Laatste wijziging: 2024-10-02 (technisch), 2024-11-09 (inhoudelijk). Naar inhoudsopgave. Naar vorig verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).
Spanningen bij Shemabof. Die raken dus ook ons: Aart, Yvonne, Maaike, dus ook Wiesje, Elsje en mij, en zelfs Mart en Diana. En uiteraard allereerst in Eikenrode Zus en Wim. Het probleem lijkt duidelijk, de oplossing niet. Dat probleem is dan, dat de neven Bob en Fred moeite hebben met het succes van Sheila en Madelon.
De neven hebben zich ontwikkeld tot geweldige technici, inmiddels allang niet meer beperkt tot het garagebedrijf van hun oom Fred. Dankzij hen heeft ook de boerderijbenodigdhedenwinkel van hun oom Bob zich kunnen ontwikkelen in allerlei technische hoogstandjes, zodat Tin Roof inmiddels regionale (“provinciale”) aantrekkingskracht heeft. Uiteraard hebben ze Pegasus en P2. Voorts zijn ze helpende handen bij alle modernisering van Eikenrode richting urban farming, kweekvlees en zo. (Mocht je de neven verwarren met de vlegels: dat zijn zoons van de Commandant en Moe, en werken voor dier loonbedrijf. Bij drukte helpen ze elkaar.) De neven hebben behoefte aan vrouwen, eigenlijk als kwakjesvat, huishoudster en bron van nazaten. Maar ze hèbben Sheila en Madelon.
Madelon heeft zich in geen tijd ontwikkeld tot de rechterhand en vermoedelijke opvolger van Zus (moeder van de neven). Ze is praktisch, en ze zou een verbindende kracht hebben kunnen worden in de Belgische politiek als ze in Wallonië gebleven was. (Oh, heeft ze de Belgische nationaliteit wel?) Sheila is misschien Eikenrode al ontgroeid. Zij is veel op reis, en verdient veel geld voor zichzelf en voor Eikenrode. (Ik noemde laatst al giften aan haar ouders.)
Er is dus vaak (meestal?) één vrouw voor twee mannen. Als die mannen nou maar het gerief van de vrouw vooropstellen en dan aanvaarden dat zij zelf vervolgens als wederdienst bevredigd (Elsje: “platzak”) gehouden worden, dan kunnen de neven samen aan Madelon genoeg hebben. Bovendien kan die bijna spelenderwijs een Bourgondisch maal bereiden en opdienen. Ook Sheila kan sexueel de beide neven met gemak aan, vertel mij wat! Daarentegen is zij geen keukenprinses, maar eerder een besteller. (Denk aan haar tijd in de Apenrots.) Liefst zou ze iedere dag bij Rajiv en Hilda eten, maar ze heeft “De Rode Eiken” verleid om maaltijden te bezorgen. (Met zodanige prijsstelling, dat dat motel vrijwel niets hoeft weg te gooien, en Sheila voor een duppie op de eerste rij zit. Ter herinnering: het motel koopt in bij Tin Roof.) Madelon heeft huishoudelijke instincten, maar Sheila voelt zich geremd bij huishouden, geremd in haar ontplooiing. Bij beide vrouwen staat het hoofd niet naar moederschap. Nou, en tenslotte zouden beide mannen wel elk hun eigen vrouw willen hebben, in plaats van de lichamelijk bevredigende gedeelde. Met in “hun eigen vrouw” dan ook iets van onderschikking. Madelon kan weergaloos volgzaamheid voorwenden, Sheila niet. Ja, Sheila kan dan weer haar lichaam verhuren, maar dan hoogstens naar de andere kant van de ongelijkwaardigheid: als meesteres.
Op zich is Sheila eerder een pokeraar dan een babbelkous, maar ze hééft veel avonturen te vertellen. Liefst juist over gebiedende mannen die zichzelf voor schut zetten door kut te ruiken. - Zo heeft ze verschillende verhalen over stamhoofden in streng-islamitische omgevingen. Die zijn op zich geen vrouw als mogelijke zakenpartij gewend, maar voorzien een sexueel uitstapje op de koop toe. Dan blijkt Sheila ook nog eens een mooie vrouw. Een die zich keurig bedekt kleedt, maar met prikkende tepels. Die heus openstaat voor nadere kennismaking - tegen een prijs die zich slecht laat uitdrukken in spiegels en kralen. En die zich evenmin met geweld laat nemen. Sheila heeft zelfs verhalen over mannen die een vrouw inzetten als onderhandelaar: dan kreeg Sheila de beoogde waar evengoed voor háár prijs, maar moest de man ook zijn stro-vrouw betalen. (Ter herinnering: Sheila onderhandelt je wel op je knieën, maar niet door het stof. Je moet een volgende keer samen herinneringen kunnen ophalen - en volgens Sheila beginnen de onderhandelingen dan met een eigen-doelpunt in haar voordeel. Bovendien hééft de verkoper de waar. Die wil hij ruilen voor geld, liefst meer dan hij ervoor betaald heeft. Daarentegen hoeft Sheila niet te kopen: Eikenrode kan ook taart eten zonder kers erop.)
Je kon het al bespeuren: ze is vaker koper dan verkoper. Soms is ze makelaar: als ze bespeurt dat haar huidige gezelschap een zakelijke wens heeft die aansluit bij die van iemand die ze onlangs ontmoet heeft, dan wil ze best tegen provisie (liefst van beiden) die partijen bijelkaarbrengen. En als ze koopt, dan heeft ze geweldige armslag. Ze is immers bestuurslid van de Rabobank in Eikenrode (die dankzij haar en Tin Roof best aan gewicht gewonnen heeft: aan balanstotaal, omzet, winst en kredietwaardigheid), en zij is persoonlijk goed voor “miljoenen”. Vaak handelt ze als inkoper voor Tin Roof - en als de partij waren te groot is, dan weet Tin Roof inmiddels gretige kopers voor dat teveel. Want als Sheila waren inkoopt, dan zijn die goed (“hun prijs ruimschoots waard”), en onverwijld op betrouwbaar transport gezet.
Kortom, Sheila is iemand. - Oh, ze heeft Nelleke (notaris, levensgezel van een oom van haar manlijke levensgezellen) huwelijkse voorwaarden laten opstellen. Authentiek (zeg maar “beëdigd”) vertaald in Engels, Arabisch, Russisch en Chinees. Als een huwelijkszwendelaar toenadering zoekt, dan laat ze hem die lezen. Zoef, weg! - Daarvan maakt ze melding op haar website, ongeveer zoals destijds van die gestrafte jannemannen [sex]. (Eigenlijk is ze veel korter geleden afgestudeerd en uit de Apenrots vertrokken dan het ons voorkomt.) Je merkt het: ik ben onder de indruk van hoe dit meisje zich ontplooid heeft. Je kunt je dus hopelijk ook voorstellen, dat het wringt tussen de neven en Sheila. Tussen Madelon en Sheila botert het uitstekend, maar ze passen niet bij elkaar in bed. (Dat verwacht niemand van hen, maar het zou bij de lezer kunnen opkomen.)
De vraag is dus, hoe het verder moet. Eigenlijk is er (volgens iedereen behalve henzelf) maar één oplossing: dat de neven inzien dat ze hun verwachtingen moeten bijstellen. Maar ja, gevoelens laten zich niet wegredeneren.
De zorgen waren ons (Malawiel) toevertrouwd bij ons optreden als de verjeugdigde Topjes. Nu zaten we met Sheila en Madelon in de “geheime” vergaderruimte van de molen (een hok dat zijn oorspronkelijke logistieke rol verloren had), met de hoop op een uitweg vooral op Elsje gevestigd. Die heeft in Eikenrode een naam gekregen als relatie-deskundige. Eigenlijk zaten Wiesje en vooral Maaike erbij als aanhang van Elsje, en ik als man. (Geeft niet: als je de gereedschapskist pakt, heb je ook méér dan die ene schroevendraaier.) Steeds begon iemand te spreken, en bracht geen eerste zin uit. De kaarten lagen op tafel, maar hoe kon je ze uitspelen?
Sheila herhaalde maar weer: “Het zijn toffe mannen om bij thuis te komen, maar Mad en ik zien ons niet als huisvrouwen en moeders van hùn kinderen.” Maaike peinsde: “Eigenlijk zitten jùllie meer in het systeem van de familie dan zij…” Sheila knikte: “Inderdaad. Sociaal zitten zij op net zo’n plaats als Den en Luc. Dat maakt het óók gek. En àls wij kinderen van hen zouden krijgen, dan zouden die het systeem kunnen voortzetten. Sterker: het maakt niet uit, wie de vaders zouden zijn. Mad is de opvolgster van Zus. De echte opvolgster, omdat ik me op de zakenreizen ben gaan richten. Mad weet beter dan ik, hoe alles er nu bij ligt. Ik breng vanaf een afstand het geld binnen. Dat lukt mij nu eenmaal, dat vind ik leuk. Eigenlijk zou ik weg kunnen gaan, en als het ware alimentatie betalen aan de familie. Maar uiteindelijk zal ik ook wel eens huisje-boompje-beestje..., en ik zal wel eens kinderen willen hebben. Ooit, maar ook bij mij tikt de biologische klok…” Ja, dat woord “ook” klonk vreemd jegens Malawiel met vier “verzette” biologische klokken. Vier ogenschijnlijke tieners. Elsje zei waar het op stond: “Eigenlijk sta jij nu weer los van het systeem. Jij wàs de rechterhand van Zus, maar je hebt dat overgelaten aan Mad. Je zou wèl meteen die rol kunnen oppakken.” Wiesje meende: “Eigenlijk speel jij de traditionele mannenrol van kostwinner.” Elsje kopte in: “Dus als Bob of Fred zichzelf nou zou kunnen zien in die traditionele vrouwenrol van huishoudster en opvoeder…” Ik wilde óók iets zeggen: “... en je hoeft in die rol toch je gereedschap niet af te zweren?”
Elsje had een nieuwe inval. Ze viste een vel papier uit de prullenbak, gaf Sheila en Madelon elk een snipper ervan, en lichtte toe: “Schrijf op, met wie je oud zou willen worden: met Bob, met Fred, met beiden samen, met maakt niet uit, of met geen van beiden. Die snippers geef je aan mij.” Even later wisten we: tweemaal maakte het niet uit. We konden alle zes erom glimlachen. Elsje hernam: “Dan zie je ook onze volgende stap, hè?” Ze kreeg van beiden een stevige knuffel.
Aan het eind van diezelfde middag zaten we er met Bob en Fred. Het is geen eeneiïge tweeling, maar ik verwar hen steeds. Blijkbaar ligt dat aan mij (net als met de Muzen). Zij wisten niet van onze bemoeienis, maar ze stelden zich ervoor open. Elsje liet beiden hun zegje doen, en herhaalde het uitreiken van snippers. Weer tweemaal “maakt niet uit”. De neven moesten schaapachtig lachen. Elsje legde de eerdere snippers erbij. Ze moesten nu zenuwachtig lachen.
Elsje hernam: “Eigenlijk zeggen jullie alle vier, dat je op de huidige voet wilt doorgaan. Aanvaard dat dan van jezelf en van de drie anderen. Op zijn minst voor nu, maar misschien hebben jullie over een jaar of zo wèl een voorkeur. Spreek dus iets met z’n vieren af. Een toetsingsmoment, een “snipper-dag”. Spreek die dag straks met hen af, en zet die in je agenda’s. Maak hem maar herhalend, jaarlijks of zo, dat scheelt de druk om het starten van de discussie.” Wiesje voegde toe: “Sheila en Mad zijn bijzondere vrouwen. Niet volmaakt (wie wèl?), wel bijzonder. She kennen La en ik al bijna twintig jaar, Mad kennen wij door jullie. She is niet gemakkelijk. Misschien mag je blij zijn, dat ze graag op reis is en graag geld binnenbrengt. Laat haar voelen dat je blij bent als ze weer thuiskomt, dan laat zij het jou óók voelen. - Ja, het is wennen om iemand met elkaar te moeten delen. She had La met mij willen delen, maar dat werkte niet. Ma kan dat wèl. Wij zijn een tijdje met z’n drieën geweest, en toen kwam El erbij. Dat maakte het makkelijker, want nu zijn we altijd mèt iemand. Ja, wij vrouwen zouden liever steeds een man willen hebben, maar deze ene verwent ons, en we kunnen ook elkáár helpen.”
Er was niets voor de rondvraag. Wiesje belde Sheila. Die was met Madelon bij Linda in Tin Roof. Met de auto van Zus, want op zich verwachtte ze dit belletje. Even later had Shemabof een groepsknuffel, daarna met Elsje erbij, tenslotte heel Malawiel erbij. Sheila keek op haar smartwatch: “Mag ik jullie uitnodigen bij Hilda? Even bellen of het schikt.”
Echt Sheila: de oplossing van een probleem vieren met een maaltijd. (Zie ook de verhalen over bijvoorbeeld Heer Bommel en Asterix.) Nog mooier: ja uiteraard waren we welkom! Echter, acht gasten op een doorgaans rustige avond zouden de menukeuze ernstig beperken. Dus als we konden… - Oh ja! Blijkbaar kwam het vaker voor, dat Sheila spontaan in “Thuis” wilde eten, en gold er een afspraak: de bestanddelen (althans de minder gangbare) van het gewenste menu zelf meebrengen vanuit Tin Roof. Met factuur. Sheila begon te peilen, onderbrak zichzelf, en haalde ook Zus en Wim erbij. Vervolgens meldde ze de extra gasten aan Hilda, dat we iets Thais wilden (en dan middel-heet), en dat we nu vanuit de molen naar Tin Roof vertrokken. Zij in twee auto’s, wij op de fiets. Heel onwerkelijk: zelf bij de supermarkt uitkiezen wat je straks in het prijzige restaurant wilt eten. Trouwens, inmiddels was Tin Roof net op slot, maar minstens vijf van ons tienen wisten de sleutel (en de knop van het alarm) te vinden. En uiteraard het telefoonnummer van Linda.
We hebben geweldig lekker en gezellig gegeten. Elsje en ik zaten tegenover Wim en Zus, en we hebben over alles en nog wat gekout. Er waren uiteindelijk vier andere gasten, en zoals bij “Thuis” vaker gebeurt, raakten die steeds meer bij onze gesprekjes betrokken. (En wij bij de hunne, als ze er waren.) Na het dessert schoven ook Rajiv en Hilda aan. We (alle tien plus vier) gasten hebben eerst afgerekend, en daarna kwam er wijn. Eh ja, Maaike en vooral Elsje drinken nu wel mee, maar kennen hun maat nog slecht. Diana is ons komen ophalen met haar pick-up truck: fietsen in de achterbak.
Het is nog maar kort geleden, maar Shemabof lijkt herboren!
Naar inhoudsopgave. Naar volgend verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).