Laatste wijziging: 2022-05-30 (technisch), 2010-10-17 (inhoudelijk). Naar inhoudsopgave. Terug naar Cameraploeg.
Eens zien hoe ik mijn oude verhaal nu zou vertellen, vier jaar na de eerste keer.
Larie en ik woonden nog maar net in Us Net. We kenden nog bijna niemand. Wacht! Ik had mevrouw Hoofddoek al als oma geadopteerd. Nou, dan zal het na twee maanden geweest zijn. Larie en ik waren nog lang niet zo op elkaar ingespeeld als nu, en we hadden hier veel minder spullen. We zaten vaak en lang in de kroeg. Niet om ons vol te laten lopen, maar uit verveling en om anderen te leren kennen. Bill en Mina vonden het best, want we waren toen vooral overdag soms urenlang de enige gasten. We hebben heel veel met zijn drieën of vieren zitten Hartenjagen.
Ab en Bill werden toen over de Digitale Zandweg bevoorraad. Dat was een dagelijks avontuur. Er waren soms knapen van opleggers bij. Die reden dan stapvoets bij het viaduct van de Digitale Snelweg af, moesten onderaan de afrit meteen scherp naar rechts draaien, en hadden dan vijf kilometer kuilen voor zich. Die ze zelf met de dag groter maakten. Dan losten ze hier, maar ze konden niet keren. Dus reden ze leeg (of minder vol, weet ik veel) door, langs ons huis, langs het station, en verder weet ik het niet.
Op een dag, een zaterdag denk ik, kwam dan die grote reportagewagen aanzetten. Later hebben we van Kees van de camping gehoord, dat ze een reportage hadden zullen maken over iets folkloristisch, een ganzenmarkt of zo, in dat dorp voorbij zijn camping. Maar ze gingen per ongeluk rechtsaf, en durfden niet te driehoeken. Toen zijn ze op goed geluk doorgereden en bij ons beland.
Ze zagen de kroeg pas toen ze langs het plein reden, en stonden daarom stil op de brug. Maar klem... Wacht! Die brug was berekend op tanks. Maar de weg was aan weerskanten kapotgereden en weggeregend, waardoor de brug boven de weg uitstak, en de straatstenen bergketentjes vormden. Oh ja, spoorvorming heet dat. Die vrachtwagens konden dat wel hebben, maar deze reportagewagen kwam van onderen bijna vast. Misschien ging het ook wel andersom: dat de bestuurder afremde voor die hobbel, en dat ze daarom ook opzij keken.
Het plein was veel kleiner, want Bill had toen nooit zoveel ruimte nodig, en dus lieten we de natuur zijn gang gaan van de waterkant tot enkele meters van de kroeg af. Er stonden zelfs boompjes. Zodoende klopt het wel, dat die wagen het plein vulde. Dat zagen wij later pas, want wij zaten binnen. Ik geloof dat Larie met Ab zat te praten, en dat ik me zat te vervelen. (Technische en zakelijke dingen interesseren me nog steeds niet.) En toen ging opeens die deur naar de berging open, en kwam die hele ploeg binnen. Wel meteen met camera en microfoonhengel, maar niet met licht. Ze gingen dus aan de koffie, en de regisseur ging meteen rondlopen en in het Engels vragen of ze iets voor de camera mochten vragen. Terwijl een ander gauw lampen en van die witte paraplu's ging halen.
Er waren misschien vier andere gasten, en die hadden geen behoefte aan televisie. Achteraf zouden Nora en Thea twee van hen geweest kunnen zijn, dat ze toen nog wel eens onder de mensen kwamen. En dan verder twee trekkers of zo. En Ab, maar die is een jager die geen prooi wil zijn. Larie en ik bleven dus over. Van mij konden die Amerikanen de boom in, maar Larie wilde hen helpen. En ergens vindt hij het toch best leuk om beroemd te worden. Dus hij ging praten. Dan vertelt hij wat ze letterlijk vragen, wat hij denkt dat ze eigenlijk bedoelen te vragen, en wat ze eigenlijk ook wel zouden hebben willen vragen als ze ervan geweten hadden. Kortom, hij zat daar in zijn beste Amerikaans voor VVV te spelen. Zij zagen een slechte dag goed worden, dus ze hielden zijn glas vol. En het mijne ook. Zoveel bier had ik nog nooit gedronken.
Maar ik bedacht dus opeens, dat zij èn wij beter af waren als ze niet Larie lieten praten, maar Doekje (mevrouw Hoofddoek). God, ja, ik had Larie kort daarvoor flink laten lachen met die kreet "VCR", dus die gebruikte ik dan maar. Als ik nu terugkijk, dan zie ik dat hij eigenlijk ook toen mijn spelletje meespeelde, want hij had voor hetzelfde geld zelf kunnen blijven lullen. Ik dacht alleen maar aan "oud", en misschien aan Larie weer voor mezelf krijgen. Pas later vernamen we, dat Doekje notabene in ons huis (of wat er vroeger stond) geboren was.
Ze wilden dus weten hoe ze bij Doekje konden komen. Tja... Larie en ik gingen meestal lopen als hij meeging. Alléén ging ik meestal op de fiets. Doekje zelf moet inderdaad steeds gelopen hebben (vijf kilometer heen, vijf kilometer terug, met haar boodschappen, op haar oude dag!), want een fiets hebben we er niet gevonden toen we haar huisje ontruimden. (Ja, Larie, die kan ze wel ooit gehad hebben.)
Ik zit me nu toch af te vragen, hoe die reportagewagen de weg kon blokkeren. Ah, techniek, Larie snapt het: toen ze die lampen gingen uitladen hebben ze de wagen een stukje vooruit gezet, opdat ze de voordeur konden gebruiken. Blijkbaar had die chauffeur dat een beetje losjes gedaan. (Ja, Larie, hij was te ver gegaan. Ga jij nou maar door met je eigen verhaal!) Wij hebben dat niet gezien. Wij liepen met de regisseur naar buiten, naar die auto, maar die reed toen al stapvoets achteruit naar Ab. Zodoende heb ik daar door het raam gezien, dat Ab de voorraad blikjes in de koelkast van zijn winkel controleerde. Ha! Destijds mocht hij de uiterste verkoopdatum wel in de gaten houden! Nu komt het 's zomers wel voor, dat campinggasten (van Kees of van Saar en Ton) een hele tray gekoelde cola of bier meenemen.
Die regisseur is nog even in die auto geweest. Daarna zijn we terug gelopen naar de Bittenbrug. Kijken hoe die straatstenen lagen, en of je Doekjes huisje kon zien. Toen zag hij dat bootje van Kees. Aart heeft het mooi opgeknapt, dus zo wrak als het toen leek was het toch niet.
Kees was toen nog vooral een dronkelap. Hij had dat huisje, maar hij hing meestal buiten rond. Totdat hij van armoe zelf jenever is gaan stoken en zijn draai vond als brouwer, maar hij is ook opgeknapt door de muziek, en uiteindelijk door Toos.
Doekje had geen telefoon, laat staan Internet, dus ik ben eerst maar es gaan kijken of ze thuis was. Oh ja, op de fiets van Mina, met dat kutzadel. Ze was dus thuis, ze vond het goed, maar ze had geen koffie meer.
Die regisseur vond het prachtig, heeft de boot gehuurd met Kees erbij, heeft zich door Ab boodschappen laten aanpraten, en heeft zich met licht, geluid en cameraman laten roeien. Besef ik nou pas: dat zal twee uur heen en twee uur terug zijn geweest. Dat Kees die conditie had, zeg! Tijdens die reportage heeft Kees dus zitten vissen. Uit verveling en om geld uit te sparen. Maar later heeft hij verteld, dat hij die vissen had verkocht aan Geert. Toen had hij zelf een blik bruine bonen gegeten, koud. Ik schreef dat die grimeuse hoofddoeken had gekocht. Zat die dan óók in dat bootje? Zal dan wel. Moet aardig druk geweest zijn in dat notendopje en stulpje. (Larie denkt dat die grimeuse best bij iemand op schoot gezeten kan hebben. Zou kunnen. WIj hebben het niet uitgevonden.) Moet je nagaan: Larie wilde óók nog mee. (Oh, hij zegt dat hij voelde dat hij mee moest.) Tegenwoordig weet hij beter waar zijn plichten liggen. (Inderdaad. Hup, je bestand opslaan, mee naar boven!)
Naar inhoudsopgave. Naar volgend verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).