Laatste wijziging: 2019-08-16 (technisch), 2019-08-14 (inhoudelijk). Naar inhoudsopgave. Naar vorig verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).

Larie: "Brouwhuis"

[geloof, sex]

 

Nu dan eindelijk een verhaal over Kees en Nora (dus niet over Helmond).

 

Wij (Malawi) wilden Kees en Nora weer eens bezoeken. Demeter en Dionysos wilden mee.

Lachen: de katjes weer in topje, jeans rokje en (op deze afstand) op rode boortorens, Demeter weer als blondje in eenzelfde kledij, ik in spijkerbroek en T-shirt (op mijn schoenen van het ogenblik, waarschijnlijk die witte sportschoenen), en Dionysos netjes in het pak, met een foute stropdas, als een account manager bij een belangrijke klant, maar dan wel met die kop waarmee hij afgebeeld staat op die tetradrachme van Naxos. Kortom, Wiesje en Maaike plasten zowat in hun strings bij de aanblik. We hadden afgesproken om theetijd. Nora kent haar pappenheimers, en had ook zelf pikantere kleding aangetrokken (en haar beha uit gelaten). Kees kwam onder zijn apparatuur vandaan, maar zijn overall was nog betrekkelijk schoon. Dus: vier vrouwen klaar voor een Paris-oordeel, de mannen (naar uiterlijk) “the good, the bad and the ugly”.

Even opfrissen en uitweiden over vrouwenkleding. Een “topje” is bij Wiesje zoiets als een ultra-kort naveltruitje: de onderrand valt op de onderrand van haar stevige borstjes. Als vrouwminnaar moet je blijven staren, maar er wordt niet meer zichtbaar. Evenzo moet je naar haar jeans rokje blijven staren, je ziet weldra de kleur van haar string, maar niet meer. Het is de dracht waarin zij zo graag op schoot zit, onder mijn strelende handen. Maaike is eigenlijk een naturist, volstrekt onverschillig tegenover kleding, maar ze begint lol te krijgen in het navolgen van Wiesje. Nora is opgebloeid, des te meer sinds Kees en zij sex-les genoten hebben bij Wiesje (en mij). Ze mag graag Wiesje weerwerk bieden. Daarom droeg ze nu een best wel bewerkelijk naveltruitje van elastische stof, en een kort strak rokje van een andere elastische stof. Je zou er als vrouwminnaar opdringerig van worden.

De Onsterfelijken nemen alles waar wat wij doen, maar zodra ze zich een lichaam aanmeten, verliezen ze het overzicht. En pas als ze met een aangekleed lichaam in wisselwerking treden met mensen, ervaren ze de uitwerking van hun en dier kleding. Demeter wist nu, hoe zij overkomen zou. Dionysos had wellicht beter even kunnen “passen” - en Fort Rimboe is door ons mede bedoeld als een “paskamer” met “wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht” spiegel.

Thee, dus. Niet een drank uit de Oudheid. Demeter en Dionysos hadden samen een vruchtentaart gemaakt. Nou, die smaakte dan wel heerlijk bij de thee. De kout was vermakelijk, want Kees noch Nora heeft de Oudheid in de geestelijke bagage. Ze wisten wel, dat wij twee van onze buren zouden meebrengen, maar dier namen zeiden hen niets. Van onze hele westvleugel niet (behalve de niet-bewoners van de zuidwest-toren). Na twee kopjes kregen we een rondleiding. Kees heeft inmiddels een vrij grote schuur voor zijn kleine semi-professionele uitrusting: twee brouw-lijnen, twee wijn-lijnen, twee distilleer-lijnen, alle met bottelarij. Plus een opmerkelijk mooie afvalverwerkings- en waterzuiverings-installatie. Hier verbeterde de sfeer aanzienlijk, want Dionysos bleek een kenner van de vergisting van fruit, en Demeter bleek alles te weten van graan en de verwerking daarvan. En zij op hun beurt betoonden zich onder de indruk van het vakmanschap van voormalig dronkelap Kees. Tja, en dat Nora veelzijdig creatief is, en dat ze zichzelf het bijhouden van de administratie van Kees’ bedrijf bijgebracht heeft, dat dreigde onderbelicht te blijven. Wiesje begon dan maar over die creativiteit, en ik vulde de “boutjes en moertjes” aan. Dat bleek zelfs voor Maaike een eye opener. Nora was merkbaar ontroerd, te beseffen dat haar dienstbaarheid bespeurd en zelfs geprezen werd.

Terug in de huiskamer was het tijd voor een slokje. Moeilijk kiezen, behalve voor mij: er was nog tripel (abdijbier) dat ik zelf nog (een heel klein handje) had helpen brouwen. Oh, ja, dat lustte Wiesje ook wel. Maaike is (ondanks uitspattinkjes) geen zuipschuit, lust wijn (ons Griekse spul), en denkt bij “bier” aan “pils”. Maar als zelfs Wiesje dit beliefde, dan wilde zij het óók proberen. Demeter kon beredeneren wat dit voor moois moest zijn, en sloot zich aan. Dionysos had het moeilijk. Hij wilde niet (in zijn eigen ogen) een watje lijken met een glas wijn naast deze stoere kelken straf bier. Kees begreep de aarzeling, en noodde hem tot wat hij zelf ook ging nemen: een brandewijn van appelen en bessen. Dionysos stemde opgelucht in. Nora nam sinaasappel-wijn, zo’n probeersel. Het lekkers dat Nora bij de thee gedacht had schoof door naar de borrel, en was des te meer welkom.

Kees en Nora waren toch wel benieuwd naar de achtergrond van deze onverwacht deskundige buren (ja, eigenlijk ook buren van henzelf). Die waren nogal verlegen met de uitleg, maar Wiesje nam het mooi over. Ze herinnerde Nora aan die séance, aan het oproepen van Jezus, en verklaarde, waarin men voordien geloofde. Wel, dat hele spul “woonde” nu bij ons in de westvleugel, en dit waren dan twee van die Olympiërs. O-o-o-o-oh…. Wat leuk!!! Wat een eer! Ja, dan was alles duidelijk! Dionysos kreeg het er warm van. Jasje uit, stropdas af (maar nog wel in de knoop), bovenste knoop los. Zo’n daad kan Wiesje tot uitdagen brengen, maar ze was al uitdagend genoeg gekleed. Kees had het ook warm, mede door de aanblik van vier uitdagend geklede vrouwen, en trok de bovenste helft van zijn overall uit (die dus achter hem bleef bungelen). Hij zat nu in zijn hemd.

Na de derde ronde dacht iedereen aan eten. Nora keek er benauwd om, want ze had niet op vijf gasten gerekend. Demeter bracht redding: ze noodde Kees en Nora bij hen uit voor een bout, en verklaarde ons (Malawi) uiteraard ook welkom, maar ja… Kees slofte opgelucht weg, en verscheen weldra in overhemd met korte mouwen en spijkerbroek. Iedereen klaar? Oh, al dat bier… We gingen.

In Fort Rimboe was de westvleugel inderdaad weer klaar voor een maal. Everzwijn aan het spit, besproeid met Germaanse wijn. Voorstelrondje. Ouwe jongens, krentenbrood. Kees haalde gauw thuis wat zelfgestookte jenever.

Aart en Yvonne hadden op ons gewacht, en wilden uiteindelijk dan maar voor zichzelf gaan koken. We maakten een mediterraan prutje met rijst. Heerlijk. Maar… drie tripels kort na elkaar… ik begeleidde weldra mijn katjes naar bed. Ze ploften nog aangekleed neer, en sliepen meteen. Ik kleedde me uit, ontdeed hen van alles behalve de topjes, en kroop tegen hen aan. Wanneer was ik voor het laatst gaan slapen met een stijve? Mijn herinnering ging over in een droom.

 

Naar inhoudsopgave. Naar volgend verhaal (ongeacht waarschuwingen, in leesvolgorde).