Laatste wijziging: 2022-05-27 (technisch), 2022-02-12 (inhoudelijk). Naar inhoudsopgave. Naar vorig verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).

Larie: "Rijper"

[geloof, sex]

 

Elsje - Beren - Botje - Oudjaar 1 - Muzen - Oudjaar 2 - Kinderbedtijd

Elsje

Het vreemdgaan [geloof, sex] heeft Elsje veranderd, verbeterd. Zonder dat ook zijzelf maar kan zeggen, waarom. Ze loopt nog steeds graag voorop, maar niet meer kwetsend. Ze pronkt nauwelijks nog met haar gebiedende borstjes, maar erkent blij, dat ze mooi zijn. Daarbij deelt zij in een artiesten-gebaar de lof met Wiesje en Maaike. Wiesje hoeft dus óók niet meer zo nodig. Samen geven ze zodoende meer lucht aan Maaike, die dus opleeft. Elsje is nog steeds dol op pannenkoeken, maar oppert dat op háár beurt bij menu-overleg (als wij die gelegenheid niet laten verlopen). Kortom, Mawiel is een hechter groepje van gelukkige vrouwen. Als groep geven ze vervolgens alle eer aan mij. Dat stemt mij in zoverre gelukkig, dat ik vind dat ik veel méér lof krijg dan mij toekomt. Maar ik lijk daarin alléén te staan, zelfs in een volle huiskamer. Toch zie ik zelf, hoe zij (Mawiel) elkaars beste maatjes zijn, en hoe gedreven zij elkaar hulpen.

Misschien moet ik weer eens uitweiden, strijden tegen de indruk van mij als pasja met drie kwakjesvaten. Wiesje ken ik vanaf haar geboorte, als dochter van mijn schoolvrienden Mart en Diana. Ze is dus een generatie jonger dan ik, maar we weten niet beter. Maaike kennen Wiesje en ik vanaf ongeveer haar derde. Ze is ongeveer een (biologische) generatie jonger dan Wiesje. Inmiddels zijn we bijna vergeten, dat eigenlijk Sheila bij ons wilde horen, en dat Maaike in dier kielzog kwam, afgezien van die tocht met Chot. Zonder iets ten nadele van Yvonne te willen zeggen, is Wiesje ook een beetje de moeder voor Maaike, en is Maaike voor Wiesje en mij een proeve van Nebula. Elsje kennen wij (Malawi) al vanaf ongeveer haar geboorte. Zij is weer ongeveer een generatie jonger dan Maaike, en voor Maaike en mij een proeve van Stella. Voor Elsje is Maaike zowat een speelse moeder, en Wiesje dus een bedaardere maar uitdagende grootmoeder. En dat ik dus de leeftijd heb van een overgrootvader (hoewel ook van haar biologische ouders), dat hoort er dan óók maar bij. Ze heeft niet echt te klagen over mij, en dit was tenslotte haar eigen keuze. Het is natuurlijk wèl verwarrend, dat zij drieën even oud ogen (18 of 19, ik bedoel hetzelfde).

Geestelijk verschillen ze best veel, blijkt steeds duidelijker. Wiesje is een gevoelsmens die in mij degene gevonden heeft die bij haar blijft en lief voor haar is. Maaike is een verstandsmens die zich bij niemand welkom voelde, behalve bij Wiesje en mij. Elsje is waarschijnlijk zowel verstands- als gevoelsmens, wilde de geneugten van Wiesje, is lichamelijk pijlsnel gegroeid (alsof pijlen groeien...), maar heeft dus net pas een beetje levenservaring opgedaan, en is geestelijk toch nog een kleuter. Voorts is Wiesje iemand die telepathisch met bijvoorbeeld dieren kan communiceren. Maaike kan het in klank en gebaar, en wellicht eveneens telepathisch. Elsje kan beide, bovendien beter. Kon ik het überhaupt maar, afgezien van wat houdingen van honden en katten herkennen.

In de slaapkamer is het nu nog veel gezelliger: heel poezelig, en zelf moet ik uitkijken voor kapsones (vind ik). En als Apollo niet laatst “de kranen had geknepen” dan hadden we toch maar over nieuwe matrassen moeten denken. (Ach, die rode vlekken zitten er óók in.) Kortom, het is glibberen. Vermoeiend is het ook, vooral in mijn vinger- en nekspieren. Een nieuw verschijnsel is, dat neuzen en vingers die “naar binnen” geweest zijn, worden schoongelikt, in de eerste plaats door een ander. Voor mijn pik gold schoonlikken al langer, in de eerste plaats door de gelukkige zelf. In beide gevallen is bloed een drempel die geleidelijk inzakt. - Ik prik het hier maar even: dat “kranen knijpen” heeft de inlegkruisjes bijna overbodig gemaakt. Vooral voor Wiesje was dat even slikken: een zinnebeeld van haar geilheid overboord, en een tedere stap in rituelen geschrapt. Onder de nasi-pakken en andere bovenkleding dragen we node strings: geen ruikbare gele of rode vlekken in die bovenkleding! Onder de gevechtskleding (kilt, wikkelrokje) dragen we in beginsel niets. Dat blijft voor mijzelf slikken.

Trouwens, ik heb mij laatst eens hard-op afgevraagd, hoe de dingen gelopen zouden zijn, als ik niet zo vaardig was in hun (Mawiel) genot en dus geluk. Maaike is onze deskundige voor “wat, als…” vragen. Ze was stellig: “Als jullie [Wiesje en ik] niet zo met elkaar bezig geweest waren, dan waren jullie niet aan Flinterdun gekomen, dan waren jullie niet zo zelfverzekerd geworden, dan hadden jullie Von en Aart niet tot inkeer gebracht, dan had Von niet She naar jullie gestuurd, dan was ik niet meegekomen. Misschien was dat late eitje van Di onbevrucht gebleven, en dan was El er niet eens gekomen, laat staan bij ons gekomen. Trouwens, dan woonden jullie nog in de konijnenflat. Met af en toe een wipje.” Als op afspraak deden we een groepsknuffel. Elsje wist het motto van de Drie Musketiers: “Één voor allen, en allen voor één!” Toen we de knuffel ontbonden, wees ze op mijn pik. Juist, ja. Moeten we een ontmoeting regelen met Alexandre Dumas?

We hebben een hype: “diffen”. Het is een vondst van Maaike. De gedachte is, dat wie lang aan één borst geprikkeld wordt, handeling en genot plots gaat vergelijken met het gevoel aan de niet-geprikkelde borst. Beetje het verhaal van de kikkers in de pan: als beurtelings of tegelijk je beide borsten geprikkeld worden, je de mate van prikkeling en dus genot onvoldoende beseft, maar dat langdurige enkelzijdige prikkeling je het verschil doet voelen. (“Diffen” is een afkorting van zoiets als “de differentie voelen”.) De sjes zijn het gaan onderzoeken. Zij voelen geen extra genot bij diffen, maar kunnen zich voorstellen, dat dat voor Maaike anders is.

Aart en Yvonne weten ook weer des te zekerder, dat zij bij elkaar behoren. Zij en wij hebben bij elkaar achter de schermen gekeken, dus we begrijpen elkaar nòg beter. Met (zoals eerder gezegd) verhoudingsgewijze verwijdering jegens Mart (toch al ondood) en Diana. Maar zij begrijpen dàt, en zij komen niet absoluut op afstand. Oh nee!

Beren

Op een avond in week 52 (herinneringen…) nam Wodan ons (Malawiel) apart. Of wij het hutje van Botje zouden kunnen missen. - Ja, eigenlijk best wel: te krap voor ons vieren. Hoezo? - Wodan zou het graag als woning willen toewijzen aan een stel dat zich onveilig voelde in Noorwegen. Hij kapte onze verbaasde vragen af, en liet (zoals wij dat noemen) “uit de coulissen” een stel nadertreden. Een man en een vrouw, bloot, ook al ogend als dertigers, met veel Sámi (oorspronkelijk zei ik Inuït) in hun uiterlijk. Björn en Astrid. Vrienden en beschermelingen van Wodan zijn vanzelf ook de onze, dus de kennismaking verliep al hartelijk. Maaike keek hen “door de ogen naar binnen”, en zei verbaasd: “skin-changers!”

Wij (Malawiel) kennen die slechts uit Tolkiens “the Hobbit” in de persoon van Beorn, maar hij heeft de skin-changers niet bedacht. Deze gewoon Noords ogende mensen konden dus veranderen in beren, en terug. Ja, dat kan bang maken, en dus leiden tot vijandschap. In de hoge rimboe zouden ze waarschijnlijk veilig zijn, en uiteraard zouden ze hun toevlucht kunnen en mogen zoeken in Fort Rimboe!

De beren (zo noemden wij hen voorlopig voor onszelf) zagen ons begrip en het welkom. Wodan stelde voor, dat wij de volgende ochtend nog in het donker naar Botje zouden vertrekken. Afgesproken! Wij trokken ons meteen terug naar onze slaapkamer, zij werden door Wodan aan de schoonouders en andere aanwezigen voorgesteld.

Botje

(Ja, de samenloop tussen “beren” en “Berend Botje” valt ook ons op.)

Om half zes ging de wekker af, en tegen achten meldden we ons in de huiskamer. In warme kleding (Noorse truien…) onder regenpakken, want het was druilerig en waterkoud. Ik droeg de kleine rugzak met je-weet-wel. Wodan en Freya waren evenzo gekleed. Björn en Astrid waren bloot, maar ineens viel me op, dat hun lichamen sterk behaard waren, en dat die haren overeind een warme vacht zouden kunnen zijn. Wel koude voeten, denk ik, ook al vond ik hun voeten Hobbit-achtig behaard.

We gingen de poort door, en staken de verlaten Digitale Zandweg over, de hoge rimboe in. Maaike had hier nog rondgezworven na de uitstapjes van Wiesje en mij, dus zij ging in de beginnende ochtendschemer met Elsje voorop. Dan Wiesje en ik, dan de beren, tenslotte de goden. Ik noem de tweetallen, maar het paadje (een wildwissel?) was zelfs voor één persoon smal. Anderzijds waren de kruidige (niet-houtige) gewassen inmiddels verpieterd. Maaike wees naar links: “Een eindje die kant op ligt een mooie poel.” Ik vulde aan: “Daar hebben wij nog spullen verstopt liggen.”

Ongeveer bij de steen van Thor ontmoetten we de mammoeten van Carolien. Even voorstellen: van het kwartet van onze vrienden de mammoeten, en van dat kwartet ook de skin-changers. Gelieve elkaar te ontzien! Bij de beren zag ik een vals lichtje in hun ogen.

We trokken verder noordwestwaarts. We bereikten het grensdijkje ongeveer bij de spuisluis. Wiesje en ik beschreven de verre weide en de mogelijk bruikbare fruitbomen. We volgden het dijkje tot de spoorlijn. Maaike beschreef het bos aan de overzijde daarvan, en hoe dat grensde aan de weiden en mogelijke akkers van de speeltuin, immers weer een beetje een boerderij. Ik beschreef de spoorlijn, het station, en het verschijnsel “trein”. Dat bleek hen niet onbekend: ze kenden de spoorlijn nabij Bodø en die bij Narvik.

We gingen terug, over het dijkje, en linksaf naar de plaggenhut. Wiesje wees op de vleermuizenkast. Ik opende de deur van de hut. Binnen ritselde iets weg. Ik toonde de bergruimtes en de waterpomp. Buiten zag Maaike geldwolven. Weer even voorstellen, met de vermaning om een vorm van elkaar dulden te vinden. Ik zag Astrid terugwijken met overeindkomende haren, en zag een halve overgang tot de beren-gedaante. Een gewone bruine beer, niet zo’n reus als Tolkiens Beorn. De lichaamstaal van de wolven toonde ontzag.

We namen afscheid, en liepen naar het dijkje. De beren moesten hun plek in deze omgeving maar vinden. We liepen nu eens het dijkje af tot aan het kanaal, en liepen over de kanaaldijk terug. VCR had de luiken voor de ramen. Sheila was immers in Eikenrode. Maaike zond haar een berichtje over de beren. Uiteindelijk kwamen we langs het huis van Kees en Nora. Daar waren we uiteraard welkom voor “thee of iets sterkers”. Oh, zelfs Elsje een whiskey? We vertelden hen van de nieuwe buren: de beren zouden beslist ook weldra hier opduiken. Nou, dan konden ze een pot honing krijgen! We bleven even bijkletsen, en liepen de laatste meters naar Fort Rimboe.

Wel, dat was een gezellige wandeling geweest, en we hoopten het beste voor de beren! Wodan fronste: “Ze zijn eigenwijs! Volgens mij gaan ze deze herkansing verknallen. Ze hebben al een eerste krachtmeting met de geldwolven achter de rug.”

Wij (Malawiel) liepen binnendoor naar de noordoost-toren, kaplaarzen nog aan. De schoonouders zaten in de huisrimboe, met de grootbeeld-televisie van Aart en Yvonne op een driepoot op een vloer-element. Hadden wij voorstellen voor het avondeten? Aller ogen waren gericht op kwatta. Elsje stamelde: “Eh… iets met boerenkool?” Ik gaf haar een klapzoen. Wij (Malawiel) haastten ons naar de slaapkamer.

Oudjaar 1 (voorbereiding)

Week 52 en alweer een lockdown? Bill en Mina vonden, dat je Us Net best als één huishouden mocht zien. Iedere sterveling was minstens tweemaal geprikt. Behalve de couch potatoes, maar die kwamen hun huis toch niet uit. En natuurvriendenhuis en camping zaten óók in onze bubbel. Tin Roof? Welja, óók welkom bij de Oudejaarsconference.

Kort vóór Oudjaar kwamen Bill en Mina een middag en avond naar Fort Rimboe. De middag om grondig bij te beppen met vooral Yvonne, de avond om ook in de westvleugel wat inspiratie op te doen voor Bills conference. Ze aten warm bij ons in de noordoost-toren, en dan maar óók bloot. Dat vergde aanpassing van de tafelschikking: Mart de hoek om naar de korte kant, Elsje, ik en Aart een plaats naar rechts, Mina naast Aart, en Bill aan de korte kant. Zodoende kon Bill ook de onderonsjes tussen Mina en Yvonne opvangen. Het menu was ook aangepast: in plaats van de eigenlijk weer gepaste stamppot boerenkool en Elsjes geliefde pannenkoeken werd het zilvervliesrijst met mediterraan prutje, uit eigen kweek. Met dank aan Artemis hadden de niet-vegetariërs een grote vis uit het kanaal.

Die avond was het best vol in de huiskamer. De zuid-westvleugel en de noordwest-toren werden tot overloop-ruimtes. Dat is trouwens niets bijzonders, de drukte wèl. De sjes wierpen zich op als serveersters, en na wat aanzien van hun inzet gingen Maaike en ik dan maar inschenken en hapjes klaarzetten. Mart ging leeg serviesgoed inzamelen. Zó druk was het. Wel gezellig! De sjes als serveersters - volgens ons (minstens Maaike en mij) zaten sommigen zich te bezuipen om maar steeds die borstjes van nabij te zien of die kutten te ruiken. Tja, bier en wijn hebben we onuitputtelijk, maar koffie, thee en frisdranken niet. Die hadden we trouwens niet extra veel besteld. Gelukkig biedt Pegasus spoedige aanvulling.

Wij (Malawiel) hebben in alle bedrijvigheid iets schitterends gemist, maar gelukkig is er beeld en geluid van. In de west-zuidvleugel stond nog steeds Sleipnir. Iemand heeft ondood ezeltje Chot erbij gezet. Wodan en Zeus hebben zich verkleed als Don Quichot en Sancho Panza, en in de poort met die rijdieren geposeerd. Vervolgens andersom verkleed. Daarna heeft Apollo zich als de Don verkleed, na eerst Eros als Sancho verkleed te hebben. En ook zij aansluitend andersom. Kleine Eros doodsbang bovenop grote Sleipnir en Apollo met zijn voeten zowat op de grond op Chot - prachtig! (Apollo zou toen tegen Eros gezegd hebben: “Act your age!”)

Muzen

Had je de müsli al gemist in dit verhaal? Welnu, de verandering in sfeer rondom Elsje is hen niet ontgaan, maar ze kunnen die niet benoemen. (Niet, dat iemand hier hen in sociotherapie heeft!) Maar als Malawiel ontspannener overkomt, dan zal het wel goed zijn, en blijkbaar heeft die man [ik dus] daarmee te maken. Dus trekken ze meer naar ons, ten koste van Eros (die dat toejuicht!), met extra belangstelling voor wat ons lijkt te binden. Ook vrouw-op-vrouw schootzitten lijkt prettig, dus proberen zij dat eveneens. En dan met je handen zó? - Dus trekken alle aanwezige vrouwminnaars een stoel of bank bij.

De beren zijn de müsli opgevallen door hun beharing, maar verder niet. Hier komt immers vanalles voorbij.

De müsli hebben blijkbaar huishoudelijke drang, want uiteindelijk gingen ze Mart helpen inzamelen, en later de sjes helpen serveren. Probleem voor de vrouwminnaars: laat je je liever bedienen door de toppunt-van-vrouwelijke sjes of door de peulvruchtjes-op-de-plank müsli?

Toen deze mogelijkheid van “gezien worden” tot het zijspan doordrong, werden ook Alice en Sylvie redderig. Zeker, ze mogen tegenwoordig waarlijk gezien worden, maar wat moet je met een waardering van (bijvoorbeeld) 9,0 temidden van de (bijvoorbeeld) 9,5 en hoger?

Oudjaar 2 (uitvoering)

Op Oudejaarsmiddag gingen Aart en Yvonne alvast naar de kroeg. Aart ging Bill helpen met sjouwen, Yvonne ging Mina helpen met oliebollen bakken. Diana bleef intussen onverstoorbaar Fort Rimboe “regelen”, en Mart hielp haar dan maar. - Inderdaad, wij (Malawiel) zijn vooral met ons eigen genot bezig. Goede voornemens? Eh…

Aan het begin van de avond kwam de auto van het natuurvriendenhuis. Dat voertuig parkeerden we bovenin de poort, de inzittenden en heel overig Fort Rimboe (wel weer veel minder dan bij die voorbereiding) liepen samen naar de kroeg. Ons waren plaatsen toegedacht (met stevige stoelen…), en daarmee mochten we blij zijn! Weldra kwam ook een grote groep uit het zuiden: Tin Roof, Sheila’s gang, Thuis, de camping, de boys, Ab en Sophie, en ietwat achter het net vissend de rest van Us Net. Behalve de bios, want daar bleef men voor de buis hangen.

Bijkleppen, met op de achtergrond muziek van Isabel danwel Afra. Daarna een voorprogramma van Rokkenrol en van de Oudjes, en als hoogtepunt de conference van Bill. Als vanouds gesplitst in ongeveer de kwartalen, teneinde in alleen dàn al drie pauzes bar-omzet te draaien. Jazeker, de müsli waren met ons mee, in die weinigverhullende uniformpjes. Eros droeg iets dergelijks. De rest van de westvleugel had zich uitgedost als voetbalsupporters, met subtiele aanduidingen omtrent hun identiteiten. Wijzelf (Malawiel) droegen node nasi-pakken en jacks, want het weer eigende zich niet om het wandelingetje (500 meter?) in gevechtskleding te maken.

Al spoedig na het begin van de conference voelde ik mij onbehaaglijk, opgesloten. Stel het je voor. De gelagkamer was afgeladen, stoelen in theater-opstelling. Wij (Malawiel) zaten gevieren op twee stevige stoelen bij de achterwand van de gelagkamer, de zijkant van het theater. (Het podium is het dichtst bij het kerkje.) We zaten op de derde rij vanaf de schuifdeur naar de berging. Zelf zat ik dan op de stoel niet tegen de wand. Rechts van mij liep de rij verder met vijf stoelen voor negen müsli (en Eros, maar die was niet in beeld). Mijn drie lieverds wisselden best vaak tussen mijn schoot en beide posities op die stoel tegen de wand, want ze wilden maximaal gestreeld worden, en af en toe peilen of ze mijn pik konden voelen. We droegen geen ondergoed onder de nasi-pakken. Oudejaarsavond viel op een vrijdag, en uiteraard had één van mijn lieverds haar zaterdag op komst. Die bloeding begint vrij zeker om 02:00, maar ze had nog geen tampon in gewild. (Die had ik wèl in het tasje.) Stel, dat alle beweging en strelingen dat tijdstip vervroegden… Mijn eigen nieren leken weer eens werklustig. Kortom, alle kans, dat ik met minstens één lieverd naar de toiletten moest. Samen overeindkomen op de vierkante centimeter, de rij müsli langs (die in navolging van ons een transportband geleken, van onder- en bovenzitters), door het steeds dichtslibbende gangpad twee rijen naar voren, een rij opzij naar de schuifdeuren, dan de gang in naar de toiletten, tegenwoordig “gender-neutraal”, dan samen hopelijk zonder wachten een zeer beslist éénpersoonsruimte in, dan doen wat we moesten of beliefden te doen, dan terug naar de wastafels (waar je dus niet vrijelijk je kruis gaat wassen), en dan weer terug naar je zitplaats - die hopelijk door de andere twee lieverds vrijgehouden is. Dan zul je zien, dat die bij nader inzien ook moeten. Bovendien leek de luchtbehandelingsinstallatie temperatuur en vochtigheid van de lucht niet te kunnen beperken, en vermoedde ik daling van de zuurstofgraad. En dan kon Bills conference me deze keer niet zo vermaken. Waarschijnlijk was er domweg te weinig gebeurd, bij zijn weten.

Mijn lieverds deelden mijn onrust. In de tweede pauze stapten we op, blij dat we onze jassen bij onze stoelen hadden, in plaats van op nader te bepalen haken aan de kapstok (bij de wastafels), of daarvandaan op de grond gevallen. Je kent dat. De müsli hadden het gevoel, dat ze ons moesten volgen. Dus opeens wilden vier groten en negen kleintjes de wachtrij voor de toog diagonaal doorkruisen. Dus alom de verbaasde vraag of wij nú al weggingen, plus soms de vaststelling dat het kinderbedtijd was. Wat is het dan heerlijk om het koude en gure decemberweer te voelen!

Kinderbedtijd

Wij dertienen naar het Fort. De müsli deden onderweg tikkertje of zo, en uiteindelijk deden Elsje en Maaike mee. Vreemde gewaarwording: Fort Rimboe was ook gezien vanaf de binnenplaats helemaal donker. (Dat vermeldde ik laatst, maar niet als ervaring bij thuiskomst.) We gingen bij de huiskamer naar binnen, en maakten er (dus) licht. Ha, thuis! En nu? Elsje wilde nog wel zwemmen, Maaike ook. De müsli rukten zich gedreven in de huiskamer de kleding van het lijf (te beginnen bij het zelden vermelde schoeisel), veegden het naar de fahrkunst, en daalden alvast bloot af naar het zwembad. Wij (Malawiel) gingen via noordoost-toren en rolbaan naar de slaapkamer. Elsje en Maaike werden desgewenst door mij uitgekleed, en stormden ook het water in. Wiesje en ik hielpen elkaar bedaagd uit de kleren, en deden een zandbank. Heerlijk, om na al die benauwde drukte eventjes rustig (afgezien van wat gejoel in het zwembad) bloot verstrengeld te liggen. Stoptrein, himalaya, krachtvoer, verstrengeling.

De kleintjes voegden zich halfnat bij ons. Changez! De müsli maakten de andere bedden vrij, en leefden zich daar in, in wat wij deden. Allerlei gegiechel. Het neuzen wilde hen niet lukken. Allicht, je moet een neus hebben voor die dingen (zoals Loki zei). Maar dat neuzen leek wèl de sleutel tot òns genot, dus: mochten zij ook even voelen hoe dat was? Verzoek in negenvoud ingediend bij de matriarch. Die was mild gestemd, en willigde het in. Voor het eerst kreeg ik nu die negen halfwas kutjes om mijn neus. Ja, nu zaten ook zij met stijve tepeltjes te lekken, alvorens zichzelf en elkaar te gaan liggen vingeren. Maaike wilde nog weer met mij zwemmen. Dat eindigde dus weldra weer in een sur place op het strandje. Zij hielp mij naar de luchtdouche en naar bed. Daar boog Elsje zich weer over hoe mijn voorhuid nou leuker stond. De müsli bemoeiden zich ermee, maar kwamen er niet uit. Ik viel in slaap met Elsjes mond om mijn slappe.

Ik heb vernomen, dat tijdens mijn slaap een workshopje “hulpen” gehouden is, en dat aansluitend het vloeien van die ene lieverd begonnen is. Nu weten de müsli bijna alles.

 

Naar inhoudsopgave. Naar volgend verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).