de noordoost-toren. Tegenover Aart Yvonne, steeds meer ogend als een rijpere zus van Sheila dan als dier moeder, en zo bevredigd als we Sheila toewensen. Dan Maaike, meer een dochter van Aart, en Wiesje, tegenwoordig ook vaak andersom, en vaak lesbisch ogend in hun lol. Zie ook verderop. Tenslotte tegenover Mart Diana, als een rijpere zus van Wiesje. Tussen ondode Mart en mij steevast Elsje, nog steeds vol aandacht voor mijn voorhuid. Onder de tafel plegen benen elkaar teder te raken. De schoonouders dragen hun hoofdhaar in een eenvoudig kapsel, en de rest van hun lichaam geschoren. Voor Aart is dat laatste een probeersel. Malawiel draagt het hoofdhaar in net-aaibaar tondeuse-kapsel, het schaamhaar in een overeenkomstig "matje", en bekommert zich niet om overige lichaamsbeharing. Ikzelf draag mijn snor en baard ook in die tondeuse-lengte. Elsje voelt wel voor de haardracht van de schoonouders, voor ons vieren.
Denk dan weer aan het eerste hoofdstuk van deze aflevering, en ook aan eerdere meldingen: veel vrouwen in Fort Rimboe, Mawiel voorop, ogen dus steeds stralend als na een goede beurt. Samenzijn, voornoemde maaltijden van Malawiel en schoonouders in de noordoost-toren voorop, is dus een uitdaging voor alle vrouwminnaars. Men volgt steeds onbeschaamder de driften, en ieder begrijpt dat. De jeugd kan niet wachten om mee te doen, en Eros en Cupido zijn radeloos. Ze verstoppen zich overal, maar dat "overal" blijkt beperkt tot de westvleugel.
"Verderop". Gedeeltelijk voor het ontwikkelen van mijn eigen begrip weid ik opnieuw uit over de verhoudingen binnen Malawiel.
Wiesje is een uitgesproken gevoelsmens, en dan ook nog grootmoedig. Ikzelf ga graag mee in die grootmoed. Zodoende hebben we Maaike vaak met aandacht (de toenemende sex inbegrepen) kunnen steunen. Maaike is een uitgesproken verstandsmens, met calvinistische Dankbaarheid en dienstbaarheid. (Maar ook Wiesje, Elsje en hopelijk ook ikzelf hebben die dienstbaarheid. Ik ook die Dankbaarheid.) Wiesje en Maaike waarderen in de ander wat zijzelf minder hebben, en hebben bovendien iets wat soms op "moeder en dochter" lijkt. Kortom, die hebben best een sterke band.
Wiesje heeft Elsje eerst een indringer gevoeld, weet je nog? Maaike zou Wiesje gewezen kunnen hebben op die "vierde plek", ook al was Elsje toen nog een zuigeling. En ja, gevoegd bij de verwantschap zou dat Wiesje kunnen hebben doen omgaan. Nu ze zowat als een tweeling ogen, hebben ze die "synchroniteit" als gezamenlijke humor ontdekt. Voor Maaike is Elsje ook zoiets als een veel jonger zusje of zelfs een vroege dochter. Bovenal een speelmakker in de lichaamsbeweging: Wiesje en ik zijn immers veel gezapiger.
Elsje heeft zowel gevoel als verstand, beide sterk ontwikkeld, plus een geweldig geheugen. Ze heeft geen voorgeschiedenis, maar waar zou ze anders thuishoren dan bij ons? Ze heeft dus niet zo'n aanleiding voor een band met de andere vrouwen. Wat zij dus des te sterker mist, en dan in mij vindt, is een man. Temeer, daar zij een muggenbult-achtige jeuk blijkt te voelen op de grens van baarmoeder en -mond, een jeuk die sinds het innemen van de slok heviger geworden schijnt. Ik ben niet de man die zij zich zou wensen, althans niet uiterlijk en naar leeftijd, maar ik ben waarschijnlijk toch degene die haar aan het meeste gerief helpt. En die jeuk lenigt. Daarbij speelt ook, dat ze van mij weet, dat ik val op priktietjes en brede heupen, terwijl andere mannen doorgaans Maaike lijken te verkiezen. (Niet dat ikzelf afkerig zou zijn van Maaikes uiterlijk!)
Wiesje en Maaike begrijpen samen Elsjes toestand, en gunnen haar vaak de betere tijden of plaatsen met mij - zonder tijdsduur in te leveren. (Nou ja, er is nu eenmaal veel tijd die niet eenduidig aan één van ons toe te schrijven is. Een onderdeel van ons huidige avondritueel is zoiets als het opmaken van de balans. Als je het dan echt in geldelijke beeldspraak zeggen wilt: het afsluiten van een boek-periode. Hoe dat be- en verrekend wordt, hoef ik gelukkig niet te weten. Ik mag onbekommerd lief zijn voor elk van die drie.) Zie vervolgens "nog verderop".
"Nog verderop". De chronologische dwarsverbanden zijn zoek. Elsje heeft opeens iets bedacht zoals "ja, zó kun je het óók zien". Dat slaat op mij, en dan wellicht een ontwikkeling, wellicht slechts een voorval. Hoe dan ook, Elsjes houding jegens mij is plots veranderd van ietwat kinderlijk uitdagen naar iets zorgzaams: poppenmoedertje of zelfs mantelzorger. Van "hier met dat kwakkie!" naar "als we tevéél vragen, dan moet je het zeggen!".
Ze heeft het ook de jeugd uitgelegd, drie keer, om alle zes tweetallen bereikt te hebben. Ze volgen ons steeds met twee tweetallen (geen vaste paren: dit zijn hetero pubermeisjes) naar onze slaapkamer, nemen ademloos in zich op wat wij doen, en zijn onbewust zichzelf en de ander aan het opgeilen.
Elsje legt dan wel eens iets uit, wellicht herhaaldelijk: "Die pik moet zo groot zijn, omdat wij dat vragen. Hij moet tot in je baarmoeder komen, en jouw baarmoedermond moet straks zó wijd kunnen oprekken, dat er een babyhoofdje doorheen kan. Dit velletje, deze voorhuid, is een beetje vergelijkbaar met ons flapje. Je kunt hèm klaarmaken door die voorhuid heen en weer te bewegen, alsof hij in ons op en neer gaat, of door die teruggetrokken te houden en met je mond (lippen en tong) erlangs te gaan, ook weer alsof in in ons op en neer gaat. Maar klaarkomen is voor mannen de beloning voor zaad lozen, iets veel zwaarders dan wat òns overkomt - maar als wij zwanger worden, dan zijn zwangerschap en bevalling natuurlijk veel zwaarder dan dàt. Eigenlijk kunnen mannen maar een paar keer per dag klaarkomen, maar Ap heeft La gegeven dat hij zo vaak kan als wij dat willen. Dus 's ochtends en ‘s avonds drie keer in een uur, en vaak ook nog tussendoor. Eigenlijk is dat best gek, want zijn klaarkomen was bij ons de beloning voor hoe lekker hij het voor ons maakte, maar op deze manier voelt het voor hem meer als werk. Vandaar, dat we ook vaak lang met hem liggen te liggen.'"
Tja, rond de tijd van schrijven speelt weer eens de vraag (minstens in Nederland, België en de USA), op welke leeftijd kinderen sexuele voorlichting moeten krijgen. Daarbij wordt steeds uitgegaan van wanneer een kind daaraan toe is, niet van wanneer volwassenen sexuele belangstelling krijgen voor een kind. Zie dan, hoe Maaike voortijdig betrokken raakte bij de sex die ik met prille Sheila had, en hoe Elsje zelf als peuter al sex zocht. Afijn, de jeugd in Fort Rimboe wéét, dat ze volwassenen opwinden. Dat vinden ze best eervol. Een tractatie vinden ze het, als ze met ons samen hebben geplast, en ik hen vervolgens de fles geef, hun eigen knijp-zuigfles.
Het werkwoord "neuzen" speelt dus een grote rol bij Malawiel, maar het hebben van een geschikte gok blijkt zeldzaam, terwijl alle vrouwvolk des te meer belangstelling toont voor hun genot éérst, en dan ook nog een met onderdeel "neuzen". Wellicht herinner je je uit Fusion 2 [geloof, sex] Maaikes "feestneus", maar die heeft toch snel weer afgedaan. (Waar is ie eigenlijk? Oh, tussen de bedden gegleden.) En dan is er dus ook dat "figuurzagen". Daarop zijn ook de gedaantes van onsterfelijken en ondoden niet berekend.
Apollo had nu een mooie inval, en hij maakte er in de huiskamer een hele show van: hij nam steeds andere gedaanten aan, vooral verschillend in de vorm en grootte van de neus. Hij had zijn al-oude beoogde kwakjesvat Daphne bereidgevonden om zijn ge-neus te beproeven. Of om bijvoorbaat haar stem te verheffen: dat déze er bij haar niet in kwam! Denk daarbij aan Pinokkio- en clowns-neuzen.
Inmiddels hebben we ook twee verjaardagen gevierd: van Wiesje en van Maaike. Die twee worden in Fort Rimboe innig gevierd. Wiesje is immers de matriarch, eigenlijk vooral de ziel van het Fort. De boys waren ook op Wiesjes verjaardag, met hun nieuwe muziekinstrumenten. Bij Geert wil inmiddels de embouchure niet meer zo, dus heeft hij nu net zo'n electronische toeter als wij. Bij Herman gaan de krachten en ook het gehoor zo ver achteruit, dat hij nu in plaats van zijn geliefde plukbas een electrische basgitaar (met frets) bespeelt, en dan ook maar een nieuwe electrische gitaar. Samen neigen ze nu meer naar de blues dan naar de be-bop.
Maaike is immers de bedenker en bouwer van het Fort. Het is een vreemde gewaarwording, een omgekeerde wereld, om allerlei onsterfelijken, ook nog-aanbedene, hun dankbaarheid aan haar te zien betuigen. Zelf is ze uiteraard slechts Dankbaar, dat zij dit heeft mogen doen.
Ook Elsjes verjaardag wordt gevierd, maar dan vooral omdat zijzelf dat graag wil. De schoonouders (ondode Mart inbegrepen) en ikzelf voelen ons er te oud voor. De overige ondoden laat hun eigen verjaardag onverschillig. Voor de onsterfelijken zou het vieren van hun verjaardag neerkomen op het vieren van de verjaardag of juist (bij katholieke heiligen) de sterfdag van de gedaante die ze aangenomen hebben. Nou ja, Kerstmis is bij ons uiteraard een uitloper van een zonnewende-feest, en Pasen... tja...
Deze keer had Maaikes verjaardag bijzondere glans: we hadden Wouter en Claudia te logeren. Die hadden een week gegarandeerd vrij, "mobieltjes uit". Ze logeerden bij ons (Malawiel) beneden, dus de jeugd moest maar even inschikken. Als een zwembad kon slijten, dan had ons grote zwembad nu grondig oplappen behoefd: Wouter en Claudia tegenover Maaike en Elsje. Dat werd trouwens ook wel Wouter en Maaike tegenover Claudia en Elsje.
Ergens ontstond ook de behoefte bij Maaike en Wouter om nog eens samen te vrijen, als verlate afsluiting van enkele jaren waarin ze elkaar flink geholpen hebben.. Intussen moest ik dan maar Claudia neuzen. Geen bezwaar tegen neuzen, geen bezwaar tegen Claudia, maar het voelde vreemd: amper liefkozingen, en ook nog eens het einde van een controle-bloeding. Wat leken onze zaterdagen opeens lang geleden! Wouter blijkt nèt in staat om Claudia te neuzen. Zij is er verguld mee. Maar ook overigens hebben zij nu een beter beeld van hoe wij (Malawiel) elkaar laten genieten, en van de geringe moeite die dat kost. Door hun werk zijn ze vaak te moe voor een sur place, en ze houden elkaar graag bevredigd.
Op Maaikes feestje zijn ook Sheila, de neven, Dennis en Jean-Luc aanwezig geweest. Mede namens heel Eikenrode. De afstand tussen hen en de westvleugel is snel klein geworden.
Over Eikenrode gesproken: inmiddels zijn alle nieuwe combinaties definitief. De spullen die Myra er nog had zijn op rolcontainers in een twintigvoets scheepscontainer gestouwd. De spullen die Mila uit Us Net wilde meenemen erbij. Dat was een grappige ervaring: Malawiel in Mila's huisje (dat zij betrokken had toen Janneke en Thea naar de konijnenflat verkasten, waarbij zowel zij als wij veel spullen voor de volgende bewoners achtergelaten hadden) met een video-verbinding: "ja, dit en dat wèl, maar dàt spul kan weg" en ook een paar rolcontainers. Die zijn toen in een tienvoets container op Abs aanhangwagen achter Abs trekker naar de Basis gereden, en daar gevoegd bij Myra's spullen. De beide scheepscontainers en de rolcontainers waren trouwens geleend van (leveranciers van) Tin Roof. De twintigvoeter is door Martha en Manfred naar Berlijn gebracht. De rolcontainers zijn, deels gevuld met de spullen van Manfred, in de twintigvoeter teruggekomen.
De drie koppels zijn inmiddels dan ook maar getrouwd, op een gezamenlijke gebeurtenis ongeveer halverwege tussen Eikenrode en Berlijn. Malawiel was nadrukkelijk uitgenodigd, gezien onze rol bij het koppelen. Vervolgens was onze rol uitgebreid met een optreden als de Topjes. (Wij hadden betaling afgewimpeld, slechts vergoeding voor het verbruik van Aarts bulli bedongen. Ooit zal hij immers toch weer nieuwe banden en smeerolie moeten kopen.) Het werd op donderdag daarheen rijden, op vrijdag de voltrekkingen en zowaar inzegeningen, diner en feest met optreden, en zaterdagmiddag laat terugkarren. Het Leger en een afvaardigingetje van de bevolking van Eikenrode (ter herinnering: doorgaans óók familie) zijn donderdagavond met een lunchpakket (dat beschrijft de inhoud, niet het tijdstip) per touringcar vertrokken, na middernacht bij het hotel aangekomen, en meteen na het inchecken naar hun kamers gegaan. Zaterdagochtend hebben ze ontbeten zodra de eetzaal open ging, en zijn als de weerga met hun bus teruggereden. Thuis viel namelijk veel te doen... - Weet je nog van die schoenen [Fusion 2, geloof, sex]? Wij kenden deze mensen vooral in werkkleding (en iets netter van Oudejaarsavond), maar hebben hen nu op hun mooist gekleed gezien. Hun bus had trouwens een aanhangwagentje om de kostuums en jurken hangend te kunnen vervoeren.
Het waren vermoeiende dagen, maar reuze gezellig. We hebben ook veel familie van Klaus leren kennen, en we hebben Achim en Ursula weer ontmoet.
Dat hotel was in een kleine plaats het enige, en "wij" hadden het afgehuurd. Er was één feestzaal. Daar traden wij Topjes dus op. Ons leek dansbare muziek aangewezen. Iedereen vond het prachtig en gezellig, maar was te moe om veel te dansen. Het hotelpersoneel stond of liep onbewust te swingen. De gerant kreeg een inval: zou het restaurant, elders in het pand, een video-verbinding mogen gebruiken, vooral voor het geluid? Van onze kant geen bezwaar. In het restaurant is ijlings steeds meer vloer-oppervlak tot dansvloer bestempeld. Social media deden hun werk, en uiteindelijk ging de brandweer de toegang bewaken: er konden evenveel mensen naar binnen als naar buiten gingen.
Ons gezelschap was nu eenmaal van plan om vroeg terug te reizen, en had een vermoeiende dag achter de rug, dus het begon algauw, zich terug te trekken. Tegen 01:00 was de laatste gast gaan slapen. In overleg werd ook de feestzaal voor de dansers opengesteld. De rij van luttele tientallen wachtenden kon toen ook naar binnen, en de brandweer kon weer rustig koffiedrinken. Om 01:45 was het "laatste ronde", en om 02:00 stopten wij met optreden. We kregen hulp bij het afbreken (het inpakken van onze spullen), en dronken een slaapmutsje met het afgepeigerde personeel. Er bleek voor ons gemanst te zijn, enkele honderden euro's. Nee nee, dit was niet de fooienpot die aan ons geofferd werd. Wèl had het personeel uit die fooienpot aan ons gegeven. We kregen de verwachte taferelen naarmate duidelijk werd, dat wij gevieren bij elkaar behoren: dat er dus niet twee "losse" vrouwen te versieren waren. Maar ze namen het gelaten.
Ook wij waren heus moe. Elsje had geen babbels meer. Ze heeft trouwens een geweldige prestatie geleverd door veel Dixieland op trompet te spelen, en ze behield haar embouchure totdat we stopten. Ze kon slechts mat glimlachen bij deze lof.
Naar inhoudsopgave. Naar volgend verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).