Laatste wijziging: 2022-07-06 (technisch), 2018-10-17 (inhoudelijk). Naar inhoudsopgave. Naar vorig verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).

Wiesje: "Drie 1"

[sex]

Wij - Zij - Oeps - Gelijk (naschrift) - Bos

Wij

Veel mensen vinden het maar vreemd: Larie en ik waren zo klef - en nou moest Maaike er nog bij? (Al bij, voor wie minstens háár leeftijd kent.)

Voor ons is het niet vreemd. Maaike heeft ons al heel lang laten merken, dat ze graag bij ons is, zich graag laat bevredigen door Larie, en dat ze geen bezwaar heeft om (uit berekening) ook mij te bevredigen. En als het nog niet duidelijk was: Maaike heeft gevraagd, ik heb toegestemd, en aan Larie is niets gevraagd. Wel wisten Maaike en ik gewoon zeker, dat hij het ook leuk zou vinden. Hij had nog steeds nee kunnen zeggen, maar integendeel: hij laat geen gelegenheid voorbijgaan om te laten voelen, hoe gelukkig hij met ons beiden is.

Het is zelfs veel leuker dan we dachten. Larie heeft al gemeld, dat Maaike en ik ons bakvissen voelen. Dat vindt hij prachtig. Nou, we zijn allebei botergeil geweest sinds onze puberteit, maar dat verbleekt bij hoe we nu zijn. We geilen allebei op wat hij bij ons doet, ook bij de ander, en we laten de ander graag voelen wat we zelf zo fijn vinden. We zijn niet lesbisch of bi, maar we doen inderdaad wel vaak lesbisch. Voorzover zijn kwakkie in de ander zoeken lesbisch is. Het is leuk om de ander met stijve tepels en een natte kut te zien, te voelen, te ruiken. Het is leuk om hem tussen ons in te hebben, te hopen dat hij jouw kant op draait - en ik heb dan de zekerheid dat hij mij kiest als hij zou moeten kiezen. Maar hij wisselt braaf af, je kunt alvast voorpret hebben, en hij volgt mijn kleine hints.Het is trouwens ook heel leuk om met zijn slappe of zijn ballen te spelen als hij tussen ons in ligt. Maaike is nog steeds in de ban van de voorhuid, dus als zij daar een hand heeft, dan doe ik zijn ballen. Heel gezellig. En dus ligt hij toch meestal in het midden.

En op zijn leeftijd (slik!) doet hij dagelijks vier sur places: twee voor elk, ‘s morgens en ‘s avonds, en soms helpen we hem ook tussendoor van een stijve af. Ik gaf niet zo om sur places, maar sinds Maaike dat “kwakkie zoeken” bedacht, zijn we er gek op. We doen ook vaak weer die oude raad- en zoekspelletjes. Nu kan ik twee kanten op meedoen: niet "links of rechts", maar "man of vrouw". Maaike ook, die vindt het ook geweldig. (“We kunnen afwisselen” was al een gevleugeld woord tussen Larie en mij, teruggaand op muziekinstrumenten, nu helemaal! Maar hij moet "braaf afwisselen" tussen haar en mij. Zielig, hè? Whoeha!)

Larie geeft ons elk ook dagelijks minstens twee himalaya’s: ‘s ochtends en ‘s avonds. Dagelijks niet twee hoogtepunten, maar twee reeksen hoogtepunten. Minstens. Waar vind je dat? Hij vingert, of gebruikt zijn hoofd: zijn stoppelbaardje, zijn mond, zijn neus. Dat baardje is heerlijk aan je flapje. Wij vrouwen hebben geen baardje, en onze neuzen zijn te klein voor wat hij doet. Als hij met zijn hoofd tussen je benen bezig is, dan kan de ander uiteraard bij je bovenlichaam aan de gang: tongen, “drinken”. Maar… niet dollen tijdens "zijn" himalaya’s! Hij heeft het ook Maaike maar uitgelegd: ons genot is zijn hoogste doel, daar geeft hij zich helemaal voor, en relativeringen kunnen hem tot vertwijfeling en wanhoopsdaden brengen. Ook Maaike is daarvan onder de indruk. Pas als hij zeker weet dat wij echt helemaal bevredigd zijn (voor éven...), dan ontspant hij. Meestal begint hij dan een driehoeksknuffel. Hij heeft voor die zekerheid ook mijn vibrator in ere hersteld. (Goh, die heb ik al een jaar of twintig, en toen ik die kreeg was ie al een jaar of tien oud.) We gebruiken hem alledrie op ons allebei(!), en we proberen ermee te neuzen. (Ja, met het motortje áán neuzen. Doei!)

Oh, dat ene lijkt hij niet te snappen: waarom hij steeds de rugzak moet dragen. Laar’, het probleem zit aan de voorkant, twee problemen zelfs: vrouwenborsten en rugzakbanden gaan niet samen. (Ja, natuurlijk kàn het: dat bewijzen tig vrouwen dagelijks. Maar waarschijnlijk hebben wij mooiere borsten, en die willen we graag zo mooi houden. Jij zelf ook.)

We hadden bij de ruïne van Veldzicht een stilletje ontdekt. Larie heeft bij Aart met diens gereedschap een groot gat gezaagd in een stevige plank (en die plank geschuurd en gelakt). We kunnen die "plasplank" over de toiletpot in de badkamer leggen (zo, dat die stevig ligt). Dan kunnen Maaike en ik boven dat gat hurken om te plassen, of hij kan er op handen en knieën op staan om zo door dat gat te plassen. (Dat wil niet zo, maar wij sturen hem graag bij.) Tja, wij zien vrouwen graag hurkend plassen, en hem op handen en knieën. (Ik denk nog steeds geil terug aan die eerste keer dat hij dat deed, in de tuin, omdat hij zijn stijve niet omlaag gericht kreeg.) We leggen het ding weg als iemand moet schijten. We zijn er wel vaak bij als er een moet schijten, of kotsen: voor de gezelligheid, en om te tonen dat we ook van elkaar houden als iemand vies is. We hebben trouwens zo’n waterspuitje in de toiletpot: heerlijk in je gleuf, maar ook prettig als plaatselijke wasbeurt na het schijten - voor degene die vervolgens om te beffen in die buurt komt. Ongesteldheid was al geen probleem voor Larie en Maaike, en inmiddels bef ik haar ook gewoon op die dagen.

Met z’n drieën leven betekent: vooral op bed zijn, dus minder in de huiskamer - al kun je vooral de driezitsbank ook leuk gebruiken. Vooral op bed zijn maakte trouwens, dat we dan maar een groter bed hebben gekocht, met bijpassende matras en zo. Het oude bed en toebehoren staan nu opgeslagen bij Yvonne en Aart voor Maaikes studentenkamer of zo, voor “de plek waar wij minder met z’n drieën zijn”.

In bad wisselen we dan maar af: beurtelings op schoot en tegenover de anderen. Maaike vraagt zich af, of we het zeil dat nu nog buiten op een steiger hangt straks binnen kunnen ophangen, liefst met een laag water erin. ("Hangbad", zegt Larie.) Oh, als het aan haar ligt, dan hebben we een heel zwembad in huis, met een groot diep gedeelte om in te duiken, een groot ondiep gedeelte om te liggen afkoelen, en een deel om samen droog en zacht op te liggen. En een plashoekje. En lucht en water moeten behaaglijk warm zijn. Gelukkig is het belangrijkste voor Maaike, dat Larie en ik er óók zijn.

Zij

De buufs zijn er inmiddels aan gewend, de overbuufs ook. Afra kan inmiddels genieten van de aanblik van Maaike met mij zonder jaloers te worden. Allemaal vinden ze Maaike prachtig geworden, en ja, allemaal vinden ze mij nog mooier en jeugdiger geworden. Ik zei het net al: Maaike en ik voelen ons samen bakvissen. Oh, voor mij zit daar iets nieuws aan: ik had sinds mijn puberteit geen vriendinnen, althans niet zo’n boezemvriendin en van die (woordspeling voor Larie) “tuinbonen op de plank” vriendinnen, wel die toen eindeloos lijkende rij mannen. Maaike is misschien mijn eerste boezemvriendin, al zou ik een paar maanden geleden Sheila genoemd hebben. Die is óók lief, maar eigenlijk meer een lotgenote, en volgens mij zit haar klik meer met Larie. Ja, dat zag hij anders, maar haar zakelijke talent is voor mij "boutjes en moertjes", voor hem een punt van bewondering. Nou ja, we zijn al met al ook nòg hechter geworden met Yvonne en Aart (en dus ook Mina en Bill), maar dat is toch vooral Yvonne met mij en Aart met Larie - en Maaike blijkt wellicht ook innerlijk meer op Aart te lijken (zoals Sheila op Yvonne). Heb ik zowaar eindelijk zoiets als “schoonouders”, want Laries ouders zijn al lang dood. De buufs en overbuufs vinden trouwens, dat Maaike en ik ons beslist moeten scheren, zelfs harsen. Ha! Ze kijken maar tussen de haartjes door! En ik hoef niet zo nodig met anderen dan Larie en Maaike. Trouwens, Maaike hoeft ook niet zo nodig met anderen dan Larie en mij. Misschien is dat ook weer het effect van onze “als… dan…” kijk op sex: we krijgen wat we willen en zoveel als we willen. Top that!

Even roddelen over Claudia (van Inge en Peter). Ging zodra dat mocht op de scooter naar school. Heeft inmiddels diploma havo of zo gehaald, en werkt nu in de stad in een winkel. Gaat (als haar rooster dat toelaat) op zaterdagavond zwaar opgetut uit, en wordt zondagmiddag in een vreemd bed wakker. Met een kater en een jeukende poes, een treffende omschrijving van een kwakjesvat. Geen kater of jeukende poes voor Arwen, want volgens Afra moet je de kat niet op het spek binden. Volgens ons zou je de eventuele kater wèl op dat balletje spek moeten binden: om te voorkomen dat hij eraf rolt of om hem überhaupt te dwingen. Terwijl Maaike op die leeftijd Larie al zo opwond, dat ik extra kwakkies kon innen. Tja, misschien moeten we nog es over Maaikes puberteit schrijven.

Oeps

Larie wantrouwt mij in één opzicht. Hij heeft het zelf al genoemd: dat ik hem wil foppen met een persoonsverwisseling, en dat ik het hem kwalijk zal nemen als hij zich vergist. Eh ja… hij heeft gelijk. Het is sterker dan ik, en het is zo dom. Ik moet niet mijn alles op het spel zetten voor één keer lachen om zijn vergissing. Gelukkig is hij achterdochtig. Neem de waslijn. Wij hebben de wasmachine beneden in de bijkeuken, en we hangen de was boven te drogen in de kleine logeerkamer. Maaike fietst naar school, en trekt dagelijks bijna alles schoon aan (rokjes minder vaak). Van haar belandt dus veel in de was. Larie en ik komen soms een hele dag de deur niet uit, of hoogstens voor boodschappen, en hebben dus (van dat naaktlopen) weinig wasgoed. Larie heeft dus de maten van onze kleding uit zijn hoofd geleerd: de mijne iets breder dan de hare. (Afgezien van die jeans rokjes zijn wij trouw aan het uniform, nu des te meer, en dat geldt ook voor Yvonne en Aart. Die uniformkleding hebben we zelf gemaakt, dus zonder labeltjes.) Maaike en ik hebben dus veel kleding die alleen in de maat verschilt. Bij strings scheelt dat evengoed heel weinig, maar het is wel ons voornaamste kledingstuk. (Larie heeft ooit na wat glazen wijn dat rokje in verhouding tot de string beschreven als “de pergola bij het tuinhek”. Het belang van een tuinhek is, dat het snel open moet kunnen voor goed volk. Larie weet dus alles van onze tuinhekjes.)

Laatst had Larie mij tuk. We hebben nu eenmaal kastruimte vrijgemaakt voor Maaike. Daarbij kwam ook die pruik tevoorschijn waarmee hij zich ooit voor de boys als mij had verkleed. Dat ding ging dus in een doos, ook maar even in de kleine logeerkamer. De volgende dag of zo viel bij mij het kwartje. Ik heb die pruik uit die doos gehaald, bij ons bed verstopt, en Maaike het ding op een nacht (toen we gedrie terugkwamen van plassen) laten opzetten, en haar aan de kant laten liggen waar ik net vandaan kwam. In het donker. Ik was aan de beurt(!) voor minstens een tweepersoonsknuffel en een enkel gevingerd hoogtepunt. Maaike kreeg beide, en vervolgens zei Larie over zijn schouder: “Eigen schuld, Wies! Moet je Maaike maar niet die pruik laten dragen.” Wat bleek: zelfs het vinden van die pruik was een opzetje van hem: hij had zich het ding herinnerd, had het gezocht, in een doos in de kleine logeerkamer gevonden, en in onze klerenkast gelegd. Daarbij had hij goed in zich opgenomen, hoe dat haar aanvoelt. Het is mijn eigen haar, dus hij had ook in zich opgenomen, hoe de randen van die pruik verlopen. En hoe het tussen die haren ruikt: muffer dan bij mij. En hij kon inmiddels ook onze gezichten op de tast herkennen (en nog steeds onze heupen, natuurlijk).

Ja, hij heeft ook mij die knuffel en vingerbeurt alsnog gegeven, maar hij heeft ons beiden vermaand om wat we nodeloos op het spel zetten. Maaike heeft meteen berouw getoond, en dan blijft zij daarbij. Ik heb wel sorry gezegd, maar het is dus sterker dan ik - gelukkig voor mij begrijpt hij dat. Toch moet ik uitkijken, dat ik niet door mijn eigen domme schuld hen beiden kwijtraak. (Nachtmerrie: dat later Elsje mijn plaats inneemt.)

Oplettende lezers zien nu ook een gevaar van met z’n drieën zijn: we hebben nu ruimte om elkaar te verrassen. Maar Larie en ik zijn even klef als altijd als Maaike naar school is. Zolang ik niet dom doe.

Gelijk (naschrift)

Op zekere maandagochtend kreeg Larie Maaike haar string niet meer aan. Dan maar een van mij. Kruisje erin, zoef naar school. Terug uit school, alles weer uit, met ons het bed op. Maaike was trouwens best moe. Larie sloeg aan het meten. Inderdaad, Maaike was breder geworden in de heupen. Niet zozeer vetter (wel een beetje, sinds ze haar natuurleven heeft opgegeven), maar echt in het bot. Nog niet zo breed als ik, maar dat verschil bleek flink kleiner geworden. Ze paste meer kleding niet meer. Wij zouden geen verklaring weten voor die botgroei. Trouwens geen probleem: Larie herinnerde ons eraan, dat die ruimte tussen de benen iets is wat mensen zoals hij opwindt. Ach, mij eigenlijk ook. Afijn, dan ging ze maar spullen van mij dragen totdat de groeistuip stopte. (Groeistuip in de heupwijdte. Maaike is twee of drie centimeter langer dan ik.) Geen probleem.

Wel een probleem voor Larie: hij kon ons niet meer op de tast uitelkaarhouden. Niet meer op de heupen, en eigenlijk was haar hoofdhaar ook dikker aan het worden (maar nog steeds een flink stuk korter dan het mijne). Hij liet ons naast elkaar liggen (wat we toch al deden), en keek staand bij het voeteneinde van de een naar de ander. Zie je het voor je? Dat oude buikje staat bij het voeteneinde van zijn echtelijke sponde, en zoekt met zijn ogen de verschillen waaraan hij op de tast zijn twee vrouwen kan herkennen. Radeloosheid op zijn gezicht, vastberadenheid in zijn pik. Ik maande hem dan maar: “first things first!” Hij knikte berustend, zag mijn vinger wijzen, en klom op Maaike. Knuffels, stoptrein omlaag, himalaya, stoptrein omhoog, driehoeksknuffel, knuffel met alleen mij, vinger bij mij erin voor een hoogtepunt (een enkeltje noemen we dat inmiddels, ter onderscheiding van die overweldigende everest), sur place, naar het midden afrollen, driehoeksknuffel, Maaike bij mij kwakkie zoeken.

Ook iets nieuws van Larie, dat enkeltje: ook voor een sur place toch maar méér dan ‘n voorspel. Hij moet en zal ons bevredigd houden, ook al komen we steeds vaker ook tijdens een sur place klaar, en ook al weet hij dat de derde meteen zijn kwakkie gaat zoeken (de bezemwagen noemen wij dat), en daarbij voor de himalaya gaat zorgen. Dan is hij dood-ernstig: “Aan mij zal het niet liggen.” Dat is dezelfde ernst als Maaike heeft, dus die kant op zit het goed. Ik heb die calvinistische ernst niet, ik neig dus uit een soort “boutjes en moertjes” onvrede naar domme grappen, zoals ik hierboven al zei.

Pas toen we in open stootligging lagen, kon ik dan eens vragen, hoe het op school was geweest. Is inmiddels gewoonte: Ik vraag naar school, Maaike geeft wat indrukken, daarna stelt Larie inhoudelijke vragen. Van literaire stroming tot de plaats van een ethylgroep in een polycyclisch aromaat, want hij is allerlei overbodige dingen vergeten die hij had willen begrijpen en onthouden. Maaike is er dolblij mee, want haar ouders kunnen haar dergelijke dingen niet vragen, en zij begrijpt hierdoor beter, wat de bedoeling van een leerstuk is. Zegt ze. Intussen lig ik dan te denken aan wat we gaan eten, al heb ik een hand van Larie aan een borst of tussen mijn benen. Uiteindelijk vraagt Maaike dan wat wij beleefd hebben. Dan geef ik antwoord, en dan lijkt het altijd alsof we alleen maar hebben liggen vrijen. (Ja, dat is nou eenmaal belangrijk!) Dan zucht Maaike verlangend, en dan zien we wel hoe de driehoeksknuffel zich ontwikkelt.

Maar déze maandag zat Larie toch echt met een onderscheidspuzzel. Nu de haarlengte (zolang ik niet weer met pruiken ga knoeien), beetje gezicht. Maaikes toet is ook iets boller geworden, maar niet in de schedel. Ah, in neusbeen en neuspunt voelde hij verschillen. Inderdaad, wij ook. Hij ontdekte ook voelbare moedervlekken, bij de een hier, bij de ander daar. Verschil in borsten: niet voelbaar als we op onze rug liggen, wel zichtbaar. Maar het leek, alsof Maaikes tepels ook op de mijne gingen lijken (twee keer lijken, doodeng, Larie!), maar met minder duidelijke wijzerplaten. Verschil in navel duidelijk zichtbaar, slecht voelbaar. Heupen dus weg als herkenningspunt. Tussen de benen dan maar. Lekker! Nou, dat zat dan echt in kleinigheden, bijzonderheden van de flapjes, kleine verschillen daarbinnen. Hij kon die wel voelen! We moesten erom lachen: “Meneer, waaraan herkent u uw vrouwen?” - “Aan de verhoudingen binnen hun schede.” - “Pardon?” Even later ontdekten we een veel duidelijker onderscheid. Ja, lach er maar om, dat we het niet meteen gezien hadden: ik heb “Egyptische” voeten (met de grote teen als langste), maar Maaike heeft net als Larie “Griekse” voeten (met de wijs-teen als langste). Ze heeft trouwens best mooie voeten, met duidelijke tenen. Mijn tenen zijn toch meer iets van franje aan mijn hoeven. Gelukkig vindt Larie ze even lief. En verdomd, hij kan met zijn wijs-tenen onze voeten herkennen. Er viel een last van hem af: neus, moedervlekjes (in decolleté), flapjes en schede, tenen. Dat moest toch te doen zijn. Er viel ook een last van mij af: nu werd persoonsverwisseling te moeilijk voor een grap. Driehoeksknuffel, twee gelijktijdige enkeltjes, kwakkie op zijn buik, eerlijk delen, driehoeksknuffel, naar de keuken.

Bos

Nog een naschrift. Arme Maaike. Als haar schooldag eropzit, en de tegenwind meevalt, dan fietst ze in ongeveer anderhalf uur van school naar huis. Maar al lang vóór die tijd is zij hard aan sex toe. Het komt dus steeds vaker voor, dat ze onderweg even stopt voor zelfhulp. Die weg van de gesloopte schaapskooi naar de stad loopt door veel bos, al is dat bos soms slechts een brede houtwal. Er zijn wat zijpaadjes. Dus dan slaat ze even ergens af naar een plekje met dekking, en schuift daar string en kruisje opzij. Tja, en op dat tijdstip ben ik waarschijnlijk ouderwets in Laries handen.

Maar goed, we zijn haar onlangs eens tegemoet gefietst. Gelukkig hadden we heel veel tijd genomen, want ik word nog steeds gillend geil op de fiets. (Behalve in Amsterdam, zelfs in Waterland. Gek, hè?) Dus na tig stops waren we aan de stadskant van dat bosrijke stuk. Ook een zijpaadje in, mooi plekje zoeken, Maaike bellen waar we waren, en alvast van Larie genieten. En toen zij kwam, met z’n drietjes genieten. En toen terug, met steeds weer stoppen. Maaike had toen nog niet door, hoe erg dat met mij is. We voelden ons nu dus des te sterker verbonden. Bij die plek van de schaapskooi was het inmiddels al flink donker, maar het was nog wel lekker warm. Toen zijn we bloot verder gaan fietsen, met alleen sokken en schoenen aan. Maar toen moesten we wel héél vaak stoppen. Gelukkig hadden we uiteraard chocola mee. (Tip voor vrouwen: je kunt chocola heel leuk verstoppen. Die smelt wèl.) Thuis hebben we het eten koken overgeslagen, en zijn op bed gebleven. Hoe moest dat nu verder met ons?

Verdomd, Larie had zoiets als een antwoord. De inwilliging van een gebedje, of zo. Opeens konden Maaike en ik hele himalaya’s opnieuw beleven. Die eerste die hij haar die middag in het bos bezorgd had? Je zag haar die opnieuw beleven. Die welke zij mij daarnet bezorgd had? Ik doorleefde die opnieuw. Al-le-mach-tig! Larie plofte zowat van het toekijken, verontschuldigde zich bij Maaike, en stortte zich op haar. Juichend ging ik zijn kwakkie zoeken. Wat een vondst! Maaike begreep meteen de waarde ervan: nu kon ze zichzelf onderweg beter helpen, zij het op het gevaar af, dat ze evengoed vaker onderweg zou stoppen.

 

Naar inhoudsopgave. Naar volgend verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).