Laatste wijziging: 2024-05-09 (technisch), 2024-05-09 (inhoudelijk). Naar inhoudsopgave. Naar vorig verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).
Mijn eerste bijdrage hier, dacht ik, na al die jaren. Ik ben dus Mart, de man van Diana, de vader van Wiesje en Elsje, en de schoonvader van Maaike en Larie.
“Ik ben”? Tja, ik ben ondood. Ik ben een paar jaar geleden zogezegd met barstende koppijn ingeslapen, en even later uitgerust wakker geworden in een nieuw lichaam. Dat nieuwe lichaam lijkt sprekend op het oude. Wel voel ik duidelijker, dat ik “in een lichaam zit”, zoals je voelt dat je “in een auto zit”. Vroeger voelde ik het verschil niet tussen “mezelf” en “mijn lichaam”.
Larie en ik kennen elkaar al ruim vijftig jaar. We waren schoolvrienden. Ik had altijd sjans bij vrouwen. Ik had net even géén relatie toen ik op een feestje Diana weer tegenkwam. Die zat ook bij ons op school, twee klassen lager. Het raakte áán met haar. Zo kwam Wiesje.
Wiesje lijkt sterk op Diana, lichamelijk en geestelijk. Maar Diana kan zichzelf een doel stellen, en dan de weg erheen bepalen - Wiesje heeft nooit duidelijke doelen gehad, en misschien dáárom ook niet die doelgerichtheid. Bovendien heeft ze een afkeer van wat je inmiddels kent als “boutjes en moertjes”.
Ze lijken ook op elkaar in hun wellust. Larie schrijft over Wiesjes “krachtvoer”, maar Diana is net zo. Die pijpt me leeg als ik zelfs maar een halfstijve pik heb. Ik hou zelf toch vooral van neuken, dus dat doen we ‘s morgens, als ik weer een beetje ben opgeladen. Het is overdreven, maar bevat een kern van waarheid: dat ik schrijver ben geworden omdat ik bij deze kunstvorm kan zitten en een toetsenbord bedienen.
Wiesje heeft ook al haar vriendjes helemaal leeg gepijpt. Ik weet er minstens twee of drie die het met haar uitgemaakt hebben omdat ze gewoon kapotgingen. Larie was allang blij, dus die bleef. Hij was al arbeidsongeschikt, dus hij had de tijd aan zichzelf om uit te zoeken hoe hij Wiesje kon gerieven. En zij ging graag met hem mee toen hij naar Us Net verhuisde.
Diana en ik woonden inmiddels op een boerderij in Waterland. Daar heeft ze op haar oude dag Elsje gebaard. Elsje is nòg erger: als ze de moedermelk ophad, dan graaide ze naar mijn pik. We verhuisden naar Fort Rimboe. Hier heeft ze die groeistuip doorgemaakt. Die stuip was wel handig: ze kon weldra als volwassene meedoen met Wiesje, Larie en Maaike.
Elsje is een bijzonder kind. Diana en ik babbelen wel eens met Jozef en Maria van Nazareth. We begrijpen elkaar. Uiteraard zijn er grote verschillen, tegenstellingen. Zo heeft Maria op jonge leeftijd een bijzondere zoon gebaard, en Diana op hoge leeftijd een bijzondere dochter.
Maaike moet je ook niet onderschatten. Die houdt zich op de achtergrond, maar die kan je slappe pik haar baarmoeder in zuigen. Hoe verzin je zoiets!
Larie moet dus die drie geile meiden bevredigd houden. Linksom of rechtsom lukt hem dat nog óók. Ook zonder dat “opvoeren” al. Wel “hulpen” zij elkáár veel. Maar ja, Larie kan ook zijn neus gebruiken. Dat vinden ze even mooi als neuken, geloof ik. De neuzen van Aart en mij zijn wel groot genoeg, maar niet spits genoeg.
Larie heeft het al genoemd: de uitdaging van het samen eten, brunch en warm. Dan zit ik tegenover Diana, met naast haar Wiesje (soms Maaike), naast mij Elsje. Ja, en diagonaal aan de overkant Yvonne. Iedereen bloot, en dan zit Elsje ook steeds aan Laries voorhuid te frunniken. Ik zit dus afgeschermd door de vrouw die hoopt dat ik haar gauw weer klaarmaak, door de dochter die hoopt dat ik haar borsten de allermooiste vind, en door de dochter die hoopt om haar vader te horen reutelen terwijl ze haar man opgeilt. Elsje had trouwens ook graag een doorzichtig tafelblad gewild. Dat herinnert mij aan een grap die ze uit een oud moppenboek had:
Een man heeft zijn vrouw uit eten genomen naar een restaurant met topless bediening. Voor die vrouw hoeft dat niet zo: “Daar krijg je maar slechte gedachten van!” Zegt die man: “Welnee! Mag ik de nootmaaskut?”
Nou, al met al zijn wij (de “schoonouders” van Larie) blij als we van tafel kunnen, gauw weer even een nummertje maken. Zijzelf (“Malawiel”) gaan trouwens na de afwas ook meestal naar hun slaapkamer. Dat zijn twee rondes tussen hun ochtend- en avondritueel in!
Bedenk bij de opwinding trouwens, dat zes van ons achten (zoals Larie dat noemt) “verjeugdigd” zijn. Wij “schoonouders” ogen nu een kleine generatie ouder dan onze kinderen. Dat “verjeugdigen” voelde als een heel korte massage. Naar ik begrijp, houden we deze vorm - dus Diana behoudt de teruggekregen stevige borstjes na de theezakjes van na Elsje. Bij Wiesje en Maaike zie je het verschil niet tussen “voor” en “na”. Maaike had ongeveer de beoogde leeftijd, en Wiesje zag er nog steeds zo jong uit. Zij schrijft dat toe aan Laries goede zorgen. Elsje hoefde natuurlijk niet “verjeugdigd” te worden, want die was juist “verouderd”, beter gezegd “verrijpt”. Larie zelf wilde niet, zodoende oogt hij nu als de grootvader. Daarentegen heeft hij een ingreep gekregen (“opvoeren” noemt hij het) waardoor hij heel vaak een erectie kan krijgen, ook al is zijn prostaat leeg. Daarmee stemde hij in met de wensen van zijn meiden. En hij zal na zijn dood terugkeren als achttienjarige. Ik hoop voor hem, dat hij dan nog steeds “opgevoerd” is.
Wij “schoonouders” hebben een leven naast de sex. Ik schrijf nog wel eens iets, Diana maakt nog wel eens een kunstwerk. Met zijn vieren houden we de moestuin in het dal bij. We doen wat algemene taken en klusjes voor Fort Rimboe. Yvonne en ik helpen Aart en Diana dan maar. Ja, Malawiel doet ook wel eens iets. Na de bouw van het Fort, bedoel ik.
Toen Wiesje en Larie pas in Us Net woonden, kwamen we vaak logeren. Dan hadden Diana en Wiesje soms een “onder ons dag”, en dan trokken Larie en ik ook weer een dag samen op. Dat mis ik wel. Er is toch wel een verschil tussen in een groep samenwonen en een dag met z’n tweeën zijn. Wat me eraan herinnert, hoe blij Diana en ik waren toen we eindelijk van een groepskraakpand naar een eigen huurflatje gingen.
Ik heb ooit klassieke talen gestudeerd. Ik vind het dus prachtig om de bewoners en gasten van de westvleugel te ontmoeten, vooral natuurlijk de Griekse kant. Ik mag graag een boom opzetten met Homeros. We schijnen dan stevig door te drinken, want ik haal dan zelf meteen een karaf wijn voor ons beiden, en dan komen héél toevallig ook anderen karaffen brengen. Met een schijnheilige glimlach. Larie heeft trouwens een leus mooi omgedraaid: “Drank maakt meer lief dan een stuk is.” Ja, op den duur wil je overal wel op. Maar Diana is waaks. Zijn meiden, Elsje voorop, proberen trouwens om hem minder alcohol te laten drinken. Het zou zijn prestaties verminderen. Wil ik best geloven, maar die prestaties mógen toch ook wel minder uitzonderlijk? Ik moet nu denken aan een nummer van hem: “Ik wou dat ik een mens was”. Dat is een protest van een fokstier tegen kunstmatige inseminatie: hij doet het liever ouderwets. Luisteraars vroegen hem wel, of dat nummer van Normaal was. Niet, dus.
Scoop: Diana heeft een reeks artistieke foto’s gemaakt van Malawiel in hun slaapkamer en op de maanweide. Aansluitend heeft Maaike met Diana’s camera op de maanweide dergelijke foto’s gemaakt van Diana, Wiesje en Elsje. Gek genoeg hadden we nog geen foto’s van hen samen. Elsje wilde foto’s maken van Larie en mij samen. Nou, misschien als Larie ondood is.
Naar inhoudsopgave. Naar volgend verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).