Laatste wijziging: 2022-07-05 (technisch), 2018-09-29 (inhoudelijk). Naar inhoudsopgave. Naar vorig verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).

Larie: "Schnabbel met Maaike"

[sex]

Weemoed - Uit - Modeshow 1 - Noord - Modeshow 2 - Thuis

Weemoed

Maaike was aan haar eindexamenjaar begonnen. Ze fietste nu alléén naar school, want Wouter was immers klaar, en buurmeisje Claudia nam de scooter. Ze kleedde zich nu steeds zo als Wiesje zou doen, en ze was opgebloeid. Op school werd door velen flink gekwijld, maar ze beperkte nu haar afwerken tot sneren: “Meid, zoek dan een beter vriendje!” of “Kon je weer niet bij die porno komen?” Eigenlijk ontpopte ze zich als een ware zus van Sheila, maar zonder dier zoeken: Maaike had immers gevonden.

Wiesje en ik zochten steun bij elkaar: na die paar weken met Maaike waren we onze jarenlange twee-eenheid kwijt! Onze (denken wij) beroemde “wij horen bij elkaar” knuffel leek wel een troostknuffel, en eindelijk weer eens getweeën in ons dubbellange bad (mijn rug tegen de steun halverwege, Wiesje op schoot met haar benen langs mijn middel) zaten we te zuchten. Niet, dat de sex eronder leed: himalaya’s zijn mijn taak, en Wiesje houdt mij in ruil bevredigd (door doen of toelaten). Volgens ons was dit niet-lijden een prettige bijwerking van onze ruil-benadering. Nou… eigenlijk leed de sex er wèl onder, want Wiesje miste dat “kwakkies zoeken” met Maaike. We lagen er op bed over te peinzen.

Wiesje meende: “Ik zou het nooit gedacht hebben, maar ik was blij met een vrouw bij ons. Niet iedere vrouw (niet Afra of Sheila), wel Maaike. Kunnen zien wat jij ziet, en zo: hoe haar borsten staan, hoe haar tepels staan, hoe haar gleuf oogt en geurt. Ervaren, hoe jij erop reageert - en dus ook begrijpen hoe je op mijn lichaam reageert. Bemerken, dat een geile vrouw een soort aanzuiging heeft die zelfs andere vrouwen aanzet tot frunniken. Nou ja, dat “kwakkies zoeken” was natuurlijk helemáál een gouden vondst. Ik merk zelfs, dat ik me niet druk maak over hoeveel tijd of eh… intensiteit ik van jou krijg - maar het is voor mij wèl ontzettend belangrijk, zeker te zijn van jouw liefde als ik er behoefte aan heb. Je hoeft geen sur place af te breken, en mag zelfs een naspel bij, maar dan wil ik jou ook meteen helemáál hebben.” Ik meende: “Ik voel me het haantje, als ik tussen twee vrouwen in lig. Vrouwenlichaam waar ik maar voel, en ik meer dan welkom. Voor mij is dat een stuk genoegdoening van vóór onze tijd. En natuurlijk is de opwinding groter. Ik heb wel vaak moeite met kiezen (in het donker ook nog steeds met herkennen), maar volgens mij ben jij dat heel subtiel aan het regelen. En die behoefte aan zekerheid heb ik óók: Maaike is een schat, maar jij bent mijn alles.” Je raadt het al: “wij horen bij elkaar” knuffel, himalaya, sur place.

Dat was op een vrijdagmiddag. Wiesjes telefoon ging: Sheila, of ze ons die avond en de volgende in Amsterdam kon hebben voor modeshows? Ze zou ons komen halen en terugbrengen. Ja, dat bracht afwisseling, hopelijk troost. Tot straks! Oei, dan konden we beter meteen iets gaan eten. Toevallig belde net Maaike op, net terug uit school. Dat is inmiddels gewoonte geworden: ze hield zich aan de afspraak “school eerst”, maar miste ons evenzeer. Modeshows à la Sheila? Zou ze eigenlijk graag eens meemaken. We zouden het Sheila voorleggen.

Ongeveer drie uur na haar belletje hadden we Sheila in huis. Ze was voor haar doen ongewoon gekleed: een lichtblauw broekpak, lichtgele blouse, zalmroze pumps. Stond haar prachtig. Ze schudde haar lichtblonde manen: “Dank je! Ik had vanmiddag een vergadering...” Ze hoefde niets te drinken. Ik pakte de grote rugzak (omdat we vaak spullen met ons flatje uitwisselen als we toch in Amsterdam zijn). Wiesje meldde Maaikes wens. Sheila was verbluft: “Sjonge! Maar we kunnen even langs huis…”

Uit

Aart, Yvonne en Maaike waren net klaar met eten. Sheila viel maar met de deur in huis: “Wiesje en Larie gaan met mij naar Amsterdam, vandaag en morgen een modeshowtje doen. Maaik’, ik hoor dat jij ook mee wilt doen?” Maaike dacht snel: “Als ik zondagmiddag vroeg terug ben, en als ik in Amsterdam een paar uur kan lezen, dan kan het.” Aart en Yvonne keken berustend. Maaike inventariseerde: “Slapen we in jullie flatje?” Wiesje knikte. Maaike stoof naar boven. Enkele minuten later was ze beneden, met een grotere rugzak (dan die kleine die ze doorgaans gebruikte). Yvonne dacht mee: “Oplader bij je?” Oeps, zoefzoef! “Nu wèl.” Knuffels met Aart, Yvonne en elkaar. Sheila hield de vaart erin. We beenden naar de Baai, en daalden naast de Bittenbrug behoedzaam af naar de boot. Ik dan maar voorin. Landvasten los (niet slechts de trossen, maar ook de spring midscheeps - ik leer bij), gordels vast, navigatielichten alvast aan, motor starten, zoef! Sheila wees over haar schouder: “Wouter heeft iets veranderd waardoor ik minder golven maak. Kun je ‘t zien?” Nou ja, de hekgolf raakte nog steeds gemakkelijk de bovenkant van de beschoeiing, maar we leken wel harder te gaan.

We scheurden langs VCR, en waren weldra bij het grote kanaal. Twee binnenschepen kruisten elkaar voor onze neus. Sheila joeg haar boot over de kruisende golven, opende draadloos de waterdeur van haar botenhuis/garage, en voer achteruit naar binnen. Ze maakte de boot onverwacht handig vast, schakelde vanalles uit, en ging ons na, een kort laddertje op. Daar stapten we in een naar Sheila’s smaak gewone huurauto: “Ze hadden niks snellers. Achteraf wel handig, met z’n vieren.” Ze reed de auto naar buiten, sloot draadloos ook die deur, keerde, en scheurde naar de Digitale Snelweg.

We waren echt spoedig in Amsterdam. Eerst een toeterconcert veroorzaken bij de Apenrots, want er was geen parkeerplaats vrij, en Sheila moest spullen halen. Ze vroeg mij als lastdier, en ging per twee treden alle trappen op. Ze griste drie gevulde draagtassen en iets van kleding mee, gaf mij twee tassen te dragen, en joeg me omlaag. Ze smeet alle bagage in de kofferbak, beantwoordde het getoeter van wachtende auto’s met verwijzing naar haar haar (blond…), en stoof met ons naar de zaal. Waar waren we eigenlijk, inmiddels in het donker? Nog steeds Oud-West, misschien Oud-Zuid. Een voormalige fabriekshal, een DJ aan het werk. Niet Dennis, want die had zijn eerste schnabbels in de States.

Modeshow 1

Goed. Werkoverleg bij bekertjes koffie uit zo’n “weet je wat ik allemaal kan?” koffie-automaat. De draagtassen bleken gesorteerd: één met nieuwe spullen, één met “gouwe ouwe”, één met veelzijdig bruikbare zooi. Sheila maakte alvast een ontwerp van de volgorde der dingen. Ze keek Maaike aan: “Deze shows worden vaak een soort striptease, en Wiesje en Larie eindigen vaak vrijend. Jij bepaalt zelf, hoever je gaat. Hoe het zal gaan zonder Dennis en zonder een bodywarmer, maar met jullie als trio, geen idee. Vragen?” Geen vragen. Sheila kleedde zich in de stijl van Wiesje en Maaike, maar haar T-shirt had een lage hals. Blote voeten.

Sheila kwam zelf als eerste op, met een oude hoge vaas: “Dit wordt een magische avond, lieverds. In deze vaas zit een slang. Die ga ik bezweren.” Ze zette de vaas neer met gestrekte benen en vooroverbuigen (zodat bij de juiste belichting haar borsten goed te zien zouden zijn, en de licht-technicus werkt vaker met Sheila samen), en ging in kleermakerszit op een poef bij de vaas zitten. Camel-toe. Ze ging allerlei geluiden maken, maar er verscheen geen slang. Ze deed allerlei dwaze pogingen om in de vaas te kijken en om die te legen: “Ik bezweer je, dat er een slang in zit.” Hier had ik een inval, en bracht haar theatraal een (aangebeten) appel. Bij nader inzien hield ik die uitnodigend buiten de opening van de vaas. Sheila begreep me, en voosde: “Slangetje, kan ik jou verleiden met de vrucht van de boom van een kennis?” Uiteraard niet. Ze wond zich op, kwam overeind, pakte mij de appel af, en plaatste die op mijn hoofd: “Wilhelm, je dagen zijn geTelld. Tenzij…” Ze keek de coulissen in. Wiesje was op dreef, en verscheen met een opgestoken (maar kapotte) paraplu. Eerst in een mislukte nabootsing van Mary Poppins, waaraan ze een mooie draai gaf door als een gelande parachutist te rollen. Camel-toe. Ze stond op, hield de plu nu voor zich als (met veel verbeelding) een pijl op een gespannen boog, richtte die op de appel, en wist de plu zo te sluiten, dat het leek alsof ze een pijl had afgeschoten. Uiteraard nam ik snel de appel in mijn van het publiek afgewende hand, en wreef met de andere denkbeeldig zweet van mijn hoofd. Maaike liep het toneel op achter een verrijdbaar kamerscherm, plaatste zich met de rand ervan achter de vaas, stopte snel om het hoekje van het scherm iets in de vaas, en slingerde een zwart koordje (dat aan het iets vastzat) over de bovenrand van het scherm. Ik liep met de appel naar de achterkant van de vaas, naast het scherm, en bewoog de appel lokkend boven de opening. Maaike wekte met rukjes aan het koord iets slang-achtigs tot leven, en liet het uiteindelijk de appel grijpen. (Nou ja, de appel viel op de vloer.) Sheila maakte een (uiteraard) theatraal “ta-daa!” gebaar. Best stevig applaus. Sheila verkondigde: “Vanavond geen man achter de schermen, maar mijn zusje Maaike.” Ik rolde het scherm opzij, zodat Maaike zichtbaar werd. Henieuwd applaus, gefluit. Sheila wikte even, en hernam: “Ze is al bezet: ze hoort bij mijn oude vrienden Wiesje en Larie.” Nog meer applaus, gefluit, nu ook gejoel. We deden een driehoeksknuffel.

De show kabbelde door met meer improvisaties, en langzaamaan werd ook het publiek geiler. Toen kwam Maaike op met een kinder-zwemring om, zo-een met een zwanenhals eraan. (Hee… Zou het dat ding geweest zijn waarmee ik in Us Net op een heidefeest in dropwater had gezwommen?) Ik denk, dat ze het ding leeg over haar schouders of heupen had gesjord, en het daarna weten op te blazen. Hoe dan ook, ze deed enkele ballet-pasjes die misschien bij de Stervende Zwaan horen, maar ging vervolgens verwoed proberen om de zwaan af te krijgen. Ze gebruikte de volle breedte van het toneel, kreeg de zwaan niet af, maar geleidelijk wel al haar kleren. Oh, dan moest ik vast helpen. Ik liet de zwaan leeglopen, hield haar ene hand vast, en zij wist met wat salsa-pasjes de zwaan uit te stappen. Waar heeft ze het vandáán? (Oh, wacht: Yvonne natuurlijk.) Op de achtergrond blies Sheila de zwaan weer op, en draaide die rond als aan een spit. Op de voorgrond bedankte Maaike mij: ze ging onder oorverdovend gejuich door de knieën, trok mij mijn broek en string uit, en begon me genietend te pijpen. Ja, dat laat Wiesje niet op zich zitten. Ze stormde het podium op, was in een oogwenk bloot, rende naar ons toe, en schoof zich tussen Maaikes benen. Ze trok Maaike aan de heupen omlaag tot op haar gezicht, en ik ging steeds wijdbeenser door de knieën om het pijpen in stand te houden. Intussen kleedde Sheila zich uit, en paste haar rokje als een hoofddoek om de kop van de zwaan. Ik was klaargekomen, en Wiesje en Maaike waren nu druk in een ongeremde 69. Ik besloop Sheila van achteren, greep haar bij de borsten, en had haar weldra aan mijn neus. Ach, ach, ach, had ik nu maar een zwemring, desnoods een paraplu. Wiesje greep in. Ze trok mij aan mijn voeten bij Sheila weg, deed Maaike mijn plaats innemen, en legde mij aan de andere kant van het podium op mijn rug. Ze wenkte om een spotlight, trok mij beheerst af, en wist mij binnen een kwartier (denk ik) sinds dat pijpen op mijn buik te laten spuiten. Dat likte ze dan weer uitgebreid en katachtig op, waarbij het publiek eerst zicht had op haar bungelende borstjes, daarna op haar natte gleuf. Weinig applaus: de ene helft van het publiek bevredigde nu de andere. Tja, dat was een mooi punt om te stoppen. Samen een buiging maken. Ik omarmde Wiesje en Maaike zodanig, dat die me van af podium af sleurden. Sheila had het moeilijk: “Dank je wel, lieverd, maar wat moet ik nou?”

Noord

Wiesje en Maaike maakten het haar nog moeilijker: we sliepen gevieren in ons flatje in Noord, en ik moest Sheila maar warmhouden. Dat was dan Wiesje als matriarch: “We hebben dat bed met onderschuifbed in de slaapkamer en we kunnen in de huiskamer een tweepersoons luchtbed neerleggen. Twee personen hier, twee daar. De minst ongezellige oplossing is: Maaike en ik in de slaapkamer, Sheila en Larie in de huiskamer. Maar Laar’, second thing in the morning: himalaya voor Maaike en mij.” En zo kreeg Sheila, hoewel ze mij eindelijk geestelijk losgelaten had, nu opeens enkele uren met mij alléén toebedeeld. We deden ter instemming een groepsknuffel. Voor mij voelt het goed als Wiesje de lakens (lees: de bedgenoten, zojuist de podiumgenoten, of ook de volgorde tussen de lakens) uitdeelt: dan ben ik gedekt(!), en kan ik me tot nader order (of hierboven: wegslepen) aan diegene wijden.

Een slaapmutsje? Een aangebroken zakje sterrenmix (thee) of een nog verzegelde fles oude jenever, beide uit mijn tijd alléén. Ik herinner me van vroeger één vrouw die jenever dronk. We zetten dus een pot thee. Ik schonk een neutje in, en liet het glaasje als een joint rondgaan. Gaande de tea party (met chocola, je weet wel) ging het nippen aan het glaasje over in slokjes nemen. Eigenlijk waren we best tevreden, al foeterde Sheila over het betaald parkeren (09:00..19:00, en het was rond 03:00). We beschouwden deze zit maar meteen als biecht. We gingen weldra naar bed. Zonder verder avondritueel. Oh, Sheila had terecht uit voorzorg een tampon in. Één handdoek één voor het luchtbed.

Iemand had een wekker gezet op 08:00. Niemand wist wie en waarom, maar het kwam goed uit. Om 09:00 zaten we slaperig maar bevredigd en gedoucht aan de koffie. En nu? Er moesten boodschappen gedaan worden. Sheila wilde wel struinen naar gekke dingetjes. Maaike zou vanalles willen, maar vroeg een paar uur afzondering om te studeren. Wiesje wilde liefst een vaartocht, anders een wandeling. Ikzelf had geen duidelijke wensen. Eerst die boodschappen. Sheila in de Foodmarkt. We hadden na die schnabbel bij Ooikooi de supermarkt van Tin Roof scherp voor ogen. Ja, die moest nòg groter zijn, en sowieso ruimer gesorteerd.

Vers twee werd een bezoek aan kringloopwinkel het Juttersdok. Sheila ging er aandachtig maar snel doorheen. Evenzo De Lokatie. Ze kocht bij beide iets. En toen? Mijn voorstel: op het Buikslotermeerplein de drie winkels bekijken die in het voormalige V&D-pand huizen. Dus eerst deze spulletjes thuisbrengen. Sheila legde ze maar meteen in de auto, en gromde tegen de parkeermeter (of hoe je zo’n moderne paal noemt). Uit voortschrijdend inzicht namen we de auto naar het winkelcentrum. Wiesje en ik kochten wat goedkope volumineuze dingen bij Action, en Sheila vond prulletjes bij SoLow. Beneden voor de deur ontmoetten we… Mart, Diana en Elsje! Nou, dan de verzoeningspoging (de zoveelste…) aannemen. Wiesje en Sheila brachten de aankopen naar de auto, en gingen daar wachten. Ik liep met mijn schoonouders en schoonzus een rondje Lidl en Jumbo. Ik duwde de wandelwagen, Mart de winkelwagen, Diana pakte doelgericht het gewenste van de schappen. Vervolgens ging alles naar hun auto (nog steeds die inmiddels oude “hovenierswagen”). Die stond vlakbij Sheila’s huurauto. Ik liep daarheen. We reden in konvooi Waterland in. Ze wonen er echt leuk (mits je een auto hebt), maar met toenemende argwaan voor de toekomst: wanneer zou dit veenweidelandschap veranderen in een wijk vol woontorens?

Het werd koffie met gebak, vervolgens een broodmaaltijd met verse tomatensoep en champignonragout, kortom, Diana op dreef. Mart en ik praatten bij over onze onderwerpen, maar buiten het huis onder vier ogen verontrustte hij me. Beiden waren radeloos, inspiratieloos (voor kunstenaars rampzalig!), en hun bloeiende sexleven was verdord. Zo te zien ging het nog steeds geweldig tussen Wiesje en mij, nu zelfs met een tweede, nog jongere, vrouw erbij. Dat gaf scheve ogen. Intussen werkte Sheila verzachtend op Wiesjes omgang met Diana. Elsje zat dat stil maar oplettend te volgen. Ze leek griezelig veel op Wiesje op die leeftijd. Toch had ik dat “verzachtende” achteraf fout gezien. Dat bleek bij ons avondritueel van zondag, toen Wiesje en ik weer alleen waren: “Nee, ik weet nu dankzij Maaike, dat ik niet bang hoef te zijn voor een andere vrouw. Het punt van “alle aandacht voor Elsje” is weggesleten. Het ging nu meer om laten zien dat je weer normaal kunt doen. Dat was zonder Sheila ook gelukt. Ik moet alleen nog wennen aan de omgang met zo’n peuter.” Ik haalde haar aan, en herinnerde: “Maaike was maar iets ouder, toen we naar de speeltuin gingen.” Wiesje kreunde: “Weet ik. Dat maakt het makkelijker èn moeilijker.” Terug naar de zaterdag.

Halverwege de middag moesten we toch maar weer terug. Wiesje nam aanzienlijk hartelijker afscheid dan vorige keren. Thuis had Maaike zich (nog steeds bloot) op de bank genesteld met een pot nane (ook uit een heel oude voorraad) en haar iPad. Ze had haar studiedoel bereikt, en bekeek nu filmpjes. Ze stond blij en kwiek op om ons te begroeten - en deed ons allen lachen om de vochtvlek op de bank. Wiesje gaf mij een zacht duwtje in Maaikes richting. Na de begroeting leidde ik Maaike naar de slaapkamer, schoot mijn kleren uit, en dook op haar. “Wij horen óók bij elkaar” knuffel, himalaya, sur place. Inmiddels waren Wiesje en Sheila uiteraard ook bloot. Wiesje ging geestdriftig mijn kwakkie zoeken, ik nam Sheila de tampon uit, en bezorgde haar een himalaya. Dankbaar greep ze mijn halfstijve, maar het was nog oplaadtijd. De man in de stofjas plakt een bibberig briefje op de winkelruit: “Hulp gezocht”.

Wat hadden we ook weer als warm eten gedacht? Oh ja, een favoriet van Wiesje en mij: stamppot andijvie, met de kruidenmix van dat ene merk. Met oesterzwammen erbij? Oh, gauw aankleden en naar de Turk die ze los verkoopt. Maaike ging mee, nog weinig bekend met de voorzieningen van de grote stad (hier: Amsterdam-Noord). Gelukkig waren er nog voldoende zwammen te koop. Ik vulde een draagtasje, maar liep met Maaike de winkel door ter verkenning. Ook Turkije kent gemalen rode pepers, maar als die in Nederland bekend zijn als sambal oelek, dan komt dàt op het etiket van de literfles (jazeker: fles). Uiteindelijk namen we ook een watermeloen mee. Terug naar huis, weer uit de kleren. Aardappels schillen en snijden, andijvie snijden en wassen. Eerst die beide opzetten. Goh, weer eens koken op gas. Oesterzwammen waar nodig schoonvegen (als ze uitgedroogd zouden zijn, zou ik ze gewassen hebben), snijden, bakken. Sheila vond het best te eten, Maaike vond het ronduit lekker. Mooi zo! Watermeloen toe. Afwassen.

Moesten we al opruimen en inpakken? Nog niet. Wiesje sleurde mij naar de slaapkamer. (Ik maakte hier de tikfout “slapkamer”. Klopt bij ons, want Wiesje beult mij immers af. Klopt vermoedelijk helaas bij veel stellen wegens een uitgeblust sexleven.) Natuurlijk, mijn boterbriefgenote moest óók aan haar trekken komen. Het werd een lange himalaya met sur place na. (Ter herinnering of verduidelijking: in beginsel ga ik bij een himalaya door totdat de vrouw aangeeft dat het genoeg was. Daarna geef ik vaak een hoogtepunt toe.) Warempel: op het andere bed ging Maaike Sheila helpen, voorzover mogelijk mèt de tampon. Sheila is nu eenmaal gewend om te ontvangen, niet om te geven, en al helemaal niet aan vrouwen. Mijn plicht was duidelijk: na Wiesje Maaike aan een himalaya helpen. Inmiddels gingen Wiesje en Sheila opruimen en inpakken.

Modeshow 2

De plek van de modeshow was dezelfde, het publiek wellicht deels hetzelfde (op party drugs). Sheila waakte ervoor om dingen precies te herhalen. Ook nu steeg de sexuele lading in de zaal weer. (Geen kunst: als je Wiesje, Sheila en Maaike in T-shirt, rokje en string op een podium hebt, dan dromt de vrouwminnende helft van het publiek zodanig op, dat de vrouwlijke helft klem raakt met de borsten of tussen de erecties, Iedere liefkozing van stelletjes is voor minstens twee andere stellen duidelijk voelbaar. En ja, Sheila’s publiek hóópt op sex.) Dus weldra waren we weer bloot, en gingen bij het publiek ook weer de slipjes uit en de gulpen open.

Sheila heeft zich dus ontpopt als theaterdier, maar ook Maaike is dochter van theaterdier Yvonne, en over Wiesje als theaterdier praat ik wel vaker. Die drie voelen elkaar heel goed aan. Ikzelf ben dan het huisdier dat braaf maar onbegrijpend door de hoepel springt, en pas achteraf alles vantevoren geweten had. Steeds weer. Dus zag ik het hoogtepunt van de show niet aankomen, zelfs niet toen de DJ weer eens “I’ve been loving you too long” van Otis Redding opzette. Sheila liet mij voor haar door de knieën gaan, en met mijn tanden (hoofd vèr achterover) haar tampon aan het touwtje uithalen. Ze nam het ding voorzichtig (en ook aan het touwtje) van me over, toonde het naar alle kanten, ging zelf door de knieën, deed mij onder haar liggen, en liet mij befneuzen. (Ik heb al eerder geschreven over de Rode Zee en publiek, maar toen betrof het Wiesje, meen ik.) Ze schokte en kreunde heftig, voor mij was het een soort liquid-boarding (nee, niet puur water-boarding). Intussen lag ik natuurlijk wel met een jeukende paal, en uiteindelijk ging ze liggen en trok mij op haar. Wiesje en Maaike gingen dan maar aan de 69. Hoeveel foto's zouden er zijn gemaakt van mij met bebloede neus? Maar ook nu weer was er weinig slot-applaus omdat het publiek druk met zichzelf bezig was. Geeft niet, de “likes” stromen naderhand wel binnen, en het geld meteen na afloop chartaal (dus “contant” in de juiste èn in de gebruikelijke betekenis).

Grappig: voor ieder van ons vieren betekende dit geld iets anders. Voor Sheila was het puur zakelijk (“Waarmee moet ik anders mijn hypotheek aflossen?”), voor Wiesje eh… nou ja, zoiets als een tampon: soms helaas nodig, voor mij een mogelijkheid om consumentenwensen te vervullen, en voor Maaike een onverwachte verveelvoudiging van haar bescheiden zakgeld (waarvan ze door haar leefstijl amper iets uitgaf).

Na afloop reden we eerst weer langs de Apenrots: spullen wegbrengen, verschoning halen. Ja, hoor: ook om half drie ‘s nachts toeterconcert van drie auto’s. Sheila wees maar weer naar haar haar, en reed adembenemend snel naar ons flatje. Zo, nu hadden we wèl wijn. En olijven, dus weldra moesten die weer uit vrouwenopeningen gelebberd worden. Sheila knipte het touwtje van haar tampon wel héél kort af. Achteraf was dit óók een mooie podium-act geweest.

Thuis

Slapen, uitslapen zelfs (nou ja, lang geen acht uur bed, laat staan acht uur slaap). Daarna werd Maaike gehaast: “Ik heb jullie en mijn ouders iets beloofd.” We wisten het, begrepen het, leefden mee. Vlugge brunch, inpakken en wegwezen. Sheila stak een middelvinger op tegen de parkeermeter, en scheurde weg. De auto wist waarschijnlijk niet, dat hij het in zich had. Sheila reed nu niet naar Aazicht, maar naar haar ouderlijk huis. We gingen ietwat verbaasd naar binnen. Ook Aart en Yvonne waren verbaasd door de auto voor de deur. Sheila had een verrassing: “Maaike, als jij ons een tijdstip noemt, dan neem ik jullie voor het avondeten mee naar Thuis. Ik trakteer.”

En zo zaten we die zondagavond gezessen gezellig bij Rajiv en Hilda in de chambre séparée te smikkelen van vanalles. We waren de laatst aangekomen gasten, dus we konden sowieso krijgen wat van andermans bestellingen over was, maar we konden ons ook uitleven in eigen wensen. Dat leidde nog tot een spoedbestelling bij Tin Roof. Bob kwam even gedagzeggen toen hij het bracht, en lustte wel een glaasje wijn. Sheila zelf liet zich weer verrassen door wat Rajiv van aanwezig spul kon maken. Aart, Yvonne en Maaike dreigden aangemerkt te worden als “peper en zout” gasten, maar Sheila wist tijdig duidelijk te maken, dat het hier niet ging om grote biefstukken met garnituur. Vervolgens wist Yvonne met de juiste begrijpende vragen Hilda voor zich te winnen. Uiteindelijk waren wij de laatste gasten. Rajiv en Hilda kwamen bij ons zitten, heel gezellig. Helaas moest Maaike weldra aandacht vragen voor haar schoolgang, de volgende ochtend. Terug naar Us Net, slingerend over de Digitale Zandweg. Na innig afscheid liepen Wiesje en ik die nacht naar huis.

 

Naar inhoudsopgave. Naar volgend verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).