Laatste wijziging: 2022-07-07 (technisch), 2018-12-14 (inhoudelijk). Naar inhoudsopgave. Naar vorig verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).

Maaike: "Reactie"

[sex]

 

Perkament - Vrouw-zijn - School - Thuis

 

Perkament

Beklemmend, hè, dat visioen van Wiesje [geloof, sex]. Het zou dom zijn om het als een voorspelling te zien, maar het is niet helemáál ongegrond. Mijn vader zou inderdaad kunnen bezwijken onder zijn jeugdtrauma, en mijn moeder zou dan beslist wegkwijnen. Zo'n afscheid van Larie lijkt me heel mooi, maar ik hoop, dat hij nog lang bij ons blijft. En dat einde van Wiesje zelf - het spookt door onze hoofden. Hoe ze mij niet alleen wil laten, en uiteindelijk in een hiernamaals met Larie herenigd wordt. Ja, dan kom ik er natuurlijk wèl meteen achteraan!

Er zit wel iets belachelijks in. Met "perkament" verwijst Wiesje zelf naar hoe Larie haar éven zag in Boezem [sex]. Zij "denkt" in dat visioen, dat zij op haar 88e mij op mijn 67e niet alleen wil laten. Is mooi, is lief, maar wie denk je, dat tegen die tijd de mantelzorger is?

Vijftig jaar verder, later dan mijn ouders nu oud zijn. Ietsje meer dan het leeftijdsverschil tussen Larie en mij. Voor alle mensen die ik ken van boven de 50 lijkt een halve eeuw heel behapbaar. Veel mannen blijven ook boven de 50 nog lang jeugdig ogen. Veel vrouwen niet, maar ze hebben wel een hogere leeftijdsverwachting. Zoals wij konijnen dan meewarig denken: die vrouwen hebben een lange tijd met weinig seks voor de boeg. Mijn grootouders in Amsterdam en in Spanje, hoe vaak zouden die nog vrijen? Of hier in Us Net: Toos en Teun? Nora en Kees? Oh, Kees heeft van ons geleerd, We zien ze niet zo vaak, maar àls, dan oogt Nora heel bevredigd. Maar Toos lijkt me iemand die van vrijen een dressuurkuur maakt. Dan zou hij nu toch wel helemáál de blues moeten hebben!

Ook boeiend: kleine Elsje in de overgang, wel met haar DNA doorgegeven aan drie dochters. Drie Wiesjes op rij om de mannen wanhopig te krijgen. Om vrouwminnaars wanhopig te krijgen, bedoel ik. Te beginnen bij hun eigen vader. Nou ja, als Elsje net zo slim is als Wiesje, dan laat ze haar man goed naar hun dochters kijken en snuffen, en int zelf alle kwakkies. Of zou er een super-Larie opstaan (gaan liggen, bedoel ik) die de vierpersoons competitie aankan?

Vrouw-zijn

Wij vrouwen brengen het leven, zeggen ze. Nou, je hebt bij je geboorte al volle eierstokken, en dan wordt dat later elke vier weken één (of drie, Wiesje) minder, en je baarmoeder zegt iedere vier weken vijf dagen lang "Nou, dan niet!"

Mannen maken die zaadcellen dagelijks vers aan, en die kunnen vijf dagen in een vrouw overleven. Moet je onder de microscoop zien, hoe die gluiperdjes (zoals Wiesje ze noemt) hun best doen om als enige die reusachtige eicel binnen te komen. Pas als het er een lukt, dan pas komt die follikel tot leven, nestelt zich in de baarmoeder, en groeit uit tot een "verpakte grotbewoner" [Wiesje]. Ja, de vrouw heeft er meer werk aan, maar de man brengt het leven erin. Vind ik.

Ook ik snap die vrouwen niet die een kind willen baren als bewijs voor hun vrouw-zijn: "Nou, schatje, eigenlijk hebben we niet zozeer jou gewenst. Ik wilde weten, of ik wel zwanger kon zijn en of ik wel melk kon geven." Of een liefdesbaby: "Ik vond een trouwring niet genoeg, dus ik heb jou gebaard." En dan alle behandelingen voor wie blijkbaar niet naar wens zwanger kon worden. Bij mij werkt alles beslist naar behoren, maar ik wil van Larie en Wiesje genieten. Daar past geen nazaatje bij. Ik hoor dat al op mijn eigen toon van vroeger vragen: "Wat doen jullie?"

School

Op school gaat het geweldig. Dankzij die time warps kan ik iedere dag na afloop van de lessen rustig een paar uur in het studielokaal aan mijn huiswerk (en meer) zitten, en dan zonder tijdverlies naar de konijnenflat gaan.

Bijzonder zijn de paar tussenuren die ik per week heb. Het is een paar maanden geleden begonnen met een vraag aan mijn scheikundeleraar. Dat is een leuke jongeman, maar helemaal vakidioot. Mijn vragen veranderden van "Hoe zit dit dan?" in puzzeltjes voor ons beiden: "Bedenk een stof van deze en die eigenschappen (soortelijke massa, smeltpunt, oplosbaarheid in dit en dat, electrische geleiding)." Die puzzels werden steeds gekker, en steeds meer docenten kwamen toekijken. Ik herinner me, dat ik me afvroeg of ik van zekere organische stof de OH-groep van het tweede naar het derde C-atoom kon brengen. En samen vroegen we ons af, of je door gerichte voeding moedermelk zou kunnen kleuren. Ja, en dan zelfs in groene melk aan stuurboord en rode melk aan bakboord. Je moet dus geschikte kleurstoffen bedenken die in hun geheel de bloedbaan in gaan, en die door iets subtiels zoals de nabijheid van het hart (of door de straling van je mobieltje) hetzij aan één kant de bloedbaan verlaten, hetzij aan één kant tot werking komen. Nee, we zullen er nooit uit komen, maar we hebben een paar weken met op het laatst wel tien leraren en wat toeschouwers zitten puzzelen. Ja, dan ben je zéker raar, maar wel op een positieve manier.

Ik ben ook best blij met de belangstelling (en eigenlijk best vriendschap) van Yasmine. Ik leer zelf om problemen te zien die ik zelf niet heb, en ik hoop, oplossingen (minstens denkrichtingen) te kunnen bieden.

Thuis

Thuis gaat het ook geweldig. Zoals ik zelf toen al aangaf, heb ik door dat middagje alleen met Larie allerlei antwoorden kunnen krijgen. Ik word steeds inniger met Wiesje en hem, en dat is zó mooi. Ik kom dan wel uit een gezin met vier kinderen, en ik was best hecht met Wouter, maar zó veel tijd per dag zó intiem door te brengen, dat is nieuw en ongekend heerlijk. Terecht ligt Larie meestal in het midden, maar als Wiesje of ik dat wil, dan kan zij of ik even heerlijk van twee walletjes eten. We zijn al zover, dat dan meestal de andere vrouw de borsten van de middelste zoekt, omdat Larie geneigd is om tussen onze benen te strelen. Maar ook, dat een klein gebaar al maakt, dat hij naar de borsten gaat en de andere vrouw omlaag. En langzamerhand worden we ook steeds handiger in het gedrieën voeren van gesprekken en het improviseren van verhaaltjes. Je kunt bijvoorbeeld de hand van een ander vasthouden en daarmee gebaren maken op het lijf van de derde. Des te minder hoef je je stembanden te gebruiken, en die stilte vinden we best prettig, vooral ik na een dag school. En we kunnen het ook steeds beter aan om onderonsjes van de andere twee te dulden. (Dat gaat verder dan in het midden willen liggen: je wendt je dan echt naar de één toe, en dus van de ander af. Meestal houd je wel huidcontact.)

Het kan ook als afwisseling. Dan zoekt Larie bijvoorbeeld een rubberboot in Wiesje of mij, kan die uiteraard niet vinden, en vraagt dan aan die tweede of die nummer drie wil doorzoeken. Of iemand improviseert een variatie op Controle: bars vragen wie hier de broek aanheeft, en dan niet voetstoots aannemen, dat we echt alledrie bloot liggen. Laatst had ik weer verteld van die tussenuren op school. Begon Larie een potje "Ik ruik, ik ruik wat jij niet ruikt", en dat was dan geen hint over lichaamsvocht, maar een variant op visuele beschrijvingen. Wiesje dacht ook even de beta te kunnen spelen, en vroeg mij: "de Australische negentenige zebra-boomkikker?". Waarop Larie vroeg: "... in de braakbal van een Kaapverdische marmot?" Gewoon steeds gekker. Volgens mij ben ik in die paar maanden al een heel stuk losser en blijer geworden! - Hmm… inderdaad, in deze lol zou ik niet graag de langstlevende willen zijn. Mantelzorg of niet, dan moet Wiesje mij inderdaad niet alleen willen laten.

Maar het mooiste moment van een schooldag is het thuiskomen. Dat ritueel is nu als volgt.

Larie en Wiesje staan me in de keuken op te wachten. Larie zet mijn fiets in de bijkeuken, ik knuffel met Wiesje. We snellen naar boven. Larie kleedt me snel uit, met bijzondere aandacht voor inlegkruisje of tampon. Dan gaan we alledrie op de plasplank, en Larie “geeft” de fles. Dan snellen we terug naar de slaapkamer. Knuffel met Larie, overgaand in himalaya, en dan een sur place. Is dus een afwijking van het competitieschema, maar nu is hij dus even helemaal van mij. Dan is het net, alsof hij sinds mijn vertrek heeft liggen smachten - terwijl hij die hele tussentijd van Wiesje is geweest. Als de ruimte er is, dan komt Wiesje tijdens die himalaya drinken en laten drinken. Dat kan Larie erg afleiden van zijn gebef, maar het geilt hem ook geweldig op.

Pas als hij afrolt en ons naspel wegebt, komt Wiesje er weer bij voor een driehoeksknuffel en stootligging. Niet om kwakkie te zoeken, want dit kwakkie draagt mijn naam. Pas dan vraagt zij, hoe mijn dag was. En ze schenkt een gezamenlijke mok thee in. Larie is dan trouwens voorlopig vooral aan het bijkomen van zijn topprestatie. Hij ligt dan op zijn rug met zijn ogen dicht, maar zijn handen zoeken en vinden ons. Dat is ook zo’n moment, waarop hij onze heupen streelt. Ook die rondingen zijn hem heus dierbaar. Onder het theedrinken wordt het tijd or mij om Wiesje een himalaya te geven. Die gretigheid van Larie, maar ook het eventjes grootmoedig wijken van Wiesje, dat voelt als, nou ja, echt als thuiskomen. Bij mijn man, en even later mijn vrouw. Trouwens, het duurt niet zo lang meer tot mijn achttiende verjaardag. Dan word ik meerderjarig, en dan word ik deelgenoot in hun “boterbriefje”. De afspraak met Nelleke staat al.

Eigenlijk mag ik best dankbaar zijn voor dat zieke konijn [sex]

 

Naar inhoudsopgave. Naar volgend verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).