Laatste wijziging: 2022-07-09 (technisch), 2019-04-13 (inhoudelijk). Naar inhoudsopgave. Naar vorig verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).
Jeroen centraal - Sheila centraal
Sheila en Jeroen zijn nu enkele maanden samen. Het gaat geweldig. Over hun sexleven zal ik het nu eens niet hebben, wel over hun zakelijke samenwerking. Herinner je je nog, wat voor man Sheila eigenlijk dacht te zoeken? Die heeft ze nu in Jeroen gevonden. Ze vullen elkaar prachtig aan. Ze werken onder een naam die ik zal weergeven als “SJ Producties”, maar iedere gelijkenis met andermans handelsnamen berust dan op toeval. Van “SJ” kom je op “SJiT”. Je leest hieronder, hoe.
Jeroen is fotograaf, maar inmiddels meer videograaf. Zijn huidige specialisme is het vastleggen van grotere bijeenkomsten, niet slechts bruiloften en zo. Daarbij heeft Sheila, met haar liefde voor snelle auto’s, de rol van drone-piloot. Ze werken dan samen met Jeroens jongere broer Tim en diens vriendin Tanja. Aan die voornamen is hun gezamenlijke aanduiding “SJiT” ontleend. Tja, “SJTT” bekt minder...
Wat ze doen is niet gering. In de zaal (of zelfs zalen, en dan ook wandelgangen) van de bijeenkomst bouwen ze allereerst een navigatienetwerk op voor drones: GPS werkt immers niet binnenshuis, en is te grofmazig. Zij gebruiken motion capture. Vervolgens bouwen ze een verkeerstoren. Nou ja, ze plaatsen een verrijdbare steiger op een geschikte plaats. Liefst gebruiken ze die met een tussenverdieping: dan hebben ook Tim en Tanja de ruimte. Ook maken ze verbinding met de geluidsinstallatie: voor het oorspronkelijke geluid van toespraken en achtergrondmuziek.
Jeroen heeft een verscheidenheidje aan drones (in de betekenis van vliegende camera’s met microfoons), vooral heel kleine. Hij zet ze in naar geschiktheid voor de klus. Sheila behoudt het overzicht en bestuurt de drones (één tegelijk), Jeroen maakt de opnames. Tim heeft zelf ook enkele drones, maar is hier grondpersoneel. Hij vervangt lege accu’s door volle, en volle geheugenkaartjes door lege, en ziet toe op de luchtwaardigheid van het spul. Tanja volgt op een monitor en met koptelefoon de opnames onder het maken, markeert mogelijk boeiende stukjes (voor het terugzoeken), en volgt op een andere monitor de afgelegde weg van de drones (camera-richting inbegrepen), zodanig, dat ook de versheid van die weg in beeld is (door vervagen). Dan vraagt ze aan Sheila bijvoorbeeld om die hoek bij het raam weer eens te doen.
Hun nieuwste snufje is identificatie. Gezichten en zomogelijk ook alvast stemmen worden bij binnenkomst vastgelegd. Vervolgens kun je alle opnames doorzoeken op beelden of geluiden van iedereen. Wie bezwaar heeft, wordt (pas in de montage) in beeld en geluid onherkenbaar gemaakt. De montage geschiedt door Tanja, geholpen door Sheila, en met inbreng van iemand namens de opdrachtgever: die kan immers de waarde van de clips inschatten.
De opdrachtgever wil altijd graag behalve de uiteindelijke beelden (en geluiden) van de reportage ook het bronmateriaal hebben. Dan kijken Jeroen en Sheila elkaar even aan, en vragen die opdrachtgever om de gegevensdragers aan te leveren. Het gaat namelijk om vele Terabytes. Dan krabbelt de opdrachtgever terug, en neemt genoegen met de toezegging van toegang tot hun eigen archief ervan. Inmiddels hebben de kelders van Sheila’s Lair de rol van archief gekregen, en zijn daarop ingericht (ruimtelijk, klimatologisch).
Sheila heeft zich ontplooid tot makelaar in onroerend goed. Niet zozeer in betaalbare woningen, maar in moeilijke panden, en dan met name als makelaar voor de verkoper of verhuurder. Dat gaat terug op de spreadsheets van haar “projecten”. Ze brengt ontzaglijk veel gegevens rond het object in kaart: inrichting, bouwkundige toestand, ligging, geldzaken, en wat overheden en omwonenden voor wensdromen hebben. Anderzijds verdiept ze zich ook in de wensen en mogelijkheden van de belangstellende.
Ze kan dus na “een druk op de knop” zeggen, wat de lasten zullen zijn bij de vraag- of biedprijs, hoe de zaken moeten gaan om die lasten op te brengen, welke (on)mogelijkheden dat pand en de ligging ervan de belangstellende zullen bieden, en of zijn bedrijf daar zal kunnen bloeien, gezien overheidsplannen en de houding van omwonenden. Dat gaat haar echt goed af, en haar eigen ervaringen met aankoop en (nog lang niet voltooide) restauratie van Sheila’s Lair spelen daarbij een grote rol. Ze vraagt een pittig bedrag voor haar bemoeienis, maar ze neemt haar opdrachtgever en ook de wederpartij veel werk uit handen.
Stel, dat iemand van een hutje op de hei af wil, en dan maar denkt aan verkopen. Wat zou hij ervoor kunnen vragen? Wie zou het willen hebben? Dan moet je Sheila erbij halen. Die kijkt op het Internet, die kijkt ter plaatse, en die zegt dan bijvoorbeeld: “Gewoon als hutje zie ik het niet zo zitten. Maar als je er een hectare hei bij verkoopt, dan zou je hier een zwembadje kunnen uitgraven, en de afgegraven grond gebruiken voor een helling op het noordoosten. En dan dat hutje gebruiken als kleedhok, kiosk, of beide. En dan zou ik er een exploitant voor zoeken. Eh, niet verkopen dus. Het brengt voorlopig niks op, maar het kan ooit iets worden. Dan zien we wel verder.”
Ze verbergt niets. Daarin wordt ze geholpen door de fotografie van Jeroen en door de bouwkundige vakkennis van Freek, Tanja’s vader. Denkt de makelaar van een mogelijke koper te kunnen afdingen door te gokken op bijvoorbeeld achterstallig onderhoud aan fundering of dakgoot, dan heeft ze de feiten in een ommezien op het beeldscherm, en kan ze naar waarheid verklaren, dat de getoonde toestand ingeprijsd is. Wat haar betreft, wordt een object ook niet opgemaakt met een verfje of zo. Bodemonderzoek? Grondradar, bodemmonsters, ze regelt die bijvoorbaat als ze die van belang acht.
Of een object de vraagprijs waard is, dat kan slechts de mogelijke koper bepalen. Die weet dan wel precies, waaraan hij begint. En de mogelijke verkoper heeft een beeld van de kredietwaardigheid van de koper of huurder. Sheila kan het mogelijke kopers of huurders beeldend voorrekenen: “Als jij deze kapel wilt ombouwen tot patatkraam, dan moet je dus alleen al x-duizend euro winst maken om uit de kosten te komen. Dus als jouw marge op een zak patat y cent is, dan moet je per jaar z zakken patat verkopen om alleen al quitte te spelen. Lijkt me een hele kluif. En de buurt zal niet blij zijn met een patatkraam in hun dierbare kapel, dus die heb je eerder tegen dan mee.”
Ze kan trouwens ook op grotere schaal werken dan van genoemde voorbeelden. Aan de rand van zeker dorp was een voormalige boerderij geworden tot een bedrijventerrein. Met nog steeds een smal en zwak bruggetje over de sloot langs de toegangsweg als in- en uitrit. Anderzijds klaagden verschillende bewoners van panden langs de doorgaande weg over het toegenomen vrachtverkeer. Toen heeft zij een soort ruilverkaveling voorgesteld: verander het bedrijventerrein in een verkeersluwe woonwijk (enkele villa’s), en geef die bedrijven een betere ontsluiting langs de doorgaande weg. Beslist een mooi plan, maar het is afgeketst op bezwaren van de bewoners van twee betrokken woningen: die zagen op tegen de overgangsperiode. Bovendien waren allen beducht voor waardevermindering van hun eigendommen gedurende die overgangstijd. Tja...
Ik vind Sheila’s werk geweldig. Ik heb diepe bewondering voor inzicht, en ik zou het tot voor vrij kort niet achter Sheila gezocht hebben. Zijzelf ook niet.
Drones besturen en onroerend goed makelen zijn niet haar enige bezigheden. Ze heeft inderdaad enkele klanten als psychotherapeut (sexuoloog), en ze doet ook wel eens iets met marketing (waarbij Jeroen zonodig het beeldmateriaal maakt). Maar dat onroerend goed, vooral niet-woningen die hun functie kwijtgeraakt zijn, daar ligt inmiddels haar hart. Daarin kan ze dankzij haar spreadsheets met (naar verhouding!) weinig uren en kosten grote bedragen innen.
Oh ja. Inmiddels kent Jeroen uiteraard VCR. Als Sheila en hij even echt ongestoord samen kunnen zijn (ze willen uiteraard altijd), dan rijden ze in Jeroens auto naar Aazicht, en nemen dan Sheila’s boot. In Us Net weten we dus ook niet, wanneer zij daar zijn. Sheila heeft al bedacht, dat ze dan niet onderweg bij Tin Roof moeten inkopen.
Naar inhoudsopgave. Naar volgend verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).